ECLI:NL:RBMNE:2018:6274

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 december 2018
Publicatiedatum
20 december 2018
Zaaknummer
16/660164-16 en 16/652287-16 (strafzaken) (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van zeven mannen voor plofkraken en criminele organisatie

Op 20 december 2018 heeft de rechtbank Midden-Nederland zeven mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van 5 tot 10 jaar voor hun betrokkenheid bij een serie plofkraken op geldautomaten van ING in Albert Heijn-winkels. De plofkraken vonden plaats tussen juli 2015 en oktober 2016 en werden gekenmerkt door een professionele aanpak, waarbij gebruik werd gemaakt van gestolen voertuigen met valse kentekenplaten. De rechtbank oordeelde dat de mannen deel uitmaakten van een criminele organisatie die zich bezighield met het plegen van ram-, trek-, plof- en lanskraken. De verdachten werden ook veroordeeld voor opzetheling van de gestolen voertuigen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de professionele wijze van uitvoering en de impact op de omgeving. De verdachten moeten in totaal ruim 760.000 euro aan schadevergoeding betalen aan de ING Bank N.V. en een bedrag van ongeveer 370.000 euro aan winst terugbetalen die zij met hun criminele activiteiten hebben gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/660164-16 en 16/652287-16 (strafzaken) (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 december 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1980] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 3 januari 2017, 31 maart 2017, 27 juni 2017, 10 juli 2017, 27 november 2017, 12 maart 2018, 8, 10, 11, 17 en 18 oktober 2018 en 6 december 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officieren van justitie mr. A.J.S. Visser en mr. drs. M. Lousberg (hierna: de officier van justitie) en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. J. de Haan, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij dhr. [A] namens de ING Bank N.V. naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 27 juni 2017 nader omschreven. Vervolgens is de tenlastelegging op de zitting van 11 oktober 2018 gewijzigd. De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 16/660164-16:
Feit 1: op 1 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, opzettelijk een ontploffing in een geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] , teweeg heeft gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gebouwen te duchten was
en/of
op 1 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, € 39.640,00 heeft weggenomen van de ING Bank N.V.;
Feit 2: op 13 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, heeft geprobeerd door middel van braak geld weg te nemen uit een geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] ,
en/of
op 13 september 2016 te Weesp, al dan niet samen met anderen, ter voorbereiding van het teweegbrengen van een ontploffing in de geldautomaat, plofkraakgoederen voorhanden heeft gehad;
Feit 3: op 20 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, heeft geprobeerd door middel van braak geld weg te nemen uit een geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] ,
en/of
op 20 september 2016 te Soest, al dan niet samen met anderen, ter voorbereiding van het teweegbrengen van een ontploffing in de geldautomaat, plofkraakgoederen voorhanden heeft gehad;
Feit 4: in de periode van 24 januari 2016 tot en met 20 september 2016 te Rotterdam en/of Soest, al dan niet samen met anderen, een BMW, type 3 serie met origineel kenteken [kenteken] heeft geheeld;
Feit 5: in de periode van 1 maart 2016 tot en met 20 september 2016 te Utrecht en/of Nieuwegein en/of Kerkdriel heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van ram-/trek-, lans-, en plofkraken en het plegen van diefstallen danwel opzetheling van voertuigen;
Feit 6: in de periode van 2 mei 2016 tot en met 15 september 2016 te Zoetermeer en/of Weesp en/of Wijk bij Duurstede en/of Nuland , al dan niet samen met anderen, een Audi A4 met origineel kenteken [kenteken] heeft geheeld.
Ten aanzien van parketnummer 16/652287-16:
op 26 april 2016 te [vestigingsplaats] , samen met anderen, heeft geprobeerd om in een bedrijfspand
aan de [adres] in te breken.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

Ten aanzien van parketnummer 16/660165-16:

4.1.
Inleiding onderzoek 032Smit [1]
Het dossier 032Smit bevat de bevindingen van een onderzoek naar een reeks van aanvallen op ING geldautomaten in winkels van Albert Heijn in 2015 en 2016. Bij deze aanvallen of kraken wordt de toegang tot de winkel verkregen door te rammen met een voertuig of door middel van braak. De wijze waarop de geldautomaat vervolgens wordt opengebroken verschilt per kraak.
Bij een ram/trekkraak is de geldautomaat opengebroken en open/omver getrokken met behulp van een band, staalkabel of ketting en een ramvoertuig. Bij een lanskraak wordt de geldautomaat geopend door middel van een thermische lans die door een kluisdeur heen brandt. Bij een plofkraak wordt de kluisdeur van de geldautomaat geopend door middel van het inbrengen en het laten ontploffen van gas. Na opening van de kluisdeur van de geldautomaat middels één van de voornoemde werkwijzen, kunnen geldcassettes verwijderd worden uit de geldautomaat. [2]
4.2.
Overwegingen ten aanzien van inkt- en glasonderzoek en gemeen gevaar voor goederen
De rechtbank bespreekt hieronder eerst het inkt- en glasonderzoek en zal in algemene zin een oordeel geven over de resultaten hiervan en in hoeverre deze voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Vervolgens zal de rechtbank ingaan op het gemeen gevaar voor goederen. Deze overwegingen zijn van toepassing op de ten laste gelegde feiten waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.
Ten aanzien van het inktonderzoek
Over het onderzoek [3]
In Nederland staan lobby (losstaande) geldautomaten onder andere in supermarkten, die voorzien zijn van geldcassettes met een inktbeveiligingssysteem. Dit inktbeveiligingssysteem treedt in werking op het moment dat op oneigenlijke wijze wordt getracht de geldcassette te openen. Bij activatie van het inktbeveiligingssysteem zullen bankbiljetten in de geldcassette via een sproeisysteem worden voorzien van blauwe inkt. Deze blauwe inkt is voorzien van een unieke DNA-marker.
Applied DNA Sciences (hierna: ADNAS), gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika, is de leverancier en ontwikkelaar van de DNA-markers. Deze DNA-markers bevatten een unieke DNA-code. Het bedrijf ADNAS is ISO-gecertificeerd. De DNA-marker wordt opgenomen in het kwaliteitsdatabestand en voorzien van een unieke DNA-flaconcode. ADNAS levert de DNA-markers aan het bedrijf 3SI Security Systems (hierna: 3SI).
Het bedrijf 3SI, gevestigd in België, is de leverancier van de geldcassettes met inktbeveiligingssystemen aan Geld Service Nederland (hierna: GSN). Het bedrijf 3SI vermengt de blauwe inkt met de, eerder genoemde, DNA-marker en plaatst een inktreservoir in de geldcassette. De geldcassette wordt door 3SI voorzien van een uniek geldcassettenummer. Door 3SI wordt vastgelegd welke DNA-marker (DNA-code) er in elke geldcassette wordt geplaatst. Dit wordt gedaan door middel van het koppelen van de DNA-code aan het unieke geldcassettenummer in een database. Het bedrijf 3SI is eveneens ISO gecertificeerd.
In de database wordt aan het serienummer van de geldcassette onder andere de volgende informatie gekoppeld: inktblok nummer, DNA-code en de productiedatum. Op deze wijze kan de link worden gemaakt tussen de DNA-code en het serienummer van de geldcassette. Bij uitgifte van de geldcassette wordt in de database vastgelegd aan welke klant deze wordt verstrekt.
Door het bedrijf G4S worden, in opdracht van het bedrijf GSN, de geldcassettes gevuld met bankbiljetten. Door het bedrijf G4S worden de geldcassettes tijdens dit proces voorzien van een eigen unieke barcode waardoor de cassettes traceerbaar zijn gedurende het gehele proces: bij het inpakken (vullen geldcassettes), het transport van en naar geldautomaat en het uitpakken (inclusief tellen). Deze eigen unieke barcode wordt door het bedrijf tevens gekoppeld aan het geldcassettenummer, aangebracht door het bedrijf 3SI. De geldcassettes worden vervolgens door G4S vervoerd en in de automaten geplaatst. Ter plaatse worden de geldcassettes gekoppeld aan de betreffende locatie van de geldautomaat, door middel van het scannen van de barcode van de geldcassette en de barcode van de geldautomaat.
Op diverse locaties waar een aanval op een geldautomaat heeft plaatsgevonden is het inktbeveiligingssysteem van geldcassettes in werking getreden. Op een groot gedeelte van deze locaties zijn monsters van de inkt, verder te noemen referentiemonsters, veiliggesteld. ADNAS heeft deze veiliggestelde referentiemonsters van de inkt onderzocht en heeft de unieke DNA-code van deze inkt getracht vast te stellen.
Bij onderzoek van diverse kraken zijn door de politie sporendragers veiliggesteld waarop vermoedelijk sporen van beveiligingsinkt aanwezig waren. Deze sporendragers werden onderzocht en bemonsterd. ADNAS heeft ook van deze bemonsteringen getracht de unieke DNA-code vast te stellen.
Door het bedrijf G4S is een overzicht verstrekt van de geldcassettenummers welke zich bevonden in aangevallen geldautomaten in Nederland, waarbij beveiligingsinkt is vrij gekomen. Vervolgens is dit overzicht aangevuld door het bedrijf 3SI met de bij hen bekende gekoppelde DNA-codes.
De door ADNAS vastgestelde DNA-codes van de inktbemonsteringen zijn door het LFCT (landelijke forensische coördinatie team) vergeleken met de DNA-codes uit de administratie van G4S en 3SI. Daarnaast is er ook een vergelijking gemaakt tussen de DNA-codes van inktbemonsteringen van sporendragers en de DNA-codes van de referentiemonsters.
In het dossier 032Smit is gebruik gemaakt van de resultaten van het inktonderzoek.
Het NFI heeft in het rapport van 16 februari 2018 de validiteit van de conclusies en de uniciteit van de matches in het rapport van de forensisch deskundigen van ADNAS onderzocht. De gerapporteerde conclusies worden, voor zover deze te controleren zijn, door de NFI deskundige als valide gezien. Ook onderschrijft de NFI deskundige dat met de werkwijze van ADNAS unieke DNA-markers te verkrijgen en terug te meten zijn. [4]
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van bovengenoemde procedure vast dat er geen reden is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van het onderzoek van ADNAS en de koppeling van de DNA-code van de inktbemonsteringen aan de referentiemonsters op de plaatsen waar inkt is aangetroffen, alsmede aan de wijze waarop de DNA-code in de administratieve registratie van 3SI/G4S is weergegeven. De resultaten van het inktonderzoek kunnen dan ook bijdragen aan het bewijs. Op welke wijze daar invulling aan wordt gegeven, zal de rechtbank in voorkomend geval per feit bespreken in de bewijsoverweging.
Ten aanzien van het glasonderzoek
Over het onderzoek [5]
In het dossier 032Smit is een glasonderzoek verricht, waarover door het NFI op 19 juli 2018 een herziene rapportage is uitgebracht. Uit dit rapport volgt dat aangetroffen glas in de diverse kledingstukken, schoenen, en bemonsteringen van onder andere auto’s wordt aangeduid als ‘vreemd glas’, waarbij het object waar glasdeeltjes zich op bevinden een sporendrager wordt genoemd. Voor het referentieglas is gebruik gemaakt van de LFCT (landelijke forensische coördinatie team)-glasdatabase waarin glasmonsters zijn opgenomen van overvallen en ram- en plofkraken. Van de sporendragers zijn door middel van uitkloppen of door een stofzuiger met opzetfilter zogenaamde stofmonsters verkregen. Deze stofmonsters zijn microscopisch onderzocht op de aanwezigheid van glasdeeltjes. De glassporen zijn vergeleken met het referentieglas uit de LFCT-database op basis van de samenstelling van de sporenelementen in het glas. Er wordt nagegaan of het vreemde glas wel of niet te onderscheiden is van het referentieglas op basis van de elementsamenstelling. Bepaald wordt vervolgens of de resultaten beter passen bij een gestelde hypothese I of bij de alternatieve hypothese II. Per sporendrager wordt het aantal aangetroffen op glas gelijkende deeltjes vermeld, het aantal in onderzoek genomen op glas gelijkende deeltjes en het aantal glasdeeltjes dat matcht met referentiemonsters uit de LFCT-database. Over de ‘bewijskracht’ wordt per match de ordegrootte van de bewijskracht vermeld, waarbij die hypothesen I en II worden beschouwd. In geval van een match is dan de conclusie dat voor een aantal glasdeeltjes in de bemonstering van de sporendrager, die in de elementsamenstelling overeenkomen met het referentieglas, geldt dat de resultaten van het glas vergelijkend onderzoek
veel waarschijnlijker(ordegrootte bewijskracht 100-10.000) zijn wanneer deze glasdeeltjes afkomstig zijn van de vernielde ruit, waartoe het referentieglas behoort (hypothese I), dan wanneer de aangetroffen glasdeeltjes afkomstig zijn van (een) willekeurige andere ruit(en) of glazen objecten (hypothese II). Of
zeer veel waarschijnlijkerals matches worden gevonden met meerdere onafhankelijke glasbronnen, afkomstig van hetzelfde delict.
Voorts blijkt uit het rapport dat glasonderzoek normaliter geen rechtstreeks verband kan leveren tussen een persoon en een delict, maar wel een verband tussen een gebroken ruit en een glassporendrager, zoals een trui. Het verband met de persoon volgt uit andere informatie zoals bijvoorbeeld wie de eigenaar van de trui is. Uit wetenschappelijke literatuur is bekend dat bij willekeurige personen op de kleding vaak geen, één en in zeldzame gevallen twee tot drie glasdeeltjes worden aangetroffen, terwijl bij personen die verdacht zijn van inbraken dan wel ram- en plofkraken regelmatig veel meer deeltjes worden gevonden.
De deskundigen geven in het rapport aan dat er ook niet-matchende deeltjes zijn aangetroffen op de sporendragers. Deze zijn wel allemaal vergeleken met de referentieruit(en) op de plaats delict. Bij iedere vergelijking van een glasdeeltje op een sporendrager met glas van een referentieruit is er een kans dat er door toeval een match gevonden wordt. Het uitvoeren van meerdere vergelijkingen betekent dat de kans stijgt om per toeval een match te vinden. Met deze beide factoren (matches met meerdere referentieruiten en het aantreffen van niet-matchende deeltjes) is de door deskundigen rekening gehouden bij het bepalen van de bewijskracht. Om nader onderscheid te maken tussen de oorzaken van een toevalsmatch en een echte match, is andere informatie noodzakelijk die in principe voor elke match apart gewogen moet worden. De a priori kans op een echte match wordt groter als de persoon die bij de sporendrager betrokken is door ander bewijs dan de glasmatch in beeld is als verdachte van het plegen van een kraak, bijvoorbeeld een getuigenverklaring of een DNA-match met voorwerpen op de plaats delict.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat de resultaten van het glasonderzoek kunnen bijdragen aan het bewijs, met inachtneming van de bewijskracht die de deskundigen verbinden aan de verschillende glasmatches. Op welke wijze de resultaten van betekenis kunnen zijn voor het bewijs, zal in voorkomend geval per feit worden besproken bij de bewijsoverweging.
Ten aanzien van het gemeen gevaar voor goederen
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het gemeen gevaar voor goederen stelt de raadsman dat uit het dossier blijkt niet dat gasflessen zijn achtergebleven. Ook de ravage is beperkt gebleven. Uit het dossier blijkt ook niet dat door de ontploffing schade aan het pand is ontstaan. Er zijn geen aanwijzingen dat het gevaar hiervoor te duchten was. Voor zover in de tenlasteleggingen ‘de goederen in dat gebouw’ is opgenomen, is dat onvoldoende feitelijk en derhalve partieel nietig gelet op artikel 261 Wetboek van Strafvordering. De raadsman stelt zich op het standpunt dat slechts bewezen kan worden dat een ontploffing in die geldautomaat heeft plaatsgevonden, waarbij gemeen gevaar voor die geldautomaat te duchten was.
Oordeel rechtbank
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of er gemeen gevaar voor goederen is ontstaan. Om dat aan te kunnen nemen, dient dat gevaar ten tijde van de plofkraak naar algemene ervaringsregels voorzienbaar te zijn geweest. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt. Het is een feit van algemene bekendheid dat een plofkraak veel schade kan aanrichten. Uit de foto’s van de plaatsen delict blijkt dat, naast de geldautomaat, onder andere ook plafondplaten van de Albert Heijn filialen zijn vernield. De rechtbank neemt op basis hiervan aan dat er door de plofkraak sprake was van gemeen gevaar voor goederen. De rechtbank verwijst naar de gebezigde bewijsmiddelen per feit.
4.3.
De bewezenverklaarde feiten
De rechtbank bespreekt hieronder de ten aanzien van de feiten 1 tot en met 6 (16/660164-16) en het feit onder parketnummer 16/652287-16 te bezigen bewijsmiddelen en zal hier per feit vervolgens bewijsoverwegingen aan wijden. Ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis wordt een aantal keer tussendoor reeds een bewijsoverweging opgenomen, weergegeven in cursief.
De rechtbank gaat op grond van wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit, welke bewijsmiddelen telkens slechts worden gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
4.3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend
bewezen te verklaren.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde, de deelname aan de criminele organisatie, verzoekt de officier van justitie partiële vrijspraak voor de verdenking van het plegen van ram- of trekkraken. Verdachte kwam in het onderzoek in beeld op een moment dat ram- of trekkraken niet meer aantoonbaar werden uitgevoerd door de criminele organisatie. De officier van justitie verzoekt eveneens partiele vrijspraak voor de onder de criminele organisatie ten laste gelegde diefstallen van voertuigen, nu niet kan worden bewezen dat er in crimineel verband werd samengewerkt ten einde een of meerdere auto’s te stelen.
4.3.2.
Plofkraak [vestigingsplaats] 1 september 2016 en heling Audi [kenteken] (feit 1 en 6)
4.3.2.1. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 ten laste gelegde, wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij de plofkraak. Daartoe is aangevoerd dat in de woning van verdachte een aantal geldbiljetten met inkt zijn aangetroffen, welke matchen met inkt van de plaats delict, maar dit gaat slechts om een zeer bescheiden aantal en dit is ook aangetroffen in woningen van andere verdachten. Daarnaast is de aangetroffen handschoen in de bouwkeet een verplaatsbare sporendrager en is het niet vast te stellen hoe en wanneer het DNA van verdachte hierop is gekomen. Het is dan ook goed mogelijk dat verdachte deze handschoen heeft gedragen bij de plofkraak in Soest, maar dat een ander persoon deze heeft gedragen ten tijde van de plofkraak in [vestigingsplaats] . Vervolgens zijn er op de handschoen glasdeeltjes aangetroffen van de plaats delict, terwijl de bouwkeet, waarin deze handschoen is aangetroffen, nog niet gehuurd was ten tijde van de plofkraak te [vestigingsplaats] en als deze bouwkeet onderzocht was op glasdeeltjes, waren er dus mogelijk nog veel meer glasdeeltjes aangetroffen. Ten aanzien van de glasmatch van de onderkant van de schoenen van verdachte, merkt de raadsman op dat het slechts om één glasdeeltje gaat en dit dus ook een toevalsmatch kan zijn. Het resultaat van een glasdeeltje is een zeer zwakke indicatie dat de schoenen op de plaats delict zijn gedragen en dit wordt versterkt door de verklaringen van de deskundigen van het NFI bij de rechter-commissaris.
