4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
[B] heeft namens haar dochter [slachtoffer] aangifte gedaan van seksueel misbruik van haar dochter. Zij heeft aangifte gedaan tegen [voornaam van medeverdachte] en [voornaam van verdachte] . Het is twee weken voor de zomervakantie gestopt toen haar dochter en een klasgenoot het op school hadden verteld aan [getuige 1] (
de rechtbank begrijpt: getuige [meisjesnaam van getuige 1]), die op school trainingen geeft.[voornaam van slachtoffer] (
de rechtbank begrijpt: [slachtoffer]) heeft het op 15 juni 2016 aan getuige [meisjesnaam van getuige 1] verteld.
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2001, heeft, hier kort weergegeven, in een ‘Proces-verbaal van verhoor getuige in kindvriendelijke studio’, onder meer verklaard:
- Dat ze komt praten over [voornaam van medeverdachte] , wat hij doet en zo.
- Dat hij in het eerste jaar begon met aan haar te zitten bij de gymzaal. (…)
- Dat hij haar op de glijbaan op kamp had aangeraakt bij haar borsten en haar onderbroek. (….)
- Dat ze op het [naam school] zit en dat het daar gebeurde.
- Dat het ergste was dat hij aan haar borsten zat, dat was, schamend. Iedereen keek je aan. (….)
- Dat het gebeurde als ze op de grond lag of als hij haar van achteren pakte.
- Dat het in het 1e jaar tijdens kamp gebeurd was bij de glijbaan. (…)
- Dat hij haar beide borsten stevig vast pakte.
- Dat hij lachte en dat ze zei: Doe normaal.
- Dat het hem niet boeit wat je zegt.
- Dat hij ook ging proberen in onderbroek, bij de glijbaan en soms bij school.
- Dat hij dan van boven ging. (
- Dat ze dan zei: doe normaal.
- Dat hij heeft geprobeerd in de onderbroek te gaan. (…)
- Dat hij het met zijn hand aanraakte.
- Dat hij ging stoppen als er iemand aan kwam.
- Dat ze ging schoppen en slaan en schreeuwen.
- Dat het meerdere keren is gebeurd.
- Dat zijn vrienden of zijn broer er meestal bij zijn.
- Dat zijn vrienden [E (voornaam)] en [naam] (fon.) (
- Dat klasgenoten erbij waren toen verdachte met zijn hand in haar broek ging. (…)
- Dat ze soms onder haar kleding en soms over haar kleding bij haar borsten werd aangeraakt. (…)
- Dat ze dan zei: Stoppen het is niet leuk. (…)
- Dat hij als hij met zijn hand in haar broek ging soms gewoon bij haar vagina ging.
- Dat soms [naam] erbij was en soms niemand en dat het 4 a 5 keer is gebeurd. (…)
- Dat hij soms met spullen een etui of een hamer bij je vagina ging (…)
- Dat [naam] ging helpen door haar tegen te houden.
- Dat hij het heel snel deed. Dat [naam] en [E (voornaam)] erbij waren.
- Dat het met het etui een paar keer was gebeurd (…)
- Dat [naam] haar bij haar schouders vast had.
- Dat het etui bij haar vagina was (…)
- Dat hij haar been vasthad en met het etui zo heen en weer ging. (
- Dat het etui tegen haar vagina aankwam. (…)
- Dat hij met andere spullen precies hetzelfde deed, met een potlood en hamer.
- Dat hij daarmee ook heen en weer ging. (…)
- Dat hij haar ging aanraken, een beetje voelen bij waar haar vagina begint. (…)
- Dat hij voor voelde. Voor waar de vagina begint (…)
- Dat het een paar keer gebeurd is 2 a 3 keer.
- Dat [naam] erbij was (…)
- Dat [naam] het ook deed maar op de kleding, wel in haar broek maar niet in haar onderbroek.
- Dat [voornaam van medeverdachte] onder haar onderbroek ging.
In een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] staat onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende:
“Ik werd door de zorgcoördinator van het [naam school] gebeld om in gesprek te gaan met [slachtoffer] , [C] en hun beide moeders. Beide ouders vertelden dat hun dochters een zogenaamde “ […] ” training volgen op school en dat zij daarbij tegen de trainster hadden verteld dat zij sinds schoolkamp van 2015 stelselmatig werden betast door [medeverdachte] en [verdachte] .
Hiernaar gevraagd vertelden [slachtoffer] en [C] ieder voor zich dat zij met grote regelmaat, soms wel elke schooldag, door deze twee jongens worden betast aan billen, borsten en vagina, dat gebeurde volgens hen ook onder de kleding.