Ten aanzien van de Audi A4 die in Wijk bij Duurstede is aangetroffen kan de conclusie, door de matchende bloedsporen met verdachte, worden getrokken dat verdachte kennelijk op enig moment achterin de auto heeft gezeten, maar het is niet bekend wanneer deze bloedsporen zijn achtergelaten. De auto is 4,5 maand eerder gestolen en uit de digitale gegevens volgt dat deze Audi half Nederland door heeft gereden. Tot slot heeft de raadsman genoemd dat er geen gebruik kan worden gemaakt van schakelbewijs nu er geen essentiële overeenkomsten met andere feiten zijn.
4.3.2.2. Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Door [aangever 1] , mede eigenaar van de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] , wordt op 1 september 2016 aangifte gedaan. Zij verklaart:
‘Ik ben samen met mijn broer eigenaar van de Albert Heijn en wij huren het pand van mijn vader. In het pand staat een ING pinautomaat, welke ook toebehoort aan de ING. […] Op donderdag 1 september 2016, omstreeks 03.23 uur, werd ik gebeld door de alarmcentrale dat er bij 2 zones in ons bedrijf het alarm afging. […] [6]
Mijn man en ik zijn voorzichtig naar het pand gereden en zagen dat er al politie was. Ik zag dat er ruiten ingeslagen waren aan de voorzijde van het pand, ter hoogte van de bloemenafdeling. Ik zag dat de pinautomaat was opengebroken en dat er biljetten geld op de grond lagen. Ik heb meteen via mijn telefoon de bewakingsbeelden bekeken en ik zag dat er tenminste door 2 personen werd ingebroken en dat de pinautomaat werd opgeblazen. Ik zag dat er iets uit de automaat werd gehaald en op de grond gegooid werd.’ [7]
Door de ING Bank N.V. wordt namens [B] aangifte gedaan. [8] De geldautomaat is door de aanval geheel vernield en de kluis is opengeblazen, waarbij de deur uit de scharnieren is gescheurd. [9] De ramen naast de lobby zijn ingeslagen en de vloer is besmeurd door inkt. Het kassa systeem van een kassarij is gescheurd door de kluisdeur. [10] De totale diefstal geld is 39.640,00 euro. [11]
Door verbalisant [verbalisant 1] , worden de camerabeelden van 1 september 2016 van de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] bekeken. Zij verklaart:
‘Op donderdag 1 september 2016, omstreeks 03:24 uur, vond er een plofkraak plaats in de Albert Heijn, gelegen aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Binnen in de Albert Heijn werd er een pinautomaat van de ING opgeblazen. Van deze plofkraak zijn bewegende beelden beschikbaar en op zondag 4 september 2016 is er door mij, verbalisant, een samenvatting gemaakt met bijhorende screenshots van de bewegende beelden. [12]
Op foto 1 is een overzicht te zien voor de gepleegde plofkraak, toen alles nog onbeschadigd en in tact was. [13]
Op foto 2 is waarneembaar dat op de grond ondertussen gebroken glas ligt, vermoedelijk door een kapotte winkelraam en dat aan de rechterzijde ravage wordt aangebracht waardoor de bloemen op de grond komen te liggen door kennelijk "geweld" van buiten af. [14]
Op foto 3 is waarneembaar dat de bak waarin de bloemen gestald zijn door "geweld" van buitenaf binnenin de winkel wordt geschoven. [15]
Op foto 4 is waarneembaar dat de verlichting binnen de Albert Heijn ondertussen is aangegaan en dat er twee personen de winkel in zijn gekomen. De twee daders zijn geheel in het donker, vermoedelijk in een regenpak, gekleed met onderaan de enkels en op de rug een lichtkleurige streep. Tevens droegen beide daders bivakmutsen en handschoenen. Tevens is waarneembaar dat een legerkleurige sport/reistas op de grond staat, de tas is meegebracht door één (1) van de daders. [16]
Op foto 5 is waarneembaar dat de twee daders vervolgens voorbereidingen aan het treffen zijn om de geldautomaat tot ontploffing te brengen. [17]
Op foto 6 is waarneembaar dat de geldautomaat tot ontploffing wordt gebracht en hierdoor verder een ravage wordt aangericht aan de automaat en winkel. [18]
Op foto 7 is waarneembaar dat, na het opblazen van de geldautomaat, de daders weer terug naar de geldautomaat lopen. [19]
Op foto 8 is waarneembaar dat één (1) van de daders een cassette uit de automaat haalt en deze met kracht op de grond gooit. Hierdoor ontploft een verfbom, welk in de cassette zit. Op de bewegende beelden is te zien dat één (1) van de daders eerst twee cassettes op de grond kapot gooit, waarin blijkbaar geen geld in zit. [20]
Op foto 9 is waarneembaar dat in de derde cassette, welk door één (1) van de daders op de grond wordt gegooid, geld zit. Door beide daders wordt dan het geld, welk afkomstig is uit de geldautomaat, van de grond af geraapt en in een legerkleurige sport/reistas gestopt. [21]
Op foto 10 is waarneembaar dat het geld op de grond in de verf ligt en dat één (1) van de daders nog steeds met de geldautomaat bezig is terwijl de andere dader geld van de grond op aan het rapen is. [22]
Op foto 11 is waarneembaar dat één ( 1) van de daders zijn handschoenen aan het uitrekken is terwijl de andere dader nog steeds bezig is om geld van de grond af te rapen. [23]
Op foto 12 is waarneembaar dat de dader, welk zijn handschoenen heeft uitgetrokken, aan de
andere dader aanwijzingen geeft. Op de foto is te zien dat verdachte, tijdens zijn aanwijzingen, met zijn linkerhand naar de automaat wijst. [24]
Op foto 13 is waarneembaar dat de dader, zonder handschoenen aan, de reis/sporttas met hierin het geld, afkomstig van het geldautomaat, in zijn hand vasthoudt, terwijl de andere dader, met handschoenen aan, nog een cassette uit de geldautomaat trekt. [25]
Op foto 14 is waarneembaar dat beide daders vervolgens de winkel verlaten met een ravage
achterlatend.’ [26]
Getuige [getuige 1] heeft als volgt verklaard.
‘Op 1 september 2016 omstreeks 03:24 uur was ik in mijn slaapkamer aan de [adres] te [vestigingsplaats] . […] Rond 03:24 uur werd ik wakker van het geluid van een auto, ik hoorde dat
de auto stopte en dat deze daar ongeveer een minuut bleef staan met draaiende motor. […] Vervolgens hoorde ik een ruit sneuvelen. […] Ik keek uit op de [vestigingsplaats] meteen op de Albert Heijn. […] [27] Ik keek door het badkamerraam en zag dat er drie mannen voor de Albert Heijn staan en hoorde dat het alarm afging van de Albert Heijn. Ik zag dat twee personen in de Albert Heijn waren. Toen hoorde ik dat een van de mannen hardop ging tellen. Deze man stond toen op straat en keek in de richting van de Van der Valk Hotel. Ik hoorde dat hij hardop tot 25 aan het tellen was, toen hij bij de 25 was hoorde ik hem roepen: 'Opschieten jongens' of danwel woorden van gelijke strekking. Vervolgens hoorde ik dat de man bleef doortellen en toen hij bij 32 kwam hoorde ik een klap en zag ik dat het ING apparaat in de Albert Heijn uit elkaar klapt. […] Het duurde daarna iets van 10 seconde en ik hoorde dat de auto nog aanstond. De auto was een lichtkleurige vermoedelijk een Audi, model weet ik niet. Ik hoorde wel toen ze wegreden dat het een snelle auto was want ik hoorde het suizen van de turbo toen ze met hoge snelheid wegreden. Ik zag dat ze met hoge snelheid weer in de richting van het Prins Bernhardplein reden.’ [28]
Op 1 september 2016 is door verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , forensisch onderzoekers, een onderzoek naar sporen verricht. Zij verklaren daarover:
‘Gezien vanaf het parkeerterrein in de richting van de voorgevel van de supermarkt waren er twee ruiten van de derde ramenpartij vernield. [29] Uit de inktcassette van de pinautomaat werd door mij, verbalisant [verbalisant 3] , inkt bemonsterd (AAJA0170NL). Door mij, verbalisant [verbalisant 4] , werd […] een glasmonster (AAJA0178NL) veiliggesteld.’ [30]
DNA onderzoek handschoen uit bouwkeet Zaaksdossier Soest
Op 20 september 2016 is door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , forensisch onderzoekers, een onderzoek naar sporen verricht in/aan een bouwkeet. Zij verklaren daarover: [31]
Wij zagen op de vloer van de keet, rechts achterin een aantal kledingstukken liggen (foto 35 t/m 37) Wij hebben deze kledingstukken en andere goederen die erbij lagen per item veiliggesteld. Wij zagen de volgende goederen liggen; [32] […]
Handschoenen Makhai le paar, 1 paar handschoenen van merk Makhai, maat XXL en in de
rechter handschoen zat nog 1 losse werkhandschoen van het merk M-Safe, maat 10. De 3
handschoenen zijn te samen veiliggesteld (SIN AAKE5981NL, foto 50 t/m 55). [33]
Op 20 september 2016 is door verbalisant [verbalisant 7] , forensisch onderzoeker, een biologisch vooronderzoek naar sporen verricht. Zij verklaart daarover: [34]
Onderzoek handschoen met SIN AAKE5981NL
Ik zag dat het de volgende sporendrager betrof: handschoen, 3 stuks, Nederland, SIN
AAKE5981NL, inhoud 1 paar handschoenen, merk: mak makhai, maat xxl. in rechter 3e
handschoen 3e handschoen: merk m-safe, microfoam nitrile (zwartgrijs) vloer keet
cabinel, bijzonderheden 20-9-2016, 14.08 - 1 paar handsch + 3e handschoen in rechter.
[…] [35]
- Bemonstering bloed binnenzijde manchet grijze handschoen: AAKA2492NL [36]
Door het NFI is op 23 februari 2017 een rapport uitgebracht over DNA-onderzoek naar aanleiding van een plofkraak in Soest op 20 september 2016. Uit dit rapport volgt:
Resultaten
- AAKA2492NL#01: Uit de bemonstering is een DNA-profiel van een man verkregen dat matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . De matchkans van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [37]
Glasonderzoek handschoen uit bouwkeet Zaaksdossier Soest
Door het NFI is op 19 juli 2018 een herzien rapport uitgebracht over het tweede aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken. Uit dit rapport volgt: [38]
De glassporen uit de diverse kledingstukken, schoenen en bemonsteringen van auto’s worden vergeleken met het referentieglas uit de LFCT-database en dan wordt bepaald of de resultaten beter passen bij hypothese H1 of bij de alternatieve hypothese H2. […]
Hypothese H1:het op/in de onderzochte sporendrager aangetroffen glas is deels afkomstig van de vernielde ruit, waartoe het referentieglas heeft behoord.
Hypothese H2:het op/in de onderzochte sporendrager aangetroffen glas is afkomstige van (een) willekeurig andere rui(en) of glazen object(en). [39]
De SIN van het referentieglas heeft soms een toevoeging (-A of -B, -1, -2A, -2B). De reden hiervoor is dat er binnen het referentieglas meerdere glasbronnen zijn onderscheiden met verschillende samenstellingen. De verschillende samenstellingen kunnen bijvoorbeeld hun oorsprong hebben in dubbel of gelaagd glas. [40]
Resultaten
  • AAKE5981NL, handschoen 20 in onderzoek genomen deeltjes waarvan 2 glasdeeltjes matchen met AAJA0178NL-A, van de AH [vestigingsplaats] ;
  • AAKE5981NL, handschoen 20 in onderzoek genomen deeltjes waarvan 2 glasdeeltjes matchen met AAJA0178NL-B, van de AH [vestigingsplaats] .
Voor 4 glasdeeltjes van 20 onderzochte glasdeeltjes in de bemonstering van de sporendrager, die in elementsamenstelling overeenkomen met het referentieglas, geldt dat de resultaten van het glas vergelijkend onderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer deze glasdeeltjes afkomstig zijn van de vernielde ruit (hypothese 1), dan wanneer de aangetroffen glasdeeltjes afkomstig zijn van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en) (hypothese 2).
Inktonderzoek handschoen uit bouwkeet Zaaksdossier Soest
Door het bedrijf Applied DNA Sciences (hierna: ADNAS) zijn de veiliggestelde referentiemonsters van de inkt onderzocht en is de unieke DNA-code van de inkt vastgesteld. [42]
Door verbalisant [verbalisant 8] is een overzicht gemaakt van alle resultaten van ADNAS. Hieruit volgt het volgende:
Resultaten inktonderzoek bouwkeet
AAKE5981NL E1 PAAR HANDSCHOEN + 3E HANDSCHOEN
De inktbemonsteringen hebben matches opgeleverd middels de administratieve registratie van 3Sl/G4S en referentiemonsters van de Plaats Delict gerelateerd aan het volgende delict:
- PL2100-2016195563: aanval op ING geldautomaat in Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] op 1 september 2016. [43]
De rechtbank stelt, gelet op voornoemde forensische bewijsmiddelen, vast dat er in de bouwkeet waar de verdachte op 20 september 2016 is aangehouden een set handschoenen is aangetroffen en veiliggesteld. Aan de binnenzijde van één van deze handschoenen, de M-Safe binnenhandschoen, bleek bloed te zitten, wat bemonsterd en veiliggesteld is. Dit spoor is onderworpen aan DNA-onderzoek, wat een DNA match heeft opgeleverd met verdachte waarbij de matchkans van het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. Op deze handschoen bleek ook inkt te zitten. Deze inkt bleek te matchen met de veiliggestelde inkt van de plaats delict.
Op het veiliggestelde spoor (het totaal van drie handschoenen) bleken ook glasdeeltjes te zitten. Uit een vergelijkend glasonderzoek is gebleken dat vier van deze glasdeeltjes matchen met het glas van de plaats delict.
Onderzoek Audi [kenteken]
[aangeefster 1] heeft op 3 mei 2016 aangifte gedaan van diefstal van haar personenauto.
Zij verklaart:
‘Ik ben eigenaar van een personenauto van het merk Audi, type A4 Quattro, grijs van kleur, voorzien van kenteken [kenteken] . […] Op maandag 02 mei 2016 omstreeks 20:00 uur heb ik de personenauto nog zien staat aan de Jan Steenlaan, net om de hoek bij de Karel Doormanlaan te Zoetermeer op de openbare weg. […] Ik heb de personenauto afgesloten middels de daarvoor bestemde handzender en ik heb gecontroleerd dat de personenauto was afgesloten. Toen ik op dinsdag 03 mei 2016 omstreeks 08:00 uur de personenauto weer in gebruik wilde nemen zag ik dat deze door onbekende(n) was weggenomen.’ [44]
Aantreffen Audi in Wijk bij Duurstede
Op 15 september 2016 worden verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] naar Wijk bij Duurstede gestuurd. Zij verklaren hierover als volgt:
‘Op donderdag 15 september 2016, omstreeks 19.00 uur, kregen wij van het O.C. het verzoek te gaan naar de [adres] in [woonplaats] . Tegenover de woning is een parkeerplaats gelegen waar een grijze Audi A4 geparkeerd stond voorzien van kenteken [kenteken] . Het genoemde kenteken thuis horen op een zwarte Audi A6, welke in Amsterdam
zou thuis horen. Op genoemde datum, omstreeks 19.30 uur, kwamen wij ter plaatse op genoemde locatie. Wij zagen dat de genoemde Audi vooruit ingeparkeerd stond. Tevens zagen wij dat de melder naar ons toe kwam lopen. Ik [verbalisant 9] vroeg aan de man hoelang de auto er al stond. Ik hoorde de man zeggen dat het voertuig er twee dagen stond en hij de auto
niet herkende als dat deze eigendom was van iemand uit de straat. De melder hierop het voertuig op de website van het RDW heeft gecheckt middels het kenteken en zag dat het om een zwarte Audi A6 ging en niet om de betreffende grijze Audi A4 waar wij bijstonden. Hierop ben ik [verbalisant 9] om de auto gelopen en vroeg aan de melder of deze wist of de auto openstond. Ik hoorde melder zeggen dat dit niet het geval was. Ik heb hierop aan het linker achter portier gevoeld en merkte dat de deur openstond. Ik zag dat er op de rechterachterbank een zwarte handdoek lag en daar iets groots onder lag. Hierop ben ik omgelopen en heb de rechter achterdeur geopend. Ik zag dat er onder de handdoek blauwe en rode slangen vandaan kwamen. Nadat ik de handdoek aan de kant deed zag ik dat er een tweetal gasflessen aan elkaar waren vast geplakt met zwart Ductape. […] Hierop is een takel besteld om het voertuig in beslag te nemen voor onderzoek. [45]
Sporenonderzoek Audi
Op 16 september 2016 is door verbalisant [verbalisant 11] , forensisch onderzoeker een sporenonderzoek verricht. Hij verklaart hierover als volgt: [46]
‘Ter plaatse zag ik dat de auto een grijze Audi betrof van het type A4. Ik zag dat de auto was voorzien van het kenteken: [kenteken] . […] Ik zag dat het chassisnummer: [chassisnummer] betrof. Bij navraag in de landelijke systemen bleek dat het chassisnummer overeenkwam met het merk en type van de auto en de auto bleek vanaf mei 2016 als gestolen te zijn opgegeven. Het kenteken wat bij deze auto hoorde betrof: [kenteken] . In de auto lagen achter de bijrijdersstoel twee gasflessen die vast waren getapet met behulp van zwarte duet-tape. […] De gasslangen werden door mij onderzocht. Ik zag dat op de gasslangen een bloedveeg zat. Deze bloedveeg werd door mij veiliggesteld. […] Aan de binnenzijde van de auto zag ik op het handvat en op de knop voor de raambediening van het achterportier aan de bestuurderszijde bloedsporen. Deze bloedsporen werden door mij veiliggesteld. […] Ik zag op de klep van het dashboardkastje en in de vloerbedekking aan de
bijrijderszijde blauwe inktsporen. […] De inktsporen in de vloerbedekking en op de klep van
het dashboardkastje werden afzonderlijk door mij veiliggesteld. […] In de kofferbak van de Audi trof ik een groene camouflage tas aan. In deze tas zaten verschillende gereedschappen te weten: twee schroevendraaiers, een vuisthamer en een betonschaar. […] De handvatten van de camouflage tas werden door mij losgesneden en veiliggesteld. Ik zag dat aan de buitenzijde van de tas en aan de binnenzijde van de tas blauwe inktsporen zaten. Deze inktsporen werden door mij uit de tas gesneden en veiliggesteld. De tas werd eveneens door mij veiliggesteld. [47]
  • SIN AAIZ1819NL Dashboardkast Audi a4 bijrijderszijde voor, Betreft blauwe inkt met DNA markers
  • SIN AAIZ1820NL Vloerbekleding Audi a4 bijrijderszijde voor, Betreft blauwe inkt met DNA markers
  • SIN AAIZ1828NL Op drager, Blauwe inkt in stof leger tas uitgesneden, Betreft blauwe inkt met DNA-markers
  • SIN AAIZ1816NL Bloed Op gasslang achterin auto bijrijderszijde
  • SIN AAIZ1812NL Bloed Handvat achterportier bestuurderszijde binnen
  • SIN AAIZ1813NL Bloed Raamknopje achterportier bestuurderszijde binnen’
Op 15 mei 2017 is door verbalisant [verbalisant 12] , forensisch onderzoeker een sporenonderzoek verricht. Zij verklaart hierover als volgt: [50]
Naar aanleiding van het aantreffen van een voertuig op 15/09/2016 te Wijk bij Duurstede, heb ik de navolgende inbeslaggenomen stukken van overtuiging ontvangen van [verbalisant 11] en op 16/11/2016 onderzocht:
AAIZ1819NL geschraapt (inkt) dashboard
AAIZ1828NL 1 stuks stof van legertas
AAIZ1827NL 1 stuks stof van legertas
AAIZ1820NL 1 stuks referentiemonster vloerbekleding
Ik zag dat er zich op de aangeboden stukken van overtuiging paars/blauw kleurige vlekken bevonden, gelijkend op inkt. Ik heb van alle stukken van overtuiging een representatief monster genomen of uitgeknipt en veiliggesteld. Ik heb de monsters als volgt gewaarmerkt en omschreven;
AAKE4226NL inktmonster van geschraapt dashboarddeel AAIZ1819NL
AAKE4178NL inktmonster van stukje stof AAIZ1828NL
AAKE4176NL inktmonster van stukje stof AAIZ1827NL
AAKE4225NL inktmonster vanaf pluisjes vloerbedekking AAIZ1820NL
Inktonderzoek Audi
Door het bedrijf ADNAS zijn de veiliggestelde referentiemonsters van de inkt onderzocht en is de unieke DNA-code van de inkt vastgesteld. [51]
Door verbalisant [verbalisant 8] is een overzicht gemaakt van alle resultaten van ADNAS. Hieruit volgt het volgende:
Resultaten inktonderzoek Audi
AAKE4226NL Inktmonster geschraapt van dashboard (AAIZ1819NL)
AAIZ1828NL Stof legertas met inkt
AAKE4178NL Inktmonster stof (AAIZ1828NL)
AAIZ1820NL Vloerbekleding bijrijder Audi
De inktbemonsteringen hebben matches opgeleverd met referentiemonsters van inkt veiliggesteld bij het volgende delict:
- PL2100-2016195563: aanval op ING geldautomaat in Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] op 1 september 2016.
De inktbemonsteringen hebben matches opgeleverd middels de administratieve registratie van 3Sl/G4S gerelateerd aan het volgende delict:
- PL2100-2016195563: aanval op ING geldautomaat in Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] op 1 september 2016. [52]
Getuige [getuige 2] heeft als volgt verklaard.
‘Vlak nadat ik wakker was hoorde ik voor op straat glasgerinkel. Ik keek toen op mijn klok en zag dat het 03.00 uur was. Dat staat mij in ieder geval bij. Ik dacht toen nog dat is vreemd dat nu iemand glas in de container gaat gooien. Die staat namelijk voor de Albert Heijn. Ik besefte meteen daarna dat het foute boel was en dat men mogelijk in aan het breken was. Ik ben uit bed gestapt en meteen naar mijn raam gelopen. Ik had de telefoon al meteen in de hand genomen. Ik keek naar buiten en zag en zag twee mannen in de Albert en Heijn staan. Ik zag dat ze ter hoogte van de pinautomaat stonden. […] Nee, ik zag wel een auto met de achterzijde naar de Albert Heijn staan. Ik zag dat dit een Audi betrof. Ik weet dat haast wel zeker daar ik de gril van de Audi herkende. Ik heb niet kunnen zien of het een station betrof. Ik zag wel dat het een donker grijze auto betrof.’ [53]
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat de Audi met vals kenteken [kenteken] het voertuig is waarmee de daders van de plofkraak zijn gevlucht.
DNA onderzoek bloedsporen Audi
Door het NFI is op 10 november 2016 een rapport uitgebracht over Onderzoek naar biologisch sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van een gestolen voertuig in Wijk bij Duurstede op 15 september 2016. Uit dit rapport volgt: [54]
Resultaten
- In de bemonsteringen AAIZ1812NL#01, AAIZ1813NL#01 en AAIZ1816NL#01 is bloed aangetroffen. Uit deze bemonsteringen is een DNA-profiel verkregen dat matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . De matchkans van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [55]
De rechtbank stelt, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, vast dat de Audi met origineel kenteken [kenteken] van eigenaar [aangeefster 1] is gestolen in de periode van 2 mei 2016 tot en met 3 mei 2016. Deze Audi is op 15 september 2016 aangetroffen in Wijk bij Duurstede met de valse kentekens [kenteken] . Aan deze Audi is sporenonderzoek verricht. Hierbij bleek dat op drie plaatsen inkt werd aangetroffen (SIN AAIZ1819NL, AAIZ1820NL en AAIZ1828NL).
Deze inkt bleek te matchen met de veiliggestelde inkt van de plaats delict (AAJA0170NL).
In deze Audi bleken daarnaast drie bloedsporen (AAIZ1816NL, AAIZ1812NL en AAIZ1813NL) te zitten, welke zijn bemonsterd en veiliggesteld. Deze sporen zijn onderworpen aan DNA-onderzoek, wat een DNA match heeft opgeleverd met verdachte waarbij de matchkans van het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. Hieruit concludeert de rechtbank dat de bloedsporen afkomstig zijn van verdachte.
Glasonderzoek schoenen verdachte [verdachte]
Op 20 september 2016 werd verdachte [verdachte] aangehouden. In de cellengang is door verbalisant [verbalisant 13] , een onderzoek naar sporen verricht. Hij verklaart daarvoor: [56]
‘De volgende sporen/stukken van overtuiging werden in het belang van de bewijsvoering
en/of nader onderzoek veiliggesteld:
- AAJW0399NL, Object Schoeisel 2 stuks Zwart.’ [57]
Door het NFI is op 19 juli 2018 een herzien rapport uitgebracht over het tweede aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken. Uit dit rapport volgt: [58]
De glassporen uit de diverse kledingstukken, schoenen en bemonsteringen van auto’s worden vergeleken met het referentieglas uit de LFCT-database en dan wordt bepaald of de resultaten beter passen bij hypothese H1 of bij de alternatieve hypothese H2. […]
Hypothese H1:het op/in de onderzochte sporendrager aangetroffen glas is deels afkomstig van de vernielde ruit, waartoe het referentieglas heeft behoord.
Hypothese H2:het op/in de onderzochte sporendrager aangetroffen glas is afkomstige van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en). [59]
De SIN van het referentieglas heeft soms een toevoeging (-A of -B, -1, -2A, -2B). De reden hiervoor is dat er binnen het referentieglas meerdere glasbronnen zijn onderscheiden met verschillende samenstellingen. De verschillende samenstellingen kunnen bijvoorbeeld hun oorsprong hebben in dubbel of gelaagd glas. [60]
Resultaten
- AAJW0399NL, schoenen 18 in onderzoek genomen deeltjes waarvan 1 glasdeeltje matcht met AAJA0178NL-A, van de AH [vestigingsplaats] . [61]
Voor 1 glasdeeltje van 18 onderzochte glasdeeltjes in de bemonstering van de sporendrager, die in elementsamenstelling overeenkomen met het referentieglas, geldt dat de resultaten van het glas vergelijkend onderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer deze glasdeeltjes afkomstig zijn van de vernielde ruit (hypothese 1), dan wanneer de aangetroffen glasdeeltjes afkomstig zijn van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en) (hypothese 2).
Doorzoeking [adres] te [woonplaats]
Op 20 september 2016 omstreeks 12.08 uur vond een doorzoeking ter inbeslagneming plaats aan de [adres] te [woonplaats] . [62] Onder andere werd besmeurd geld in beslaggenomen (C.02.02.001). [63] De [adres] te [woonplaats] wordt bewoond door [verdachte] . [64]
Verbalisant [verbalisant 12] heeft op 28 november 2016 sporenonderzoek verricht. Zij verklaart als volgt:
‘Naar aanleiding van een doorzoeking op 20/09/2016 op de [adres] te [woonplaats] , heb ik de navolgende inbeslaggenomen stukken van overtuiging ontvangen van het behandelend
team 032Smit en onderzocht op 28/11/2016
- AAFD5270NL 21 x 20 euro & 1 x 5 euro […] (c.07.01.001).
Ik zag dat er zich op de bankbiljetten paars/blauw kleurige vlekken bevonden, gelijkend op inkt. Ik heb van vier 20-eurobiljetten representatieve monsters uitgeknipt en veiliggesteld. Ik heb de monsters als volgt gewaarmerkt en omschreven;
AAKA2737NL inktmonster uitgeknipt vanaf 20 euro biljet ra3117644043 AAFD5270NL
AAKA2738NL inktmonster uitgeknipt vanaf 20 euro biljet ra3117644043 AAFD5270NL
AAKA2741NL inktmonster uitgeknipt vanaf 20 euro biljet rb0321374759 AAFD5270NL.’ [65]
Inktonderzoek
Door het bedrijf ADNAS zijn de veiliggestelde referentiemonsters van de inkt onderzocht en is de unieke DNA-code van de inkt vastgesteld. [66]
Door verbalisant [verbalisant 8] is een overzicht gemaakt van alle resultaten van ADNAS. Hieruit volgt het volgende:
Resultaten inktonderzoek woning [adres] te [woonplaats]
AAFD5270NL C.02.02.001 21x 20 eurobiljetten en 1x 5 eurobiljet
De inktbemonsteringen hebben matches opgeleverd middels de administratieve registratie van 3Sl/G4S en referentiemonsters van een Plaats Delict gerelateerd aan de volgende - delicten:
- PL2100-2016195563: aanval op ING geldautomaat in Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] op 1 september 2016. [67]
Tabel 8
  • AAKA2738NL, inktmonster 20 eurobiljet (C 02.02.001 met SIN-nummer AAFD5270NL) matcht met DNA-code en 3SI/G4S met [adres] te [vestigingsplaats] ;
  • AAKA2737NL, inktmonster 20 eurobiljet (C 02.02.001 met SIN-nummer AAFD5270NL) matcht met DNA-code en 3SI/G4S met [adres] te [vestigingsplaats] ;
  • AAKA2741NL, inktmonster 20 eurobiljet (C 02.02.001 met SIN-nummer AAFD5270NL) matcht met DNA-code en 3SI/G4S met [adres] te [vestigingsplaats] .
Beeldvergelijking regenpakken
Verbalisant [verbalisant 16] verklaart als volgt.
‘Verzoek is om te onderzoeken of er overeenkomsten te zien zijn in de regenpakken die door de daders gedragen werden, tussen de hieronder genoemde zaken.
(…)
Zaak 8 Nuland 01-09-2016
(…)
Zaak 10 Soest 20-09-2016
(…)
Ik, rapporteur, zag dat:
- Er overeenkomsten zijn betreft de regenkleding, met de zaken genoemd in het overzicht op pagina twee.
Op het beeldmateriaal is te zien dat in deze zaken de regenpakken horizontale reflecterende, witte strepen hebben t.h.v. de borst, de kuiten en aan de bovenkant van de rug.’ [69]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, vast dat er op 1 september 2016 omstreeks 03:23 uur sprake is geweest van een plofkraak op de geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] en dat verdachte één van de daders is geweest. De rechtbank betrekt bij haar beoordeling ook de hierna onder feit 3 (Soest) vermelde bewijsmiddelen. Hieruit volgt kort gezegd dat verdachte op 20 september 2016 op heterdaad is aangehouden na het plegen van een (poging) plofkraak op een ING automaat in een Albert Heijn. Uit de hiervoor vermelde bewijsmiddelen volgt onder meer dat:
op één inbeslaggenomen handschoen zowel bloed van verdachte als inkt uit een geldcassette uit [vestigingsplaats] is aangetroffen. Deze handschoen maakt deel uit van een set van drie handschoenen en op (één van) deze handschoenen zaten ook glasdeeltjes afkomstig van de ruit van de Albert Heijn te [vestigingsplaats] ;
in de schoenen die verdachte tijdens zijn aanhouding droeg, een glasdeeltje is aangetroffen dat qua samenstelling sterk lijkt op het glas van de ruit van de Albert Heijn in [vestigingsplaats] ;
bij de plofkraak een Audi is gebruikt. Op 15 september 2016 is een Audi aangetroffen in Wijk bij Duurstede met vals kenteken [kenteken] . In dit voertuig werd onder andere inkt van de plaats delict en bloed (DNA) van verdachte aangetroffen;
op in de woning van verdachte aangetroffen bankbiljetten inkt is aangetroffen afkomstig uit geldcassettes die in de geldautomaat in [vestigingsplaats] zijn gebruikt;
bij de plofkraak regenpakken zijn gedragen die overeenkomsten hebben met de regenpakken die bij de poging plofkraak te Soest op 20 september 2016 zijn gedragen, na welke plofkraak onder andere verdachte op heterdaad is aangehouden.
Het hierboven genoemde bewijs versterkt elkaar. Vanwege de bevindingen aan de handschoenen de Audi concludeert de rechtbank dat het onwaarschijnlijk is dat het bij het glasdeeltje onder de schoen om een toevalsmatch gaat.
Gezien het aantreffen van zowel inkt als glas op bij elkaar behorende handschoenen, stelt de rechtbank vast dat deze handschoenen bij het plegen van het feit zijn gedragen. Dat verdachte de handschoenen op dat moment heeft gedragen, concludeert de rechtbank niet alleen vanwege het op de handschoenen aangetroffen bloed van verdachte. Daarbij betrekt de rechtbank de omstandigheden dat er ook bloed van verdachte is aangetroffen in de vluchtauto, hij bij deze kraak weggenomen bankbiljetten in zijn woning had en er glas uit [vestigingsplaats] onder zijn schoenen zit.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van medeplegen. Het gezamenlijk optreden gedurende de uitvoering van de plofkraak rechtvaardigt de conclusie dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten.
Verdachte heeft zich ter zitting beroepen op zijn zwijgrecht. Onder verwijzing naar bovengenoemde bewijsmiddelen en haar tussenconclusies, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich samen met twee anderen schuldig heeft gemaakt aan de plofkraak in [vestigingsplaats] .
Heling (feit 6)
De rechtbank stelt, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, vast dat de Audi met origineel kenteken [kenteken] van eigenaar [aangeefster 1] is gestolen in de periode van 2 mei 2016 tot en met 3 mei 2016. Deze Audi is op 15 september 2016 aangetroffen in Wijk bij Duurstede met de valse kentekens [kenteken] .
In deze Audi bleken drie bloedsporen te zitten, welke zijn bemonsterd en veiliggesteld. Deze sporen zijn onderworpen aan DNA-onderzoek, wat een DNA match heeft opgeleverd met verdachte waarbij de matchkans van het DNA-profiel kleiner is van één op één miljard. Gelet op het feit dat de Audi bij een plofkraak is gebruikt, zich bloedsporen van verdachte in deze auto bevinden, verdachte veroordeeld wordt voor de plofkraak waarbij deze auto gebruikt is en deze auto onafgesloten wordt achtergelaten in Wijk bij Duurstede, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een goed voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van het goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
4.3.3.
Poging plofkraak Weesp 26 september 2016 (feit 2)
4.3.3.1. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde, wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij de plofkraak. De glasdeeltjes, die zijn aangetroffen op de kleding en de handschoen, kunnen gelet op de grote kans op onderlinge besmetting van sporendragers en de geringe hoeveelheid glasdeeltjes die zijn aangetroffen, bij toeval of door
secondary transferdaar terecht zijn gekomen.
4.4.3.2. Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Door [aangeefster 2] , teamleider van de Albert Heijn [adres] te [vestigingsplaats] , wordt op 13 september 2016 aangifte gedaan. Zij verklaart:
‘Ik ben werkzaam als teamleider bij de Albert Heijn. […] In het voornoemde winkelpand van de Albert Heijn staat een geldautomaat van de ING-Bank. […] Om toegang te verkrijgen tot het pand hebben de daders een slot geforceerd van een bouwhek dat voor de ingang van de Albert Heijn stond, alsmede een ruit vernield van de ingang van de Albert Heijn. Na de melding van de inbraak ben ik direct ter plaatse gegaan. Ik zag de vernielde ruit. [70] Op de beelden is te zien dat op 13 september 2016 omstreeks 03:35 uur een aantal mannen de winkel binnen komen. […] De mannen nemen diverse goederen mee de winkel in en lopen in de richting van de geldautomaat van de ING-bank. […] Verder is te zien dat de mannen […] omstreeks 03.37 uur de winkel verlaten en de goederen die zij mee naar binnen genomen hadden meegenomen.’ [71]
Door de ING Bank N.V. wordt namens [verbalisant 5] aangifte gedaan. [72] De shutter van de kluis is afgebroken. [73] Er is een raam ingeslagen. Er is gevaar voor brand en instorting geweest. [74] De totale schade is 35.730,69 euro. [75]
Op 13 september 2016 is door verbalisant [verbalisant 14] , forensisch onderzoeker, een onderzoek naar sporen verricht. Hij verklaart daarover: [76]
‘Het glas van toegangsdeur van de winkel werd aan de onderzijde vernield, zodat de opening groot genoeg was om binnen te kunnen treden […]. Een glasmonster werd door mij veiliggesteld. Ik zag in de winkel een geldautomaat van de ING bank staan. Ik zag dat de oranje deur voor de kluis was opengebroken en dat ook de uitgiftemond voor het geld was
losgebroken. Hierdoor werd een opening naar de kluisruimte gecreëerd. […]
- SIN AAIZ5139NL, glas.’ [77]
Op 30 september bekeek verbalisant [verbalisant 15] de door de Albert Heijn afgegeven camerabeelden.