Ik heb tezamen met de zorgcoördinator gesproken met drie getuigen: [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] . Zij verklaarden ieder voor zich doch gelijkluidend dat zij vaak hadden gezien dat [slachtoffer] en [C] door [voornaam van medeverdachte] en [voornaam van verdachte] op de grond werden gelegd en dat zij zagen dat deze jongens aan borsten, billen en vagina zaten. Tevens verklaarden zij dat zij vaker hadden gehoord dat [voornaam van slachtoffer] en [voornaam van C] riepen dat de jongens moesten stoppen. Het betasten gebeurde volgens de getuigen zowel in school als op het schoolplein.”
Getuige [getuige 2] heeft bij de rechter-commissaris (onder meer) verklaard:
“ [voornaam van medeverdachte] en [voornaam van verdachte] zaten allebei aan [voornaam van slachtoffer] . Ik zag dat ze aan haar kont of aan haar borsten zaten.”
Betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer]
(hierna verder: [slachtoffer] ) heeft ten overstaan van de politie een verklaring afgelegd en heeft daar verklaard over handelingen die voornamelijk medeverdachte [medeverdachte] , maar ook verdachte bij haar heeft verricht. Voordat dit verhoor bij de politie plaatsvond heeft [slachtoffer] ook aan anderen verteld wat verdachte en medeverdachte bij haar hadden gedaan, onder meer tegen getuige [meisjesnaam van getuige 1] en, zij het beknopter, tegen getuige [getuige 5] . Haar verklaring bij de politie komt inhoudelijk op wezenlijke en specifieke onderdelen overeen met hetgeen zij eerder tegen voornoemde getuigen heeft gezegd. Bovendien wordt haar verklaring ondersteund door de verklaringen van [C] en [getuige 2] , die uit eigen waarneming een verklaring hebben afgelegd over handelingen die verdachte bij [slachtoffer] had verricht. De rechtbank heeft dan ook geen reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] en acht deze op grond van bovenstaande bruikbaar voor het bewijs. Het andersluidende verweer van de raadsvrouw wordt verworpen.
Voorwaardelijk verzoek tot het horen van [slachtoffer]
De raadsvrouw heeft verzocht [slachtoffer] als getuige te horen, indien de rechtbank deze verklaring voor het bewijs bezigt. De voorwaarde waaronder het verzoek is gedaan is, gelet op het hiervoor overwogene, ingetreden.
De rechtbank wijst het verzoek tot het horen van deze getuige af. De raadsvrouw heeft het verzoek tot het horen van deze getuige eerder al bij de rechter-commissaris gedaan. Deze heeft het verzoek, onder een uitgebreide motivering, afgewezen. De raadsvrouw is wel in de gelegenheid gesteld de audiovisuele opname van het studioverhoor van [slachtoffer] te bekijken en te beluisteren. Vervolgens heeft de raadsvrouw het verzoek wederom, zij het in voorwaardelijke zin, gedaan tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 30 november 2018. De noodzaak om deze getuige te horen, is de rechtbank, gelet op de aan het verzoek ten grondslag gelegde, zeer summiere en algemene motivering, echter niet gebleken. De rechtbank wijst dit verzoek dan ook af.
Voldoende steunbewijs / ontuchtig karakter / medeplegen
De rechtbank acht, gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen bij [slachtoffer] , zoals hierna onder 5 omschreven. Deze handelingen hebben, kort gezegd, bestaan uit het aanraken van de borsten, het aanraken van de billen en het brengen van de hand in de broek, het vasthouden van [slachtoffer] zodat medeverdachte de vagina van [slachtoffer] kon aanraken/betasten, alsmede voorwerpen tegen de kruisstreek/vagina kon brengen en daarmee heen en weer gaande bewegingen kon maken. Het ontuchtige karakter volgt reeds uit de aard van deze handelingen. Dit betreft niet een onschuldige stoeipartij tussen jeugdigen, zoals algemeen sociaal aanvaard, waarbij mogelijk per ongeluk een aanraking plaatsvond op bepaalde intieme plekken van het lichaam. De handelingen van verdachte en medeverdachte waren gericht, zo volgt uit de bewijsmiddelen, op het aanraken van deze lichaamsdelen. Verdachte moet geweten hebben dat [slachtoffer] dit niet wilde. Weliswaar volgt uit het dossier dat [slachtoffer] zich niet altijd even goed uitte en soms lachte als de ontuchtige handelingen plaatsvonden, maar er zijn diverse momenten geweest waarop zij wel aangaf dat verdachte te ver ging door ‘au’ of ‘doe normaal’ te zeggen, of door te trappen, te slaan of te schreeuwen. Bovendien heeft verdachte zijn kracht gebruikt, door haar vast te houden, zodat medeverdachte haar vervolgens kon betasten. Uit het dossier volgt dat verdachte in ieder geval op één moment de ontuchtige handelingen tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd, namelijk toen daarbij voorwerpen werden gebruikt en [slachtoffer] door verdachte werd vastgehouden om zo die handelingen mogelijk te maken.