Hij verklaart hierover: [78]
3:35:23 Ik zie dat het licht in de winkel aangaat. Ik zie rechtsboven in beeld een persoon met een fietsregenjack met reflectorstreep. Ik zie een groot voorwerp op de deurmat. Ik zie de onderbenen van een tweede persoon. Ik zie dat deze persoon een regenbroek aanheeft, voorzien van een horizontale reflectorstreep op kuithoogte. Ik zie dat de tweede persoon een tas (model: sporttas/kleine weekendtas) in zijn rechterhand vasthoudt. […]
3:35:37 Ik zie dat er een slang naar binnen gegooid wordt, naast de blauwe boodschappenmandjes die links naast de deur staan opgestapeld.
3:35:42 Ik zie een persoon, met fietsregenbroek aan, van links (uit de winkel) aan komen lopen naar de mat. Ik zie dat de persoon zich bukt en de slang pakt.
3:35:48 Ik zie de persoon links uit beeld verdwijnen terwijl hij het uiteinde van de slang nog in zijn handen heeft. Ik zie dat de slang uitgerold is en languit ligt. Ik zie dat de slang nog wat wordt bewogen. [79]
3:35:51 Ik zie een derde persoon over de deurstijl van de linker deur naar binnen stappen. Ik zie dat ook deze persoon een regenbroek met 1 reflectorstreep draagt. Ik zie dat deze persoon iets groots cilindervormigs op de grond zet, op de mat, en het daarna neerlegt.
3:35:55 Ik zie dat het voorwerp een gasfles is
3:35:56 Ik zie dat de gasfles op de grond ligt met de bovenkant in de richting van de pinautomaat (die buiten beeld is) […]
3:37:10 Ik zie dat beide mannen achter elkaar aan snel het beeld uit lopen, door de deur
3:37:13 Ik zie dat de achterste man, die als laatste het pand verlaat, een tas in zijn rechterhand heeft
3:37:12/3:37:13 Ik zie dat beide mannen een compleet regenpak dragen: een regenjas en een
regenbroek, met een reflectiestreep op de romp en een streep op de kuit.’ [80]
Glasonderzoek regenjassen uit bouwkeet Zaaksdossier Soest
Op 20 september 2016 is door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , forensisch onderzoekers, een onderzoek naar sporen verricht in/aan een bouwkeet. Zij verklaren daarover: [81]
Wij zagen op de vloer van de keet, rechts achterin een aantal kledingstukken liggen (foto 35 t/m 37) Wij hebben deze kledingstukken en andere goederen die erbij lagen per
item veiliggesteld. Wij zagen de volgende goederen liggen; [82] […]
Regenjas 1, merk Hema, kleur zwart en maat XL (SIN AAKE5969NL). […]
Regenjas 2, Merk Hema, kleur zwart en maat XL. Deze jas was binnenste buiten gekeerd .
Aan het einde van de rechter mouw was een stuk zwart tape bevestigd. Het tape is door
ons niet verwijderd (SIN AAKE5968NL, foto 75 t/m 78). […]
Regenjas 3, merk Hema, kleur zwart en maat XL. Deze jas was binnenste buiten gekeerd
en leek identiek aan de andere 2 regenjassen (SIN AAKE5964NL, foto 86 t/m 88). [83]
Door het NFI is op 19 juli 2018 een herzien rapport uitgebracht over het tweede aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken. Uit dit rapport volgt: [84]
De glassporen uit de diverse kledingstukken, schoenen en bemonsteringen van auto’s worden vergeleken met het referentieglas uit de LFCT-database en dan wordt bepaald of de resultaten beter passen bij hypothese H1 of bij de alternatieve hypothese H2. […]
Hypothese H1:het op/in de onderzochte sporendrager aangetroffen glas is deels afkomstig van de vernielde ruit, waartoe het referentieglas heeft behoord.
Hypothese H2:het op/in de onderzochte sporendrager aangetroffen glas is afkomstige van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en). [85]
De SIN van het referentieglas heeft soms een toevoeging (-A of -B, -1, -2A, -2B). De reden hiervoor is dat er binnen het referentieglas meerdere glasbronnen zijn onderscheiden met verschillende samenstellingen. De verschillende samenstellingen kunnen bijvoorbeeld hun oorsprong hebben in dubbel of gelaagd glas. [86]
Resultaten
- AAKE5969NL, jas, 20 glasdeeltjes waarvan 4 glasdeeltjes matchen met AAIZ5139NL, AH Weesp, bewijskracht veel waarschijnlijker. [87]
Voor 4 glasdeeltjes van 20 onderzochte glasdeeltjes in de bemonstering van de sporendrager, die in elementsamenstelling overeenkomen met het referentieglas, geldt dat de resultaten van het glas vergelijkend onderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer deze glasdeeltjes afkomstig zijn van de vernielde ruit (hypothese 1), dan wanneer de aangetroffen glasdeeltjes afkomstig zijn van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en) (hypothese 2).
Resultaten
- AAKE5968NL, jas, 19 glasdeeltjes waarvan 5 glasdeeltjes matchen met AAIZ5139NL, AH Weesp, bewijskracht veel waarschijnlijker. [88]
Voor 5 glasdeeltjes van 19 onderzochte glasdeeltjes in de bemonstering van de sporendrager, die in elementsamenstelling overeenkomen met het referentieglas, geldt dat de resultaten van het glas vergelijkend onderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer deze glasdeeltjes afkomstig zijn van de vernielde ruit (hypothese 1), dan wanneer de aangetroffen glasdeeltjes afkomstig zijn van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en) (hypothese 2).
Resultaten
- AAKE5964NL, jas, 16 glasdeeltjes waarvan 2 glasdeeltjes matchen met AAIZ5139NL, AH Weesp, bewijskracht veel waarschijnlijker. [89]
Voor 2 glasdeeltjes van 16 onderzochte glasdeeltjes in de bemonstering van de sporendrager, die in elementsamenstelling overeenkomen met het referentieglas, geldt dat de resultaten van het glas vergelijkend onderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer deze glasdeeltjes afkomstig zijn van de vernielde ruit (hypothese 1), dan wanneer de aangetroffen glasdeeltjes afkomstig zijn van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en) (hypothese 2).
DNA onderzoek handschoen uit bouwkeet Zaaksdossier Soest
Op 20 september 2016 is door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , forensisch onderzoekers, een onderzoek naar sporen verricht in/aan een bouwkeet. Zij verklaren daarover: [90]
‘Wij zagen op de vloer van de keet, rechts achterin een aantal kledingstukken liggen (foto 35 t/m 37) Wij hebben deze kledingstukken en andere goederen die erbij lagen per
item veiliggesteld. Wij zagen de volgende goederen liggen; [91] […]
Handschoenen Makhai le paar, 1 paar handschoenen van merk Makhai, maat XXL en in de
rechter handschoen zat nog 1 losse werkhandschoen van het merk M-Safe, maat 10. De 3
handschoenen zijn te samen veiliggesteld (SIN AAKE5981NL, foto 50 t/m 55).’ [92]
Op 20 september 2016 is door verbalisant [verbalisant 7] , forensisch onderzoeker, een biologisch vooronderzoek naar sporen verricht. Zij verklaart daarover: [93]
Onderzoek handschoen met SIN AAKE5981NL
Ik zag dat het de volgende sporendrager betrof: handschoen, 3 stuks, Nederland, SIN
AAKE5981NL, inhoud 1 paar handschoenen, merk: mak makhai, maat xxl. in rechter 3e
handschoen 3e handschoen: merk m-safe, microfoam nitrile (zwartgrijs) vloer keet
cabinel, bijzonderheden 20-9-2016, 14.08 - 1 paar handsch + 3e handschoen in rechter.
[…] [94]
- Bemonstering bloed binnenzijde manchet grijze handschoen: AAKA2492NL [95]
Door het NFI is op 23 februari 2017 een rapport uitgebracht over DNA-onderzoek naar aanleiding van een plofkraak in Soest op 20 september 2016. Uit dit rapport volgt:
Resultaten
- AAKA2492NL#01: Uit de bemonstering is een DNA-profiel van een man verkregen dat matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . De matchkans van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [96]
Glasonderzoek handschoen uit bouwkeet Zaaksdossier Soest
Door het NFI is op 19 juli 2018 een herzien rapport uitgebracht over het tweede aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken. Uit dit rapport volgt: [97]
De glassporen uit de diverse kledingstukken, schoenen en bemonsteringen van auto’s worden vergeleken met het referentieglas uit de LFCT-database en dan wordt bepaald of de resultaten beter passen bij hypothese H1 of bij de alternatieve hypothese H2. […]
Hypothese H1:het op/in de onderzochte sporendrager aangetroffen glas is deels afkomstig van de vernielde ruit, waartoe het referentieglas heeft behoord.
Hypothese H2:het op/in de onderzochte sporendrager aangetroffen glas is afkomstige van (een) willekeurig andere rui(en) of glazen object(en). [98]
De SIN van het referentieglas heeft soms een toevoeging (-A of -B, -1, -2A, -2B). De reden hiervoor is dat er binnen het referentieglas meerdere glasbronnen zijn onderscheiden met verschillende samenstellingen. De verschillende samenstellingen kunnen bijvoorbeeld hun oorsprong hebben in dubbel of gelaagd glas. [99]
Resultaten
- AAKE5981NL, handschoen 20 in onderzoek genomen deeltjes waarvan 3 glasdeeltjes matchen met AAIZ5139NL, van de AH Weesp; [100]
Voor 3 glasdeeltjes van 20 onderzochte glasdeeltjes in de bemonstering van de sporendrager, die in elementsamenstelling overeenkomen met het referentieglas, geldt dat de resultaten van het glas vergelijkend onderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer deze glasdeeltjes afkomstig zijn van de vernielde ruit (hypothese 1), dan wanneer de aangetroffen glasdeeltjes afkomstig zijn van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en) (hypothese 2).
Beeldvergelijking regenpakken
Verbalisant [verbalisant 16] verklaart als volgt.
‘Verzoek is om te onderzoeken of er overeenkomsten te zien zijn in de regenpakken die door de daders gedragen werden, tussen de hieronder genoemde zaken.
(…)
Zaak 9 Weesp 13-09-2016
Zaak 10 Soest 20-09-2016
(…)
Ik, rapporteur, zag dat:
- Er overeenkomsten zijn betreft de regenkleding, met de zaken genoemd in het overzicht op pagina twee.
Op het beeldmateriaal is te zien dat in deze zaken de regenpakken horizontale reflecterende, witte strepen hebben t.h.v. de borst, de kuiten en aan de bovenkant van de rug.’ [101]
Telefoon [medeverdachte 1]
Verbalisant [verbalisant 31] verklaart als volgt:
‘Op dinsdag 20 september 2016 omstreeks […] heeft er een doorzoeking plaatsgevonden aan
de [adres] te [woonplaats] […]. Dit is tevens het verblijfadres van verdachte [medeverdachte 1] . […] Tijdens deze doorzoeking is een Nokia 105 RM-1134 in beslag genomen en uitgelezen. Hieruit blijkt dat in het toestel de simkaart zit met telefoonnummer [telefoonnummer] .
Bij het bekijken van deze telefoon vielen de volgende sms berichten op die waren ontvangen van het nummer [telefoonnummer] :
13-9-2016 4:33:24 "Niet goed x"
13-9-2016 5:37:51 "Bijna thuis 20 min"
[…] Aan de hand van onder andere deze sms berichten zijn de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] opgevraagd. Hieruit blijkt onder andere dat het telefoonnummer + [telefoonnummer] op de volgende momenten de volgende zendmasten aanstraalt:
13-09-2016 04:33:20 [adres] [woonplaats]
13-09-2016 04:33:25 [adres]
13-09-2016 05:27:59 [adres] [woonplaats]
13-09-2016 05:37:49 [adres] [102]
[…]
Gezien de inhoud van de sms-berichten kan worden vastgesteld dat het toestel met het telefoonnummer + [telefoonnummer] in gebruik is geweest bij [medeverdachte 1] en het toestel met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is geweest bij zijn vriendin [C] . Gezien bovenstaande kan tevens worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] , op basis van het gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer] , in ieder geval op 13 september 2016 omstreeks 04:33:20 zich in Weesp bevond.’ [103]
Telefoon [medeverdachte 2]
Uit het verslag telecom rapportage volgt: [104]
‘In de bouwkeet is een mobiele telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] aangetroffen en uitgelezen. Ook zijn historische printgegevens hiervan opgevraagd over een periode van 20 maart – 20 september 2016. Daaruit bleek dat dit toestel in combinatie met gsm-nummer [telefoonnummer] is gebruikt. Dit toestel had contact met maar 1 nummer, te weten [telefoonnummer] . Een toestel met daarin dit laatstgenoemde gsm-nummer is gevonden tijdens de doorzoeking op de [adres] te [woonplaats] , zijnde het woonadres van mevr. [D] , de vriendin van [medeverdachte 2] . Het is aannemelijk dat het toestel met IMEI-nummer [IMEI-nummer] in gebruik is geweest bij [medeverdachte 2] .
Op 13 september 2016 om 02:42 uur, 03:06 uur en 03:48 uur wordt door dit toestel een mast
aangestraald in Weesp.’ [105]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard gebruik te maken van deze telefoon. [106]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat er op 13 september 2016 omstreeks 03:35 uur sprake is geweest van een poging plofkraak op de geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Deze plofkraak is gepleegd door drie daders.
Eén week later, op 20 september 2016, zijn drie daders die overeenkomstige regenkleding droegen op heterdaad aangehouden na een poging plofkraak op de geldautomaat van ING in de Albert Heijn te Soest. De bewijsmiddelen ter zake van deze poging (feit 3) betrekt de rechtbank bij de beoordeling van dit feit. In Soest is verdachte aangehouden tezamen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Deze medeverdachten worden ook verdacht van betrokkenheid bij deze poging plofkraak. In Soest zijn door de daders regenjassen gedragen. Op elk van de drie daar gedragen regenjassen zit (ook) glas dat afkomstig is van de ruiten van de Albert Heijn te Weesp, hetgeen een sterke aanwijzing is dat de dadersamenstelling in Soest en Weesp gelijk is. Dit volgt onder meer ook uit de omstandigheid dat medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in Soest ook op heterdaad zijn aangehouden en die vanwege gebruik van een mobiele telefoon ook in beeld komen als verdachten van de poging plofkraak te Weesp.
Wat betreft de betrokkenheid van verdachte bij de kraak te Weesp komt daar het volgende bij. In de bouwkeet, waar verdachte op 20 september 2016 is aangehouden, is een set van drie handschoenen aangetroffen. Aan de binnenzijde van één van deze handschoenen bleek bloed van verdachte te zitten. De drie handschoenen zijn gezamenlijk op glas bemonsterd. In de bemonstering bevonden zich glasdeeltjes die matchen met referentieglas uit Weesp, maar ook uit Soest. Op grond van voornoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend is bewezen.
4.3.4.
Poging plofkraak Soest 20 september 2016 en heling BMW [kenteken]
(feit 3 en 4)
4.3.4.1. Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 3:
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Aanvullend is de verdediging van mening dat niet kan worden bewezen dat verdachte het vuurwapen opzettelijk aanwezig heeft gehad, nu het voorwerp niet direct zichtbaar was en er geen DNA- of dactysporen op zijn aangetroffen. Voorts is het onbekend wanneer het wapen in de auto terecht is gekomen.
Ten aanzien van feit 4
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit wegens het gebrek aan bewijs van wetenschap bij verdachte van het van misdrijf van afkomstig zijn van de personenauto. De raadsman heeft hierbij verwezen naar een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam, waaruit volgt dat het geen feit van algemene bekendheid is dat bij een plofkraak vaak gestolen auto’s worden gebruikt.
4.3.4.2. Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Op 20 september 2016 is verbalisant [verbalisant 32] , in een politieluchtvaartuig, een helikopter, belast met de uitvoering van een opdracht van het Operationeel Centrum te Driebergen. Zij verklaart:
‘Op datum voornoemd omstreeks 03:19 uur bevond ik mij in het luchtruim boven Soest en
was ik in verbinding met een centralist van de Politie Eenheid Midden Nederland. Deze centralist verzocht mij vervolgens om zicht te nemen op een pand waarin de winkel Albert Heijn was gevestigd, omgeving [adres] te [vestigingsplaats] . Er was kennelijk een alarm geactiveerd en tevens was er glasgerinkel gehoord door een getuige. Het vermoeden bestond dat er op dat moment werd ingebroken. Hierop bracht ik de warmtebeeld camera op het genoemde pand op de [adres] te [vestigingsplaats] . Ik zag dat er ter hoogte van het pand op de openbare weg een personenauto geparkeerd stond. Ik zag dat onder andere het linker voorportier en de kofferbak van het voertuig geopend waren. Ik zag dat er een persoon van het voertuig wegliep in de richting van het pand. Ik zag dat deze persoon stopte met lopen ter hoogte van een raam. Ik zag dat er vervolgens twee andere personen van binnenuit het pand kwamen en uit het raam klommen. Vervolgens zag ik dat de drie genoemde personen in de personenauto plaats namen en wegreden. Hierop heb ik mijn bevindingen doorgegeven aan alle meeluisterende politie collega's. […] Ik gaf de positie van het voertuig door en zag korte tijd erna dat het voertuig werd geparkeerd. Doordat het voertuig was geparkeerd onder een aantal bomen werd mij enkele seconden het zicht op het voertuig ontnomen. Doordat het voertuig een grote warmte uitstraalde, met name de motorkap en wielen straalden grote warmte uit, viel het voertuig op tussen andere geparkeerde voertuigen en kon ik met zekerheid zeggen dat genoemd voertuig er net was geparkeerd. Vervolgens zag ik dat er drie verdachten bij de plaats wegliepen waar het voertuig geparkeerd stond. Hierop raakten de drie verdachten voor mij uit het zicht en hield ik de looprichting in de gaten. Ik zag dat de drie verdachten niet meer zichtbaar waren. Hiertoe vermoedde ik dat de drie verdachten zich kennelijk schuil hielden onder bomen of objecten. Omdat de straten erg kort erop werden afgezet door politiemensen, was het aannemelijk dat de drie verdachten zich nog schuil hielden op de plaats waar zij voor mij uit het zicht waren geraakt. Vervolgens heb ik aan de collega's ter plaatse aangegeven dat ik een personenauto geparkeerd zag staan tegenover de parkeerplaats waar ik de drie verdachten uit het zicht was kwijt geraakt. Deze auto was duidelijk zichtbaar aangezien de wielen en motorkap een dusdanige warmte uitstraalden dat de auto hierdoor opviel. Aangezien de wielen grote warmte uitstraalden kon ik vaststellen dat er kort ervoor met deze auto was gereden. Ik zag dat de personenauto een zogenaamd stationmodel betrof. Voornoemde [107] auto viel mij op omdat het, in vergelijking met de omliggende geparkeerde auto's, een sterk afwijkend warmtebeeld vertoonde. Ik gaf mijn bevindingen door aan collega's ter plaatse.’ [108]
Op 20 september 2016 is verbalisant [verbalisant 17] oproepbaar voor het Operationeel Centrum te Soest. Hij verklaart:
‘Op genoemde dag en datum, omstreeks 03:17 uur, hoorde ik over de portofoon dat de politie helikopter onder de roepnaam Zulu ter plaatse was gekomen. […] Hierop hoorde ik de collega in de Zulu het volgende zeggen;
-dat bij de Albert Heijn op de Tamboerijn te Soest een zwarte personenauto stond.
-dat de portierdeuren en kofferbak openstonden.
-dat er één persoon uit het raam klom.
-dat er drie personen instapten en wegreden.
[…] Ik hoorde de collega in de Zulu meerdere locaties doorgaf waarna werd aangegeven dat deze de wijk Klaarwater was ingereden. Ik reed samen met mijn collegae [verbalisant 18] en [verbalisant 19] op de Beetzlaan te Soest waarna wij via de Beukenlaan de Wijnand Toplaan opreden en linksaf de Klaarwaterweg insloegen. Ik hoorde dat de collega in de Zulu doorgaf dat de betrokkenen hun personenauto hadden geparkeerd op de Haverweerd te Soest. Dit moest zijn tegenover de flat genummerd van 1 tot en met 165. [109]
Ik hoorde de collega in de Zulu zeggen dat de drie personen uit hun personenauto waren gestapt en te voet ervan door gingen. De afstand tussen ons opvallende surveillance voertuig en de locatie waar de personenauto stopte betrof ongeveer tweehonderd meter. […] Hierop ben ik, samen met collega [verbalisant 19] en [verbalisant 18] , op het laatst genoemde kruispunt gestopt
en uitgestapt. […]
In dit proces-verbaal van bevindingen zal ik de parkeerplaats links op de Haverweerd,
gezien vanaf de Dalweg, parkeerplaats twee noemen. De parkeerplaats rechts op de
Haverweerd, gezien vanaf de Dalweg, benoem ik als zijnde parkeerplaats één. […]
Vanaf mijn positie op de kruising Klaarwaterweg met de Haverweerd zag ik geen burgers
op straat lopen. Ik hoorde van de collega in de Zulu dat het gebied rondom
parkeerplaats één en twee rondom was afgezet door meerdere politie-eenheden en dat
rekening was gehouden met eventuele voetpaden en achtertuinen. Op parkeerplaats één
en twee stonden meerdere politie-eenheden waardoor het niet mogelijk was om ongezien
het afgezette gebied te verlaten. […]
Ik ben naar parkeerplaats twee gelopen waar de zwarte personenauto geparkeerd zou moeten staan. Ik liep de parkeerplaats op en hoorde de collega in de Zulu zeggen dat er een collega op de grond vlakbij de zwarte personenauto stond. […] In het tweede parkeervak, gezien vanaf de Klaarwaterweg, stond een zwarte BMW drie serie geparkeerd met de neus in de richting van de Haverweerd. Ik zag dat de kentekenplaat op de kofferbak was afgeplakt met zwarte tape. Ik voelde dat de zwarte personenauto aan de achterzijde warmte uitstraalde. […]
Ik hoorde de collage in de Zulu zeggen dat de drie personen uit de zwarte BMW
waren wegrent van parkeerplaats twee naar parkeerplaats één en langs de bossages op
parkeerplaats één waren verdwenen. Ik hoorde de collega in de Zulu zeggen dat de drie
personen waren verdwenen achter een witte bouwkeet wat aldaar tegen de bossage en in
een parkeervak stond geparkeerd. [110] Ik heb samen met meerdere collegae het gebied achter de bouwkeet hermetisch afgesloten. […] Ik hoorde de collega in de Zulu zeggen dat zij de drie personen had zien verdwijnen achter de bouwkeet en hierop direct de camera van de helikopter had uit gezoomd. Ik hoorde de collega in de Zulu zeggen dat zij geen personen uit gebied drie had zien komen en dat zij zich hier ergens moesten bevinden. […]
Omstreeks 05:15 uur, stond ik op parkeerplaats één bij de bouwkeet waar de drie personen voor het laatst gezien waren. Ik liep naar de rechterzijde van de bouwkeet en zag op schouderhoogte twee ijzeren raamluifels die dicht zaten met een schuifpin. Ik heb hierop mijn Leathermann gepakt en doormiddel van de punt van mijn mes de schuifpin omhoog geduwd. Ik zag en hoorde dat de ijzeren luifel loskwam waarna ik deze kon openen. Achter de twee luifels zag ik twee schuiframen. Ik zag dat beide schuiframen beslagen waren met vocht. Ik zag dat er druppels vocht aan de binnenzijde van het raam zaten. [111] […]
Ik hoorde een bonkend geluid, komende uit de bouwkeet. Dit klonk als een doffe klap, alsof er iemand iets liet vallen. Ik drukte hierop de urgentieknop van mijn portofoon in om aan het Operationeel Centrum door te geven dat ik gebonk hoorde, komende uit de bouwkeet. Ik zag dat mijn collegae rechts en collega [verbalisant 20] ook op het geluid reageerde. Hierop riep ik, met meerdere collegae 'politie, maak je bekend en kom eruit!'. Ik liep naar de rechterzijde van de bouwkeet en zag dat het raam was opengeschoven. Ik zag twee personen staan in de bouwkeet. Ik zag collega [verbalisant 20] naar de achterzijde van de bouwkeet was gegaan. Ik zag dat de deur aan de achterzijde van de bouwkeet werd geopend door de personen die binnen zaten. Ik zag dat deze één voor één naar buitenkwamen met hun handen op hun hoofd. Ik zag dat meerdere collegae bij ons hadden gevoegd en de verdachte apart namen en de
transportboeien aanlegde. Ik zag dat er drie verdachte uit de bouwkeet kwamen, waarna
deze zijn overgebracht naar drie verschillende politiebureaus.’ [112]
Door verdachte is verklaard dat hij op 20 september 2018 bij de bouwkeet is aangehouden. [113]
Op 20 september 2018 omstreeks 05.28 uur is op de locatie Haverweerd, Soest, verdachte [medeverdachte 2] aangehouden. [114]
Op 20 september 2018 omstreeks 05.30 uur stonden verbalisanten op de Haverweerd. Verbalisant [verbalisant 21] zag dat een tweede man de opdracht kreeg van de hondengeleider om uit de bouwkeet te komen. (…) Verbalisant [verbalisant 21] heeft deze man, verdachte [medeverdachte 1] , aangehouden. [115]
[aangever 2] , bedrijfsleider bij de Albert Heijn op de [adres] te [woonplaats] , is op 20 september 2016 gehoord als aangever. Hij verklaart:
‘Ik ben als bedrijfsleider werkzaam bij de Albert Heijn. […] Op maandag 19 september 2016, omstreeks 22.30 uur heeft het personeel het filiaal aan de Tamboerijn afgesloten en alles in goede orde achtergelaten. Op dinsdag 20 september 2016, omstreeks 04.00 uur kreeg ik een alarmmelding vanuit ons filiaal. Toen ik ter plaatse ging kijken zag ik dat er een ruit aan de voorzijde van het pand was vernield. Dit betreft de ruit die het meest links gesitueerd is. Dit betreft een ruit van ongeveer 150 x 70 cm en deze is volledig vernield. Albert Heijn
BV heeft hierdoor schade geleden. Ik zag dat er in de supermarkt was getracht om de geldautomaat van de ING open te breken.’ [116]
Door de ING wordt namens [verbalisant 5] aangifte gedaan. [117] De gelduitgiftemodule van de kluis is afgebroken en het slot van de voorzetdeur van de kluis is krom. [118] Er is een raam van ongeveer 2 meter bij 1 meter ingeslagen. [119] De totale schade is 6.393,49 euro. [120]
Op 30 september 2016 bekeek verbalisant [verbalisant 22] de door de Albert Heijn afgegeven camerabeelden. Zij verklaart hierover:
Ik zie twee in het donker geklede personen de Albert Heijn via het kapotgeslagen raamkozijn naar binnen klimmen. […]
NN1, normaal tot stevig postuur, zwart regenpak voorzien van een reflecterende band rondom borsthoogte op de jas en reflecterende band rondom op kuithoogte op de broek, zwarte bivakmuts, zwarte handschoenen, zwarte schoenen met een witte schoenzool.
NN2, normaal tot stevig postuur, zwart regenpak voorzien van een reflecterende band rondom borsthoogte op de jas en reflecterende band rondom op kuithoogte op de broek, zwarte bivakmuts voorzien van drie gaten, zwarte handschoenen, zwarte schoenen. [121] […]
Ik zie dat NN1 het snoer uitlegt op de grond. Ik zie dat NN1 vervolgens weer richting de ING automaat loopt. Ik zie dat NN2 iets uit de grijze vuilniszak haalt en ook richting de ING automaat loopt. Vervolgens zijn beide personen even uit beeld. Dan komen beide personen weer inbeeld. [122]
Op 20 september 2016 is door verbalisanten [verbalisant 24] en [verbalisant 25] , forensisch onderzoekers, een onderzoek naar sporen verricht. Zij verklaren daarover:
Op dinsdag 20 september 2017 […] kregen wij, verbalisanten, het verzoek om een zwarte BMW te onderzoeken. Deze BMW was eerder die nacht gebruikt bij een plofkraak in Soest. [123] […]
Wij verbalisanten zagen dat het ging om een zwarte BMW 3 serie ging. Wij, zagen dat beide
kentekenplaten ( [kenteken] ) middels zwarte (duck)tape waren afgeplakt. Wij zagen dat de letters en de cijfers op het kenteken waren geplaatst. Deze waren niet in de plaat gedrukt.
[…] Wij zagen dat er achter de bijrijdersstoel op de achterbank twee gasflessen lagen. […]
Wij zagen dat er om de gasflessen een grijze gestippelde deken zat. Wij zagen dat deze gasflessen middels zwarte tape aan elkaar vastgemaakt waren en dat deze in een deken waren ingerold. Wij zagen dat het hier ging om twee gasflessen met in de grijze fles zuurstof en in de rode fles Acetyleen. […] Aan de kop van de gasflessen zagen wij twee slangen (lans) zitten in de kleuren rood en blauw. Tevens zagen wij twee regelaars aan de slang vast zaten […] Gezamenlijk hebben wij, verbalisanten, de sporttas uit de kofferbak gepakt en veiliggesteld. Wij zagen dat er een vuisthamer, een rol tape, een grote hamer, breekijzer, twee schroevendraaiers, betonschaar, ontstekers met draad en fles ammoniak lagen. [124] […]
Bij nader onderzoek bleek dat deze BMW voorzien was van valse kentekenplaten met de
combinatie [kenteken] en het VIN-nummer: [VIN-nummer] . Het VIN-nummer bleek te horen bij bij het Franse kenteken [kenteken] en eerder dit jaar te zijn ontvreemd in Frankrijk.’ [125]
[aangever 3] heeft op 25 januari 2016 aangifte gedaan van diefstal van zijn personenauto.
Hij verklaart:
‘Ik ben eigenaar van een zwarte personenauto van het merk BMW type 3 serie met kenteken [kenteken] . Op zondag 24 januari 2016 omstreeks 15:00 uur heb ik mijn auto onbeschadigd en rondom afgesloten in file geparkeerd op de Stoomtramweg ter hoogte van nummer 106 te Rotterdam. Op zondag 24 januari 2016 omstreeks 23:00 uur stond ik op het balkon van Stoomtramweg 106 te Rotterdam. Toen zag ik tot mijn grote schrik en verbazing dat mijn BMW met kenteken [kenteken] ineens voorbij kwam rijden.’ [126]
Op de [adres] te [vestigingsplaats] bevinden zich meerdere loodsen die worden verhuurd. Eén van deze loodsen werd gehuurd door en was in gebruik bij de verdachten van onderzoek 032Smit. [127] […] Ter observatie van de loods werden er twee camera’s geplaatst. De eerste camera werd op 21 mei 2016 geplaatst en stond gericht op het toegangshek van het terrein. De tweede camera werd op 17 juni 2016 geplaatst en stond gericht op de loods deur van de loods die in gebruik was bij de verdachten. [128]
Door verbalisant [verbalisant 23] worden de beelden van de loods in [vestigingsplaats] op de [adres] te [vestigingsplaats] uitgekeken. Zij verklaart:

Bevindingen woensdag 8 juni 2016:
Ik zag op de camerabeelden dat omstreeks 00:47 uur de loods deur open ging en er een voertuig richting het hek kwam rijden. Ik zag dat het voertuig een BMW was met het kenteken [kenteken] .
Ik zag dat deze BMW omstreeks 01:00 uur weer terug kwam bij het hek en het terrein opreed. Ik zag dat de bestuurder uitstapte en naar het hek liep om het hek te openen. Ik zag dat de bestuurder [E] was. Ik zag dat de BMW opvallende meerspaaks velgen
Ik zag omstreeks 02:07 uur dat de BMW uit de loods reed. Ik zag dat een man het hek opende. Deze man stapte als bijrijder in de BMW. [130]
Bevindingen donderdag 9 juni 2016:
Op de camerabeelden van het toegangshek op donderdag 9 juni 2016 zag ik omstreeks 15:57 uur een BMW met kenteken [kenteken] aankomen. Ik zag omstreeks 16:06 uur een VW Polo met kenteken [kenteken] uit de loods komen. De aankomst van de VW Polo heb ik niet waargenomen. Ik zag dat [E] het hek opende. Ik zag dat [E] als bijrijder instapte. [131]
Bevindingen vrijdag 10 juni 2016:
Ik zag op de camerabeelden dat omstreeks 00:13 uur een BMW met kenteken [kenteken] en een Audi met kenteken [kenteken] wegreden.’ [132]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, vast dat er op 20 september 2016 omstreeks 03:19 uur sprake is geweest van een poging plofkraak op de geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Na de alarmmelding kreeg de politiehelikopter zicht op het pand en zag daar een personenauto geparkeerd staan. Vervolgens wordt waargenomen dat twee personen uit het pand klimmen en met een derde persoon in de auto wegrijden. De politiehelikopter blijft zicht houden op het voertuig en ziet dat het wordt geparkeerd en dat er drie personen uit het voertuig weglopen. De personen verdwijnen achter een witte bouwkeet en de straten worden vervolgens hermetisch afgezet door de politie. Nadat de verbalisanten uit de bouwkeet een bonkend geluid horen, komen er drie personen uit de bouwkeet tevoorschijn, waaronder verdachte.
Gelet op bovengenoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte degene is geweest die samen met de medeverdachten zich schuldig heeft gemaakt aan een poging plofkraak op de geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Gelet op zowel de waarnemingen van de verbalisanten in de politiehelikopter als de waarnemingen op de grond kan het niet anders zijn dan dat de bij de bouwkeet aangehouden verdachten de drie personen zijn die de poging plofkraak hebben gepleegd.
Heling (feit 4)
De rechtbank stelt, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, vast dat er vanuit de politiehelikopter gezien is dat op 20 september 2016 de verdachten vanuit de Albert Heijn te Soest wegvluchten in een personenauto. De verbalisanten op de grond treffen het voertuig aan, een BMW, en nemen waar dat de kentekenplaten afgeplakt zijn. Uit onderzoek volgt dat op de achterbank gasflessen, waarvan een fles zuurstof en een fles acetyleen in een deken, lagen. Het voertuig blijkt voorzien te zijn van het valse kenteken [kenteken] . Het voertuig blijkt op 24 januari 2016 gestolen te zijn in Rotterdam. Het originele kenteken van de auto is [kenteken] . Deze auto is op 8, 9 en 10 juni 2016 gezien bij de loods in Kerkdriel.
Verdachte is in aanwezigheid van medeverdachten bij deze loods gezien. Kennelijk heeft verdachte de BMW via de loods in Kerkdriel voorhanden gekregen. Deze loods is geen reguliere autogarage, maar een plaats waar door de politie meerdere gestolen voertuigen worden waargenomen.
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte en zijn mededaders zich schuldig hebben gemaakt aan opzetheling van dit voertuig.
Partiële vrijspraak vuurwapen
In de BMW met origineel kenteken [kenteken] is een vuurwapen aangetroffen, onder de zitting van de bestuurdersstoel. Het dossier biedt onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van dat vuurwapen. Dat verdachte na de plofkraak in deze auto heeft gezeten, is onvoldoende hiervoor. Het vorenstaande brengt met zich dat de rechtbank verdachte hiervan partieel zal vrijspreken.
4.3.5.
Criminele organisatie (feit 5)
4.3.5.1. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken voor de deelname aan de criminele organisatie. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat het geheel van zeven personen geen crimineel samenwerkingsverband is. Er is onvoldoende overtuigend bewijs dat het crimineel samenwerkingsverband bestond uit deze zeven personen. De raadsman heeft het formele verweer gevoerd, inhoudende dat het Openbaar Ministerie geen uitsplitsing heeft gemaakt in de twee verschillende dadergroepen die benoemd worden. Hoewel de uitleg van de tenlastelegging uiteindelijk is voorbehouden aan de feitenrechter en de rechtbank de tenlastelegging zo zou kunnen uitleggen dat het criminele samenwerkingsverband uitsluitend betrekking heeft op de dadergroep bestaande uit [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] , is de verdediging van mening dat er aldus sprake is van grondslagverlating. Dat is in strijd met artikel 6 van het EVRM. De getapte gesprekken wijzen niet op een intensief contact waaruit de deelname aan criminele activiteiten en/of de deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband voor 6 juli kan worden afgeleid. De verdediging is van mening dat op grond van de bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat verdachte, ook niet in de vorm van voorwaardelijk opzet, wetenschap had van het bestaan van de criminele organisatie en dat die organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Er is geen PGP bij verdachte aangetroffen, uit het ‘versluierde taalgebruik’ kan geen wetenschap worden aangetroffen en ook de enkele vaststelling dat verdachte op 6 juli 2016 bij de loods in Kerkdriel is geweest, is onvoldoende om daaruit af te leiden dat verdachte wetenschap had van het bestaan van de criminele organisatie. Het dossier bevat overigens geen enkel aanknopingspunt waaruit het plegen van voertuigdiefstallen kan worden afgeleid. Verder geldt dat uit het enkele (medeplegen) van een of meerdere plofkraken niet ook zonder meer de betrokkenheid bij een criminele organisatie gericht op het plegen van (lans- en) plofkraken kan worden afgeleid. Het enkele gegeven dat sprake is van een samenwerking tussen meerdere daders is volgens de rechtbank Noord-Holland onvoldoende redengevend voor de vaststelling dat sprake is van de deelname criminele organisatie. Daartoe is meer vereist. Dat meer ontbreekt zodat vrijspraak dient te volgen.
4.3.5.2. Het oordeel van de rechtbank
Tekst tenlastelegging
De tekst van de tenlastelegging laat in het midden of verdachte met twee dan wel met meerdere verdachten een criminele organisatie zou hebben gevormd. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat beide opties door zowel de officier van justitie als de verdediging zijn onderkend. Van strijd met artikel 6 van het EVRM is dan geen sprake.
Beelden Kerkdriel
In het kader van onderzoek 032Smit werden ter observatie van de loods aan de Lange Weistraat in Kerkdriel twee camera’s geplaatst. De eerste camera werd op 21 mei 2016 geplaatst en stond gericht op het toegangshek van het terrein. De tweede camera werd op 17 juni 2016 geplaatst en stond gericht op de loods deur van de loods die in gebruik was bij de verdachten (derde deur). [133]
Verbalisant [verbalisant 23] heeft de beelden van Kerkdriel van uitgekeken en hij verklaart daarover als volgt:
‘6 juli 2016
Ik zag op de camerabeelden van de loods dat omstreeks 14:49 uur een VW Transporter met kenteken [kenteken] op het terrein bij de loods deur kwam. De tenaamgestelde van de VW Transporter is [verdachte] . […] Ik zag dat twee mannen bij de loods deur bezig waren om de loods deur te openen. Ik zag dat de mannen dit probeerden met een langwerpig voorwerp gelijkend op een breekijzer. Ik herken de man met het witte T-shirt als [verdachte] . [134]
Omstreeks 14:54 uur zag ik de VW Transporter weer wegrijden van het terrein. Het was [verdachte] en de voor mij onbekende man niet gelukt om de loods deur te openen.
Omstreeks 18:36 uur zag ik op de camerabeelden van de loods dat de VW Transporter met
kenteken [kenteken] weer terug komt bij de loods. Ik zag dat de loods deur open ging. Ik zag dat de VW achteruit de loods in reed. Ik zag dat de VW Transporter bij het achteruit rijden met de linker achterzijde tegen de rechter zijde van de loods deur reed. Ik zag dat door deze botsing de VW Transporter heen en weer ging. [135]
Ik zag dat omstreeks 18:43 uur de VW Transporter en een Audi A3 met kenteken [kenteken] uit de loods reden. Ik zag dat de Audi A3 opvallende velgen had. [136]
Ik zag op de camerabeelden van het toegangshek dat nadat de VW Transporter was weg gereden, de Audi A3 bij de loods deur bleef staan. Ik zag dat de loods deur meerdere malen omhoog en omlaag ging. Ik zag dat de VW Transporter weer terug kwam en dat [verdachte] en de voor mij onbekende man de loods deur handmatig dicht deden. Omstreeks 18:49 uur zag ik op de camerabeelden dat de VW Transporter en de Audi A3 weg reden.’ [137]
Verbalisant [verbalisant 26] heeft de camerabeelden van de loods in Kerkdriel bekeken en hij verklaart daarover als volgt:
‘Op de opgenomen camerabeelden bij de loods in Kerkdriel zie ik, verbalisant, dat op woensdag 6 juli 2016 om 14:52:16 uur een donkerkleurige bestelbus en twee manspersonen.
De manspersoon met het witte T-shirt herken ik als verdachte [verdachte] […], welke ik op woensdag 21 september 2016 in zijn cel heb gesproken. Ik herken verdachte [verdachte] aan zijn gezicht en aan zijn lichaamsbouw met opvallend dunne benen. De manspersoon met de grijskleurige trui herken ik als verdachte [medeverdachte 2] […], welke ik op woensdag 21 september 2016 heb gehoord. Ik herken verdachte [medeverdachte 2] aan zijn gezicht en lichaamsbouw.’ [138]
Verbalisant Van Os verklaart over de tapgesprekken als volgt.
‘Op 6 juli 2016 is op camerabeelden te zien dat [verdachte] en [medeverdachte 2] bij de loods komen aan de Lange Weistraat in Kerkdriel. […]
Aangezien er diverse telefoontaps liepen gedurende deze periode heb ik gekeken welke relevante informatie uit de tapgesprekken komt rondom 6 juli 2016. Hieruit bleek dat:
  • [E] , [F] , [G] , [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de dagen rondom 6 juli 2016 regelmatig contact met elkaar hebben en elkaar ontmoeten. Dit betreft 4 juli 2016 tot en met 8 juli 2016.
  • [F] op 4 juli 2016 om 18.48 uur een berichtje krijgt van [verdachte] dat [medeverdachte 1] rare verhalen vertelt. Vermoedelijk gaat [F] daarna naar [verdachte] toe.
  • Er veel heimelijk wordt gesproken. Het gaat dan over 'dingen', 'die jongen' en 'we hebben het er zo wel over'.
  • [medeverdachte 2] rondom 6 juli 2016 vaak met [F] wil spreken en vaak onverwacht voor de deur staat. […]
  • [F] op 6 juli 2016 om15.37 uur spreekt met [medeverdachte 1] en vraagt wat [medeverdachte 1] gedaan heeft. Hierop zegt [medeverdachte 1] dat hij niet stil heeft gezeten.
  • [F] belt op 6 juli 2016 om 17.45 uur naar [H] en vraagt het nummer van de vriendin van [medeverdachte 1] . Hij heeft 'spek' nodig en het is belangrijk.
  • [F] belt op 6 juli 2016 om 17.51 uur met [medeverdachte 1] dat 'de grote kanker is uitgebroken. Jouw zwager is echt een kanker hypocriet pik'. [medeverdachte 1] komt gelijk naar [F] toe.
  • [F] op 6 juli 2016 om 16.33 uur gebeld wordt door [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] wil weten waar ze afspreken.
  • 7 juli 2016 heeft [F] contact met [E] en [medeverdachte 2] over dingen die ze bij elkaar moeten afgeven.’
Bewijsoverweging
Aan verdachte is onder feit 5 tenlastegelegd dat hij zich in de periode van 1 maart 2016 tot en met 20 september 2016 schuldig heeft gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie, die tot oogmerk had het plegen van verschillende soorten misdrijven, zoals opgesomd in de tenlastelegging. Naast bovenstaand overzicht van videobeelden en tapgesprekken, verwijst de rechtbank naar de bewijsmiddelen ter zake de bewezenverklaarde (pogingen) plofkraken in dit vonnis.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie gericht op, kort gezegd, het plegen van plofkraken op ING-automaten in filialen van Albert Heijn. De complexiteit van deze kraken vergt een sterke mate van planning, voorbereiding en organisatie. Het samenwerkingsverband tussen verdachte en zijn medeverdachten heeft een zekere duurzaamheid en structuur gekend. Verdachte heeft, samen met medeverdachte [medeverdachte 2] , zoals uit de bewijsmiddelen blijkt, op 6 juli 2016 een auto opgehaald te Kerkdriel. Rond die datum hebben diverse medeverdachten vervolgens intensief (telefonisch) contact. Verdachte komt op 6 juli 2016 (letterlijk) voor het eerst in beeld (te Kerkdriel). De rechtbank zal deze datum als aanvangsdatum nemen voor de bewezenverklaring van deelname aan een criminele organisatie. Het aandeel van verdachte blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit het volgende. Uit de bewezenverklaring volgt dat verdachte betrokken is geweest bij een plofkraak en twee pogingen tot plofkraken gepleegd op respectievelijk 1, 13 en 20 september 2016.
Op 20 september 2016 wordt verdachte aangehouden. De rechtbank stelt vast dat verdachte in de criminele organisatie heeft geopereerd in de periode van 6 juli 2016 tot en met 20 september 2016. De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij van de eerdere periode die ten laste is gelegd wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte voor deze periode al heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
Ten aanzien van parketnummer 16/652287-16
4.4.
Bedrijfsinbraak Lopik
4.4.1.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich ten aanzien van dit feit aan het oordeel van uw rechtbank.
4.4.2.
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [140]
Getuige [getuige 3] heeft op 27 april 2016 een verklaring afgelegd. Hij verklaart als volgt.
‘Ik ben gisterenavond, dinsdag 26 april 2016, omstreeks 22:19 uur, getuige geweest van een vermoedelijke diefstal door middel van braak in een bedrijf. Dit heb ik opgenomen middels een camera en ik kan u daarover het volgende verklaren. Ik ben werkzaam voor het bedrijf [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats] in de gemeente Lopik. […] Op vermelde dag, datum en tijdstip bevond ik mij in mijn woning en controleerde ik de werking van de camera. [141] […] Op enig moment werd mijn aandacht getrokken door bewegend beeld, waarbij ik licht zag
schijnen en personen zag lopen. Direct daaropvolgend zag ik een auto achteruit rijden het terrein op. […] Ik zag bij de auto twee personen lopen, waarvan één het hekwerk sloot nadat de Golf het terrein op was. Nadat de Golf tot stilstand werd gebracht zag ik nog twee personen verschijnen. Uiteindelijk zag ik dat zij alle vier via de brandtrap de achterzijde van het bedrijfsverzamelgebouw opklommen. Ik zag dat alle vier een bivakmuts droegen en kan dus ook niet de gezichten beschrijven. Het ging hier om vier manspersonen […]. Dit was ook het moment dat ik met de huistelefoon 1-1-2 belde. […] Met de man van de meldkamer heb ik circa een kwartier gesproken en datgene verteld wat ik allemaal op de beelden van de camera waarnam. Ik zag later ook uw collega's in beeld verschijnen. Ik zag nog dat uw collega's er eerst voorbij reden, waarop ik de man van de meldkamer vertelde dat uw collega's terug moest. Ik zag ook dat dat gebeurde en dat uw collega's - twee - door hetzelfde hekwerk als waardoor de Golf reed het terrein betraden en onderzoek verrichtten. Vervolgens heb ik die avond tot circa 23:30-23:45 uur op beeld gevolgd wat uw collega's allemaal onderzochten. Ook de brandweer zag ik op enig moment nog verschijnen. Ik zag uiteindelijk dat alle vier de personen, die het dak op waren geklommen, door uw collega's werden aangehouden.’ [142]
Verbalisanten [verbalisant 27] en [verbalisant 28] verklaren als volgt.
‘Op dinsdag 26 april 2016, omstreeks 22.15 uur, werden wij door het Operationeel Centrum gestuurd naar de 3e Industrieweg te Lopik. […] Wij kwamen vervolgens ter plaatse. […] [143]
Ik, [verbalisant 28] , hield zicht op de noodtrap die toegang heeft tot het dak, maar had geen zicht op het dak zelf. Ik zag dat er een persoon met zijn handen in de lucht richting de brandtrap kwam gelopen. Ik zag dat de man gekleed was in een zwarte jas en dat de man een licht getinte huidskleur had. Ik hoorde de man roepen: "Ik kom eraan ik geef mij over." of woorden in gelijke strekking. Ik zag achter de man een tweede man staan die zijn handen in de lucht hield. Ik zag dat de tweede persoon een zwart schoudertasje droeg en een vest met daaronder een wit gekleurd T-shirt. Ik, [verbalisant 28] , riep tegen beide personen dat ze moesten blijven staan met de handen omhoog en dat ze een voor een naar beneden moesten komen op mijn commando. Ik riep
tegen persoon een dat hij middels de trap naar beneden moest komen. Ik, [verbalisant 27] , zag dat de verdachte met de trap naar beneden ging waar ik vervolgens de verdachte aanhield en afboeide. Ik, [verbalisant 27] , heb de verdachte bij een blauwe toegangsdeur neergezet links naast de brandtrap.
Ik, [verbalisant 28] , riep tegen persoon twee dat hij naar beneden moest komen middels de brandtrap. Ik zag dat de persoon aan mijn commando voldeed. Ik zag dat er een derde man richting de brandtrap kwam gelopen. Ik zag dat deze man ouder was dan de andere eerste twee personen en dat hij grijs haar had. Ik riep tegen de derde persoon dat hij moest blijven staan en zijn handen omhoog moest doen. Ik zag dat de man bleef staan en zijn handen omhoog deed. Ik, [verbalisant 27] , heb vervolgens de verdachte aangehouden en afgeboeid en naast de eerder aangehouden verdachte werd geplaatst. Ik, [verbalisant 28] , vroeg aan de personen met hoeveel personen ze waren ik hoorde de
personen zeggen dat ze met zijn vieren waren. Ik zag dat persoon drie een wenkend gebaar maakte naar blijkbaar iemand achter hem. Ik zag dat een vierde persoon richting de brandtrap kwam gelopen. Ik zag dat de vierde persoon een camouflage joggingpak aan had. Ik riep tegen de vierde persoon dat hij moest blijven staan en zijn handen omhoog moest doen. Ik zag dat de persoon hieraan voldeed. Ik riep tegen persoon drie dat hij naar beneden moest komen. Ik zag dat de persoon naar beneden kwam. Ik, [verbalisant 27] , hield de derde verdachte aan en boeide hem. Ik, [verbalisant 27] , heb de verdachte in een opvallende politiebus geplaatst voor vervoer. Ik riep tegen persoon vier dat hij naar benden moest komen ik zag dat de persoon hieraan voldeed. […]
De verdachten bleken achteraf de volgende personalia te hebben:
Verdachte een: [medeverdachte 2]
Verdachte twee: [medeverdachte 1]
[…]
Verdachte vier: [verdachte] [144]
[…] Ik, [verbalisant 28] , ben het dak op gegaan om te kijken of er nog personen op het dak zaten en ben gaan zoeken naar mogelijke inbrekerswerktuigen. Ik zag dat er niemand meer op het dak aanwezig was. […] Ik hoorde collega [verbalisant 29] roepen dat hij een zaklamp had gevonden. Ik zag dat dit op het dak gedeelte was waar het grind lag. Ik ben vervolgens verder gaan zoeken en zag een zwarte werkhandschoen liggen. Op de plek waar ik de handschoen vond zag ik dat er een trap naar beneden was waar je op een lagergelegen dak komt. Ik zag dat er naast de trap een tweede handschoen lag. Op het lagergelegen dak zag ik verschillende stukken koper liggen. De stukken koper lagen opgevouwen bij elkaar. Ik zag dat er op het dak verschillende dakkoepels waren. Ik zag dat er bij de dakkoepels bevestigingsringen zaten met een stukje koper van enkele centimeters. Ik zag dat deze stukken waren afgeknipt. De stukken koper op het lagergelegen dak horen waarschijnlijk bevestigd te zitten aan bevestigingsringen. Ik zag namelijk dat de uiteinde van de nog bevestigde stukken en de losse stukken koper nog glinsterden er nog als pas geknipt koper uitzagen. Vermoedelijk zijn de stukken klaargelegd om mee te nemen.’ [145]
Aangever [aangever 4] heeft op 27 april 2016 als volgt verklaard.
‘Ik ben eigenaar van het pand gelegen aan de [adres] te [vestigingsplaats] . In genoemde pand zijn meerdere bedrijven gevestigd aan wie ik een ruimte verhuur. Eén van genoemde huurders heet [I] uit [woonplaats] . Ik verhuur gebouw 2 deur 7 aan [I] . [I] gebruikt genoemde ruimte als een soort garage om auto's op te knappen. Op woensdag 27 april 2016 werd ik door de politie erop geattendeerd dat men op het dak van genoemde pand had geprobeerd om een doorzichtige koepel los te maken door enkele schroefjes los te draaien. Een collega van u heeft mij een aantal foto's laten zien van genoemde koepel en de losgedraaide schroefjes. Ik ben ongeveer 1,5 maand geleden nog op het dak van genoemde pand geweest. Ik weet dat ik of niemand anders de schroefjes van genoemde koepel hebben losgedraaid. Genoemde koepel komt uit op een ruimte op de eerste verdieping van genoemde pand die ik niet verhuur. Via genoemde ruimte is het mogelijk om in een grote hal van het pand te komen.’ [146]
Op 26 april 2016 bekijkt verbalisant [verbalisant 30] de camerabeelden en verklaart als volgt hierover.
‘Naar aanleiding van een (poging) inbraak gepleegd te [vestigingsplaats] , [adres] heb ik op donderdag 28 april 2016 vanaf 09.30 uur beelden uitgekeken.
21.16
Toegangshek wordt opengeschoven waarna twee personen het terrein oplopen. Deze twee dragen een bivakmuts. Via de opening rijdt een bestuurder met een Volkswagen type Golf achteruit het terrein op.
21.17
De bestuurder stuurt naar rechts. […] De twee verdachten die lopend het terrein op waren gelopen staan tussen de rechterkant van de Volkswagen en de gevel van het pand. Een de twee trekt een capuchon over het hoofd. Deze verdachte heeft ook handschoenen aan.
21.17(30) De derde verdachte komt met zijn hoofd tevoorschijn aan de achterzijde van de Volkswagen. Het is net of hij vanuit gebukte positie opstaat.
21.17(35) De vierde verdachte komt links het beeld in lopen vanaf de linkerzijde van de Volkswagen achterom deze auto. […]
21.17(39) De vierde verdachte loopt door naar een brandladder die tegen de gevel is gemonteerd. […]
21.18(28) Deze verdachte klimt naar boven. […] Verder draagt hij een bivakmuts.
21.18(20) De verdachte die als tweede naar boven gaat heeft het volgende signalement: Er steekt iets uit zijn rechterkontzak, of het een rechthoekig logo. Hij heeft een capuchon op. Hij draagt donkere sportschoenen van het merk Adidas. Hij draagt een bivakmuts.
21.18(36) De verdachte die als derde naar boven gaat draagt eveneens een bivakmuts. […] [147]
21.18(46) De vierde verdachte gaat naar boven. Heeft eveneens een bivakmuts op, donkere handschoenen. [148]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, vast dat op camerabeelden, welke live werden gekeken door getuige [getuige 3] en later door een verbalisant zijn uitgekeken, te zien is dat op 26 april 2016 vier mannen het dak van het bedrijfspand aan de [adres] te [vestigingsplaats] op klimmen via de brandtrap. Deze vier mannen droegen allemaal bivakmutsen. De getuige heeft de politie gebeld, welke ter plaatse is gekomen. De politie heeft vier mannen aangehouden, die van het dak afkwamen. De getuige zag dit via camerabeelden en kon bevestigen dat de vier die aangehouden waren, ook de vier waren die het dak op waren geklommen. Aangever [aangever 4] heeft verklaard dat op het dak van het pand schroefjes van een koepel waren losgedraaid, waarvan hij weet dat dit 1,5 maand ervoor niet zo was. Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij op 26 april 2016 in Lopik is aangehouden, maar hij heeft niet willen of kunnen verklaren wat hij op het dak deed.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat verdachte samen met zijn medeverdachten op 26 april 2016 het dak van het bedrijfspand aan de [adres] te [vestigingsplaats] zijn opgeklommen met, gezien de braaksporen in en aan het pand en het dragen van bivakmutsen, het kennelijke doel te gaan inbreken. De verdachten zijn echter tijdens de uitvoering gestoord in hun plannen. De rechtbank is op grond van vorenstaande van oordeel dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de vier verdachten. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden op de wijze als hierna onder bewezenverklaring is vermeld.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 16/660164-16
feit 1: plofkraak [vestigingsplaats]
op 1 september 2016 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door met behulp van een voorwerp de voorzetdeur van een geldautomaat van de ING Bank in de Albert Heijn aan de [adres] , te forceren en vervolgens in de kluisruimte van die geldautomaat een explosief gasmengsel tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en de goederen in dat gebouw te duchten was;
en
op 1 september 2016 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat van de ING Bank in de Albert Heijn aan [adres] , een geldbedrag van in totaal 39.640,00 euro, toebehorende aan ING Bank N.V., heeft weggenomen en zich daarbij de toegang tot die geldautomaat en dat geld heeft verschaft en dat geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2: poging plofkraak [vestigingsplaats]
op 13 september 2016 te [vestigingsplaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat van de ING in de Albert Heijn aan de [adres] weg
te nemen een hoeveelheid geld, geheel toebehorende aan ING Bank N.V., en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die hoeveelheid geld onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededaders,
- de ruit van de toegangsdeur van voornoemde Albert Heijn
heeft ingeslagen en
- vervolgens die Albert Heijn is ingeklommen en binnen gegaan en
- vervolgens met een hard voorwerp, het voorzetdeurtje van die geldautomaat heeft opengebroken en vervolgens de shutter/gelduitgifteklep heeft afgebroken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
en
op 13 september 2016 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met anderen ter voorbereiding van het misdrijf van artikel 157 Wetboek van Strafrecht namelijk: het op 13 september 2016 opzettelijk een ontploffing teweeg brengen in een geldautomaat van de ING-bank te [vestigingsplaats] in de Albert Heijn aan de [adres] terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en de goederen in dat gebouw te duchten was opzettelijk tezamen en in vereniging met anderen
- één of meer gasflessen en bijbehorende gasslangen en
- regenpakken met fluorescerende strepen en
- bivakmutsen
bestemd tot het begaan van dat misdrijf voorhanden heeft gehad;
feit 3: poging plofkraak [vestigingsplaats]
op 20 september 2016 te Soest ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat van de ING in de Albert Heijn aan de [adres] weg te nemen een hoeveelheid geld, toebehorende aan ING Bank N.V., en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die hoeveelheid geld onder hun bereik te brengen door middel van braak met een of meer van zijn mededaders,
- de ruit aan de voorzijde van voornoemde Albert Heijn heeft ingeslagen en vervolgens die Albert Heijn is ingeklommen en binnen gegaan en vervolgens het voorzetdeurtje van die geldautomaat heeft opengebroken en vervolgens de gelduitgifteklep heeft afgebroken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
en
op 20 september 2016 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met anderen ter voorbereiding van het misdrijf van artikel 157 Wetboek van Strafrecht namelijk: het op of omstreeks 20 september 2016 opzettelijk een ontploffing teweeg brengen in een geldautomaat van de ING-bank te Soest in de Albert Heijn aan de [adres] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat geldautomaat en het gebouw waarin dat geldautomaat zich bevond en de goederen in dat gebouw, te duchten was, opzettelijk tezamen en in vereniging met anderen
- een BMW met kenteken [kenteken] en twee aan elkaar bevestigde gasflessen met opschrift ‘Zuurstof en ‘Acyteleen’ en twee aan die gasflessen bevestigde gasslangen en/of gasaansluitingen en gasdrukleiding(en) en
- door middel van tape afgeplakte regenpakken met fluorescerende strepen en - bivakmutsen en
- elektra tape en
- ( onder)handschoenen en
-een bouwkeet,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
feit 4: heling BMW [kenteken]
op 20 september 2016 te Soest, tezamen en in vereniging met anderen, een personenauto, merk BMW, type 3 serie origineel kenteken: [kenteken] en chassisnummer [chassisnummer] en vals kenteken [kenteken] voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde auto wisten, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 5: criminele organisatie
in de periode van 6 juli 2016 tot en met 20 september 2016 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten
- het tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk teweegbrengen van ontploffingen en plegen van diefstal door middel van braak plofkraken (op ING-automaten in filialen van Albert Heijn);
feit 6: heling Audi A4 [kenteken]
in de periode van 1 september 2016 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met anderen, een personenauto, merk Audi, type A4 origineel kenteken: [kenteken] en chassisnummer [chassisnummer] en vals kenteken [kenteken] voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde auto wisten, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Ten aanzien van parketnummer 16/652287-16
op 26 april 2016 te [vestigingsplaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand gelegen aan de [adres] weg te nemen goederen en/of geld, toebehorende aan [aangever 4] en/of [I] , tezamen en in vereniging met anderen, als volgt heeft gehandeld:
zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en zijn mededaders
- met inbrekerswerktuig en met gezichtsbedekkende kleding en handschoenen op/aan
- op het dak van dat bedrijfspand geklommen en
- vervolgens één of meer schroeven van de koepel op het dak van dat bedrijfspand los geschroefd/gedraaid.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1: medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
en
medeplegen van diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Ten aanzien van feit 2 en 3: telkens:
voorbereiding van medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
en
poging tot medeplegen van diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Ten aanzien van feit 4 en 6: telkens: medeplegen van opzetheling
Ten aanzien van feit 5: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
Ten aanzien van parketnummer 16/652287-16:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar, met aftrek van voorarrest.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de schorsing van voorlopige hechtenis bij vonnis met onmiddellijke ingang wordt opgeheven.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. De eis van de officier van justitie is gebaseerd op een nieuwe richtlijn, terwijl de gevaarzetting in onderhavige zaak gerelativeerd moet worden doordat er geen winkelruiten naar buiten zijn geblazen, giftige gassen vrijgekomen, gevaar was voor achtergebleven explosieven, of noodzaak om omwonenden te ontruimen. De raadsman meent dat er voldoende aanknopingspunten zijn om af te wijken van de eis en vraagt om uit te gaan van de LOVS-richtlijnen voor een ramkraak en heling. Daarnaast acht de verdediging dat een aparte strafoplegging voor de criminele organisatie niet aangewezen is en is van mening dat een straf gelijk aan de periode in voorarrest volstaat. Mocht de rechtbank komen tot een bewezenverklaring van de feiten waarvoor vrijspraak is bepleit, dan zou een fors voorwaardelijk deel in combinatie met een taakstraf opgelegd kunnen worden gelet op dat verdachte zijn leven volledig op de rit heeft, de reclassering positief over hem is en zijn gezin hem nodig heeft.
Ten aanzien van de voorlopige hechtenis heeft de raadsman verzocht om het verzoek van de officier van justitie af te wijzen. Verdachte heeft geen strafbare feiten gepleegd tijdens zijn schorsing en heeft daarnaast een lopend bedrijf en een gezin. Mocht er een hogere straf worden opgelegd dan het reeds ondergane voorarrest dan zou verdachte in aanmerking komen voor een zelfmeldprocedure, waardoor hij in een normaal regime terecht komt in de penitentiaire inrichting. Indien de geschorste voorlopige hechtenis wordt opgeheven bij vonnis, dan komt verdachte de eerste maanden in het zwaardere regime, namelijk het huis van bewaring, wat niet wenselijk is.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een plofkraak in Nuland en twee pogingen daartoe in Weesp en Soest, en opzetheling van meerdere voertuigen. In Weesp en Soest bleef het weliswaar tot een poging en is er geen geld ontvreemd, maar deze omstandigheid maakt het gedrag van verdachte en zijn mededaders echter niet minder laakbaar. Door de plofkraken van de geldautomaten is grote schade ontstaan aan de automaten zelf en de inboedel van de winkel waarin deze automaat zich bevond. Het behoeft geen nadere uitleg dat een kraak in de voor de nachtrust bestemde uren, zeer veel onrust veroorzaakt voor omwonenden en andere gedupeerden. In Nuland is een groot geldbedrag buit gemaakt, wat laat zien dat verdachte slechts oog heeft gehad voor zijn eigen financiële positie. Bij deze kraken werd gebruik gemaakt van gestolen voertuigen met valse kentekenplaten.
De rechtbank houdt bij de straftoemeting rekening met de zeer professionele wijze waarop de kraken op grote schaal zijn voorbereid en gepleegd. Bij de kraken werden, om herkenning en het achter laten van sporen te voorkomen, regenpakken, bivakmutsen en handschoenen gedragen. De kraken werden binnen enkele minuten gepleegd waarbij sprake was van een doelgerichte samenwerking. Verdachte heeft in deze organisatie een rol gehad voor een periode, wat de rechtbank in strafverzwarende zin meeweegt. De professionaliteit, maar ook de brutaliteit die bij het plegen van dit soort feiten komt kijken, rekent de rechtbank de verdachte zeer aan.
Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan een poging tot bedrijfsinbraak, waarbij hij met dezelfde medeverdachten als bij de hiervoor beschreven feiten, met bivakmutsen het dak van een bedrijf is opgeklommen. Hoewel de heterdaadsituatie op camerabeelden is vastgelegd en verdachte ter plaatse is aangehouden, heeft verdachte geen verklaring voor zijn handelen kunnen of willen geven.
De persoon van de verdachte
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 oktober 2018, waaruit blijkt dat verdachte nagenoeg, afgezien van onderhavige feiten, niet met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De straf
De rechtbank heeft gelet op de hoogte van de straffen die doorgaans voor dit soort delicten, gepleegd in georganiseerd crimineel verband, worden opgelegd en zal om die reden afwijken van de eis van de officier van justitie. Uit de jurisprudentie volgt dat als uitgangspunt geldt dat voor een voltooide plofkraak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee tot drie jaar wordt opgelegd. De rechtbank houdt daarnaast rekening met artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is.
De redelijke termijn is aangevangen op de dag dat de verdachte in verzekering is gesteld, te weten op 20 september 2016. Het vonnis is uitgesproken op 20 december 2018. De procedure heeft in haar geheel beschouwd iets meer dan twee jaren geduurd. De rechtbank is van oordeel dat in deze fase geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, doordat de duur van de behandeling rechtvaardiging vindt in het zeer omvangrijke en complexe onderzoek en de door de verdediging ingediende onderzoekswensen.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is met ingang van 13 juli 2017 geschorst. De onderliggende overwegingen hiertoe waren dat verdachte destijds geruime tijd in voorlopige hechtenis verbleef en de inhoudelijke behandeling pas in de loop van 2018 aan de orde zou zijn. Aan verdachte wordt nu een langere gevangenisstraf opgelegd dan zijn reeds ondergane voorarrest. Bij de beoordeling of de schorsing van zijn voorlopige hechtenis in dit geval moet worden opgeheven, dient de rechtbank de belangen van de samenleving en de veroordeelde af te wegen en na te gaan of deze opheffing geboden is. In dit geval wegen voor de rechtbank de strafvorderlijke belangen dat de voorlopige hechtenis weer komt te herleven zwaarder dan de persoonlijke belangen van de verdachte, met name gelet op de ernst van het bewezenverklaarde – zoals hiervoor toegelicht – en de gevangenisstraf waartoe dit heeft geleid. Dit betekent dat de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt opgeheven en de detentie van verdachte weer herleeft.

9.BENADEELDE PARTIJ

Ten aanzien van parketnummer 16/660164-16:
Vordering van de benadeelde partij dhr. [A] namens de ING Bank N.V. (feit 1 en 2):
[A] heeft zich namens de ING Bank N.V. als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert in het gehele 032Smit onderzoek een bedrag € 770.567,-. Dit bedrag is in de volgende posten uitgesplitst per verdachte: herstel locatie (bijlage 1), vervangen automaat (bijlage 2), kosten nieuwe geldautomaat (bijlage 3), de buit (bijlage 4) en de afhandelingskosten van ING (bijlage 5).
Na optelling van de opgegeven schadeposten die op verdachte zien, stelt de rechtbank vast dat de vordering van ING Bank N.V. inzake verdachte een totaal bedrag van € 69.054,46 betreft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade ten gevolge van het aan verdachte onder feit 1 en 2 ten laste gelegde.
Dit bedrag bestaat uit € 4.806,46 voor herstel locatie, € 21.368,- voor de kosten van een nieuwe geldautomaat, € 39.640,- voor de buit en € 3.240,- aan afhandelingskosten van ING.
9.1.
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van parketnummer 16/660164-16:
Vordering van de benadeelde partij dhr. [A] namens de ING Bank N.V. (feit 1 en 2):
De officier van justitie acht de vordering redelijk en voor toewijzing vatbaar, nu deze is onderbouwd. De officier van justitie heeft hoofdelijke toewijzing gevorderd. De officier van justitie vordert enkel en alleen de oplegging van de wettelijke rente. Nu het hier gaat om een groot concern, die voldoende mogelijkheden heeft om de schade op de verdachte te verhalen, is de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel niet op zijn plek.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van parketnummer 16/660164-16:
Vordering van de benadeelde partij dhr. [A] namens de ING Bank N.V. (feit 1 en 2):
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld om de vordering af te wijzen, gelet op de bepleite vrijspraken. Subsidiair meent de verdediging dat weliswaar voldoende aannemelijk is dat ING als gevolg van de plofkraken schade heeft geleden, maar vormt het een onevenredige belasting van het strafproces om de vordering te behandelen. De raadsman noemt de vordering niet te doorgronden doordat onder andere de bijlage niet op volgorde liggen, waardoor de vordering niet ontvankelijk verklaard dient te worden. Ten aanzien van bijlage vier van de vordering refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft zich aangesloten bij het standpunt dat de vordering niet ontvankelijk dient te worden verklaren, doordat een machtiging van dhr. [A] ontbreekt. De machtiging, die zich in het dossier bevindt, is geldig tot 24 juni 2017 terwijl de vordering in maart 2018 is ingediend.
9.3.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 16/660164-16:
Vordering van de benadeelde partij dhr. [A] namens de ING Bank N.V. (feit 1 en 2):
Ontvankelijkheid
Door dhr. [A] is namens de ING Bank N.V. op 19 juni 2017 een eerste verzoek tot schadevergoeding ingediend. Aan deze vordering zat een volmacht gehecht van de ING Bank N.V., waarop vermeld staat dat dhr. [A] namens de ING Bank N.V. gevolmachtigd is om zich te voegen als benadeelde partij in een strafproces en haar belangen waar te nemen tijdens de (terecht)zittingen en haar daarbij te vertegenwoordigen, het woord te voeren en voorts te doen hetgeen dat in dit kader nuttig of noodzakelijk voorkomt. Op 11 september 2017 heeft de rechtbank de vragen, die door twee advocaten waren ingediend over het verzoek tot schadevergoeding, gestuurd naar dhr. [A] . Hij heeft op 3 oktober 2017 de antwoorden op deze vragen ingediend. Op 6 maart 2018 heeft dhr. [A] de vordering tot schadevergoeding vervangen, dan wel aangevuld. Ter terechtzitting op 8, 15 en 17 oktober 2018 is de vordering van de benadeelde partij behandeld.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, nu een stuk ontbreekt waaruit blijkt dat dhr. [A] gemachtigd is om namens ING Bank N.V. als benadeelde partij op te treden.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit bovengenoemde omstandigheden leidt de rechtbank af dat dhr. [A] in 2017 over een geldige volmacht beschikte en de ING Bank N.V. de wens had om haar schade op de daders te verhalen. Gesteld noch gebleken is dat in 2018 de wil bij de ING Bank N.V. ontbrak om haar schade op de daders te verhalen. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat dat de ING Bank N.V. ook in 2018 de schade op de daders wilde verhalen. De aanwezigheid van dhr. [A] op de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting wijst hier ook op.
Mede gelet op de omstandigheid dat er in 2017 wel een geldige machtiging was en mede in aanmerking genomen dat het voor de hand ligt dat de voeging strookt met de wensen van de benadeelde partij en dat elke aanwijzing die in dit opzicht aanleiding zou kunnen geven tot een ander oordeel ontbreekt, staat naar het oordeel van de rechtbank het ontbreken van een nieuwe schriftelijke volmacht redelijkerwijs niet in de weg aan de ontvankelijkheid van de benadeelde partij.
Het verweer wordt verworpen. De rechtbank oordeelt dat de ING Bank N.V. dan ook ontvangen kan worden in haar vordering.
Beoordeling verzoek tot schadevergoeding
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat slechts de behandeling van een deel van de vordering van ING Bank N.V. niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De rechtbank is van oordeel dat enkel de schadepost buit, bijlage 4, voldoende onderbouwd en aannemelijk is gemaakt. De rechtbank acht verdachte aansprakelijk voor deze rechtstreekse schade.
De ING Bank N.V. heeft in een zaaksdossier ( [vestigingsplaats] ), die aan verdachte ten laste zijn gelegd, buit gevorderd. De rechtbank zal de vordering van de ING Bank N.V. toewijzen inzake [vestigingsplaats] en dit bedrag vaststellen op € 39.640,-. De vordering kan dan ook tot dat bedrag (hoofdelijk) worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 20 september 2016 tot de dag van volledige betaling. De rechtbank zal uitgaan van de datum van aanhouding voor de berekening van de wettelijke rente en niet de datum van de respectievelijke plofkraak.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren voor wat betreft de schadeposten: herstel locatie (bijlage 1), vervangen automaat (bijlage 2), kosten nieuwe geldautomaat (bijlage 3) en de afhandelingskosten van ING (bijlage 5). Op deze onderdelen is gemotiveerd verweer gevoerd door de verdediging, waardoor nader bewijs hiervoor nodig zou zijn wat een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank merkt daarnaast op dat deze schadeposten onvoldoende duidelijk en onvoldoende onderbouwd zijn, doordat niet te herleiden valt welke specifieke factuur de schadeposten ondersteunen. Daarnaast is de vordering door zijn grote omvang niet eenvoudig van aard. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank is het met de officier van justitie eens, dat de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht niet passend en geboden is. De ING Bank N.V. is een vennootschap die zeer wel voor haar eigen belangen kan opkomen, zodat reeds om die reden oplegging van de schadevergoedingsmaatregel achterwege kan blijven.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 45, 46, 47, 57, 140, 157, 311, 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Onder parketnummer 16/660164-16:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Onder parketnummer 16/652287-16:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 5 jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis;
Onder parketnummer 16/660164-16 ten aanzien van de feiten 1 en 2:
Benadeelde partij ING Bank N.V.
- wijst de vordering van de ING Bank N.V. gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 39.640,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan ING Bank N.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 september 2016 tot de dag van volledige voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart ING Bank N.V. voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. van den Boogaard, voorzitter, mrs. E.H.M. Druijf en J.G. van Ommeren, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. I. Völkers en F.H. Batavier, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 december 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 16/660164-16:
Feit 1
hij op of omstreeks 1 september 2016 te [vestigingsplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door met behulp van een breekvoorwerp (de voorzetdeur van) een geldautomaat van de ING Bank (in de Albert Heijn aan de [adres] ), te forceren en/of (vervolgens) in (de kluisruimte van) die geldautomaat een explosief gas(mengsel) te brengen en/of (vervolgens) dit gas(mengsel) aan te steken en/of in brand te steken en/of tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw waarin
die geldautomaat zich bevond en/of de goederen in dat gebouw, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was
en/of
hij op of omstreeks 1 september 2016 te [vestigingsplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat van de ING Bank (in de Albert Heijn aan de [adres] ), een grote hoeveelheid geld (te weten een geldbedrag van in totaal 39.640,00 euro], geheel of ten dele toebehorende aan ING Bank N.V., althans aan een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen en zich daarbij de toegang tot die geldautomaat en/of dat geld heeft verschaft en/of dat geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 311 Wetboek van Strafrecht
art 157 Wetboek van Strafrecht
Feit 2
hij op of omstreeks 13 september 2016 te [vestigingsplaats] , althans in Nederland, ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een geldautomaat van de ING (in de Albert Heijn aan de [adres] ) weg
te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan ING Bank N.V., in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich
daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die hoeveelheid
geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming,
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- naar voornoemde Albert Heijn is gereden en/of gelopen en/of
- de ruit van de toegangsdeur van voornoemde Albert Heijn
heeft ingeslagen en/of
- ( vervolgens) die Albert Heijn is ingeklommen en/of binnen gegaan en/of
- ( vervolgens) met een breekijzer, althans een hard (breek)voorwerp, het
(oranje) voorzetdeurtje van die geldautomaat heeft (open)gebroken en/of
(vervolgens) de shutter/gelduitgifteklep heeft afgebroken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 13 september 2016 te [vestigingsplaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het
misdrijf van artikel 157 Wetboek van Strafrecht
(namelijk: het op 13 september 2016 opzettelijk een ontploffing teweeg
brengen in een geldautomaat van de ING-bank te [vestigingsplaats] (in de Albert Heijn aan de
[adres] ), terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw
waarin die geldautomaat zich bevond en/of de goederen in dat gebouw, in elk geval
gemeen gevaar voor goederen te duchten was)
opzettelijk (tezamen en in vereniging met (een) ander(en))
- één of meer gasfles(sen) en/of bijbehorende gasslang(en) en/of
- ( door middel van tape afgeplakte) regenpakken (met fluorescerende strepen) en/of
- bivakmutsen
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd,
ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
art 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht
art 157 jo 46 Wetboek van Strafrecht
Feit 3
hij op of omstreeks 20 september 2016 te [vestigingsplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat van de ING (in de Albert Heijn aan de [adres] ) weg te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan ING Bank N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- naar voornoemde Albert Heijn is gereden en/of gelopen en/of
- de ruit aan de voorzijde (naast de toegangsdeur) van voornoemde Albert Heijn heeft ingeslagen en/of
- ( vervolgens) die Albert Heijn is ingeklommen en/of binnen gegaan en/of
- ( vervolgens) met een breekijzer, althans een hard (breek)voorwerp, het (oranje) voorzetdeurtje van die geldautomaat heeft (open)gebroken en/of (vervolgens) de shutter/gelduitgifteklep heeft afgebroken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 20 september 2016 te Soest, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het misdrijf van artikel 157 Wetboek van Strafrecht (namelijk: het op of omstreeks 20 september 2016 opzettelijk een ontploffing teweeg brengen in een geldautomaat van de ING-bank te [vestigingsplaats] (in de Albert Heijn aan de [adres] ), terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat geldautomaat en/of het gebouw waarin dat geldautomaat zich bevond en/of de goederen in dat gebouw, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was) opzettelijk (tezamen en in vereniging met (een) ander(en))
- een BMW met kenteken [kenteken] en/of
- twee (aan elkaar bevestigde) gasflessen (met opschrift ‘Zuurstof en/of ‘Acyteleen’) en/of
- twee (aan die gasflessen bevestigde) gasslangen en/of gasaansluitingen en/of
gasdrukleiding(en) en/of
- zaklampen (met daaraan een elektriciteitssnoer bevestigd), althans een (geprepareerd) ontstekingsmechanisme en/of
- een vuurwapen en/of
- ( door middel van tape afgeplakte) regenpakken (met fluorescerende strepen) en/of
- bivakmutsen en/of
- elektra tape en/of
- ( onder)handschoenen en/of
- een bouwkeet
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
art 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht
art 157 jo 46 Wetboek van Strafrecht
Feit 4
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 januari 2016 tot en met 20 september 2016 te Rotterdam en/of te Soest, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (personen) auto, merk BMW, type 3 serie (origineel kenteken: [kenteken] en/of chassisnummer [chassisnummer] en/of vals kenteken [kenteken] ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde auto wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 4l7bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Feit 5
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2016 tot en met 20 september 2016 te Utrecht en/of Nieuwegein en/of Kerkdriel, in elk geval in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten
- het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van diefstallen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming (ram- en/of trekkraken op ING-automaten in filialen van Albert Heijn) en/of
- het tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk brand stichten en/of opzettelijk teweegbrengen van ontploffingen en/of plegen van diefstal door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming (lans- en/of plofkraken op
ING-automaten in filialen van Albert Heijn) en/of
- het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van diefstallen van voertuigen en/of opzetheling van voertuigen en/of
- het tezamen en in vereniging met een of meer anderen voeren van valse kentekens als bedoeld in artikel 41 eerste lid, onder c en/of d van de Wegenverkeerswet 1994.
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Feit 6
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 mei 2016 tot en met 15
september 2016 te Zoetermeer en/of te Weesp en/of te Wijk bij Duurstede en/of te
Nuland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, een (personen)auto, merk Audi, type A4 (origineel kenteken: [kenteken]
en/of chassisnummer [chassisnummer] en/of vals kenteken [kenteken] ) heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn
mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde
auto wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Ten aanzien van parketnummer 16/652287-16:
hij op of omstreeks 26 april 2016 te Lopik, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een (bedrijfs)pand gelegen aan de [adres] ) weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] en/of [I] en/of [J] en/of [K] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- ( met inbrekerswerktuig en/of met gezichtsbedekkende kleding en/of handschoenen op/aan) naar dat (bedrijfs)pand toe gegaan en/of
- ( vervolgens) op het dak van dat (bedrijfs)pand geklommen en/of
- ( vervolgens) één of meer schroeven van de koepel op het dak van dat (bedrijfs)pand los geschroefd/gedraaid,
zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 7 april 2017, genummerd PL0900-2016318697 Z D, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De verschillende type dossiers zijn afzonderlijk genummerd en bovenaan de pagina voorzien van
2.Proces-verbaal Omschrijving Modi Operandi ter zake onderzoek 032Smit van 7 april 2017, Algemeen Dossier, p. 000020 e.v.
3.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch Dossier 3.01, p. 14 e.v.
4.Een geschrift te weten Review van rapportages van Applied DNA Services inzake toepassing van SigNature DNA Markers in geldcassettes van het NFI van 16 februari 2018.
5.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018.
6.Aangifte van [aangever 1] namens Albert Heijn te [vestigingsplaats] , 1 september 2016, Zaaksdossier
7.Aangifte van [aangever 1] namens Albert Heijn te [vestigingsplaats] , 1 september 2016, Zaaksdossier
8.Een geschrift te weten een brief van de ING van 7 december 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214015.
9.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [B] , Zaaksdossier Nuland, p. 214023.
10.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [B] , Zaaksdossier Nuland, p. 214024.
11.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [B] , Zaaksdossier Nuland, p. 214025.
12.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214070.
13.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214071.
14.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214072.
15.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214073.
16.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214074.
17.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214075.
18.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214076.
19.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214077.
20.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214078.
21.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214079.
22.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214080.
23.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214081.
24.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214082.
25.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214083.
26.Proces-verbaal uitkijken beelden, 4 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214084.
27.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , 5 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214054.
28.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , 5 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214055.
29.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 28 augustus 2017, Zaaksdossier Nuland, p. 214126.
30.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 28 augustus 2017, Zaaksdossier Nuland, p. 214127.
31.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216201.
32.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216202.
33.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216203.
34.Proces-verbaal van biologisch vooronderzoek van 23 mei 2017, Forensisch dossier 2, p. 268.
35.Proces-verbaal van biologisch vooronderzoek van 23 mei 2017, Forensisch dossier 2, p. 269.
36.Proces-verbaal van biologisch vooronderzoek van 23 mei 2017, Forensisch dossier 2, p. 270.
37.Een geschrift te weten het Rapport: DNA-onderzoek naar aanleiding van een plofkraak in Soest op 20 september 2017 van 23 februari 2017, Forensisch dossier 2 p. 328, p. 1.
38.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 1 van 34.
39.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 7 van 34.
40.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 9 van 34.
41.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 13 van 34.
42.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch dossier 3.01, p. 015.
43.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch dossier 3.01, p. 034.
44.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220585.
45.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220583.
46.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 17 september 2016, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220600.
47.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 17 september 2016, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220601.
48.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 17 september 2016, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220602.
49.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 17 september 2016, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220603.
50.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 15 mei 2017, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220618.
51.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch dossier 3.01, p. 015.
52.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch dossier 3.01, p. 026.
53.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , 3 september 2016, Zaaksdossier Nuland, p. 214037.
54.Een geschrift te weten het Rapport: Onderzoek naar biologisch sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van een gestolen voertuig in Wijk bij Duurstede op 15 september 2016 van 10 november 2016, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220608.
55.Een geschrift te weten het Rapport: Onderzoek naar biologisch sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van een gestolen voertuig in Wijk bij Duurstede op 15 september 2016 van 10 november 2016, Zaaksdossier Criminele organisatie, ordner 2, p. 220609.
56.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 20 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216296.
57.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 20 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216297.
58.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 1 van 34.
59.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 7 van 34.
60.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 9 van 34.
61.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 16 van 34.
62.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, 20 september 2016, Persoonsdossier 1.06 [verdachte] , p. 106027.
63.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, 20 september 2016, Persoonsdossier 1.06 [verdachte] , p. 106029.
64.Proces-verbaal van binnentreden in woning, 22 september 2016, Persoonsdossier 1.06 [verdachte] , p. 106034.
65.Proces-verbaal sporenonderzoek, 11 mei 2017, Forensisch dossier 3.02, p. 260.
66.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch dossier 3.01, p. 015.
67.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch dossier 3.01, p. 031.
68.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch dossier 3.01, p. 032.
69.Proces verbaal rapportage beeldvergelijking, 18 mei 2017, Forensisch dossier 3.01, p. 164, 165 en 183
70.Aangifte van [aangeefster 2] namens Albert Heijn te Weesp, 13 september 2016, Zaaksdossier Weesp, p. 215008.
71.Aangifte van [aangeefster 2] namens Albert Heijn te Weesp, 13 september 2016, Zaaksdossier
72.Een geschrift te weten een brief van de ING van 13 september 2016, Zaaksdossier Weesp, p. 215010.
73.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [verbalisant 5] , Zaaksdossier Weesp, p. 215018.
74.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [verbalisant 5] , Zaaksdossier Weesp, p. 215019.
75.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [verbalisant 5] , Zaaksdossier Weesp, p. 215020.
76.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 26 september 2016, Zaaksdossier Weesp, p. 215023.
77.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 26 september 2016, Zaaksdossier Weesp, p. 215024.
78.Proces-verbaal van 30 september 2016, Zaaksdossier Weesp, p. 215034.
79.Proces-verbaal van 30 september 2016, Zaaksdossier Weesp, p. 215035.
80.Proces-verbaal van 30 september 2016, Zaaksdossier Weesp, p. 215036.
81.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216201.
82.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216202.
83.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216203.
84.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 1 van 34.
85.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 7 van 34.
86.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 9 van 34.
87.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 13 van 34.
88.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 13 van 34.
89.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 13 van 34.
90.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216201.
91.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216202.
92.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 24 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216203.
93.Proces-verbaal van biologisch vooronderzoek van 23 mei 2017, Forensisch dossier 2, p. 268.
94.Proces-verbaal van biologisch vooronderzoek van 23 mei 2017, Forensisch dossier 2, p. 269.
95.Proces-verbaal van biologisch vooronderzoek van 23 mei 2017, Forensisch dossier 2, p. 270.
96.Een geschrift te weten het Rapport: DNA-onderzoek naar aanleiding van een plofkraak in Soest op 20 september 2017 van 23 februari 2017 p. 1.
97.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 1 van 34.
98.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 7 van 34.
99.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 9 van 34.
100.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 13 van 34.
101.Proces verbaal rapportage beeldvergelijking, 18 mei 2017, Forensisch dossier 3.01, p. 164, 165 en 183.
102.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Weesp, p. 215091.
103.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Weesp, p. 215092.
104.Een geschrift te weten de Telecom rapportage inzake plofkraak Weesp, van 23 maart 2017, Zaaksdossier Weesp, p. 215096.
105.Een geschrift te weten de Telecom rapportage inzake plofkraak Weesp, van 23 maart 2017, Zaaksdossier Weesp, p. 215097.
106.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 oktober 2018.
107.Proces-verbaal van 29 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216032.
108.Proces-verbaal van 29 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216033.
109.Proces-verbaal van 21 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216011.
110.Proces-verbaal van 21 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216012.
111.Proces-verbaal van 21 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216013.
112.Proces-verbaal van 21 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216014.
113.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 10 oktober 2018.
114.Proces-verbaal van aanhouding van 20 september 2016, Persoonsdossier [medeverdachte 2] , p. 107008.
115.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Soest, p. 216021.
116.Proces-verbaal van verhoor van aangever [aangever 2] , 20 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216069.
117.Een geschrift te weten een brief van de ING van 22 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216057.
118.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [verbalisant 5] , Zaaksdossier Soest, p. 216065.
119.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [verbalisant 5] , Zaaksdossier Soest, p. 216066.
120.Een geschrift te weten Rapport onderzoek incident ING domein opgesteld door [verbalisant 5] , Zaaksdossier Soest, p. 216067.
121.Proces-verbaal van 30 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216074.
122.Proces-verbaal van 30 september 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216075.
123.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 6 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216099.
124.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 6 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216100.
125.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 6 oktober 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216101.
126.Proces-verbaal van aangifte van 25 januari 2016, Zaaksdossier Soest, p. 216349.
127.Proces-verbaal van camerabeelden Kerkdriel 13 december 2016, Algemeen Dossier, p. 000057.
128.Proces-verbaal van camerabeelden Kerkdriel 13 december 2016, Algemeen Dossier, p. 000059.
129.Proces-verbaal van camerabeelden Kerkdriel 13 december 2016, Algemeen Dossier, p. 000071.
130.Proces-verbaal van camerabeelden Kerkdriel 13 december 2016, Algemeen Dossier, p. 000072.
131.Proces-verbaal van camerabeelden Kerkdriel 13 december 2016, Algemeen Dossier, p. 000074.
132.Proces-verbaal van camerabeelden Kerkdriel 13 december 2016, Algemeen Dossier, p. 000078.
133.Proces-verbaal bevindingen van camerabeelden Kerkdriel, Algemeen Dossier, p. 000059.
134.Proces-verbaal bevindingen van camerabeelden Kerkdriel, Algemeen Dossier, p. 000108.
135.Proces-verbaal bevindingen van camerabeelden Kerkdriel, Algemeen Dossier, p. 000109.
136.Proces-verbaal bevindingen van camerabeelden Kerkdriel, Algemeen Dossier, p. 000110.
137.Proces-verbaal bevindingen van camerabeelden Kerkdriel, Algemeen Dossier, p. 000111.
138.Proces-verbaal van 8 november 2016, Zaaksdossier Almere, p. 212211.
139.Proces-verbaal van bevindingen van 22 november 2016, Zaaksdossier Criminele Organisatie, ordner 1, p. 220306.
140.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 10 oktober 2016, genummerd PL0900-2016130045 Z, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 304. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
141.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 27 april 2016, p. 28.
142.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 27 april 2016, p. 29.
143.Proces-verbaal van bevindingen van 27 april 2016, p. 70.
144.Proces-verbaal van bevindingen van 27 april 2016, p. 71.
145.Proces-verbaal van bevindingen van 27 april 2016, p. 72.
146.Proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , 28 april 2016, p. 18.
147.Proces-verbaal van bevindingen van 28 april 2016, p. 114.
148.Proces-verbaal van bevindingen van 28 april 2016, p. 115.