4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan en zal hem dan ook vrijspreken. Dit oordeel berust op het volgende.
Op basis van de stukken die zich in het dossier bevinden kan worden vastgesteld dat er conflicten hebben plaatsgevonden in de familiesfeer. Aangever [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft een relatie met [getuige] (hierna: [getuige] ). Zij is de zus van verdachte (hierna: [verdachte] ) en medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en een nicht van medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ). De familie van [getuige] keurt de relatie tussen [getuige] en [slachtoffer] af.
Op zaterdag 14 oktober 2017, ergens tussen 22.00 en 23.00 uur, treffen [slachtoffer] en [medeverdachte 2] elkaar bij winkelcentrum De Klop in Utrecht. Hierna lopen de lezingen over hetgeen die avond en nacht is gebeurd uit elkaar.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij het wapen, dat hij eerder had gevonden, wilde verkopen aan [slachtoffer] ter inlossing van zijn schuld aan [slachtoffer] uit de aankoop van drugs. Tussen hem en [slachtoffer] ontstond een vechtpartij, waarbij [medeverdachte 2] uiteindelijk met het wapen tegen het hoofd van [slachtoffer] heeft geslagen. Hierna rende [slachtoffer] weg in de richting van zijn huis en liet [medeverdachte 2] het wapen met toebehoren achter in bosschages nabij de woning van [verdachte] . [medeverdachte 2] heeft ontkend dat hij de bewuste avond of nacht [slachtoffer] heeft bedreigd of van zijn vrijheid heeft beroofd.
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij die avond niet alleen [medeverdachte 2] , maar ook [medeverdachte 1] heeft getroffen bij het winkelcentrum. [medeverdachte 1] stelde voor om gezamenlijk bij [verdachte] thuis te gaan praten. Vervolgens zijn zij de woning van [verdachte] binnen gegaan, waar ook [verdachte] aanwezig was. In deze woning is hij, aldus [slachtoffer] , door [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] van zijn vrijheid beroofd, mishandeld en bedreigd tot circa 3:00 uur zondagochtend 15 oktober 2017.
[medeverdachte 1] en [verdachte] ontkennen dat zij [slachtoffer] bewuste nacht hebben bedreigd, mishandeld of van zijn vrijheid hebben beroofd. Ook ontkennen zij gezamenlijk die avond en nacht in de woning te zijn geweest.
Op basis van het zich in het dossier bevindende bewijsmateriaal en de verklaring van [medeverdachte 2] ter terechtzitting kan slechts worden vastgesteld dat [slachtoffer] in de periode van 14 tot en met 15 oktober 2017 door [medeverdachte 2] is mishandeld. De rechtbank kan niet vaststellen dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] in de tenlastegelegde periode tezamen met [slachtoffer] in de woning hebben verbleven, laat staan dat dit tegen de wil van [slachtoffer] is gebeurd en hij daarbij is bedreigd en mishandeld. Er zijn geen bewijsmiddelen die deze verklaring van [slachtoffer] ondersteunen anders dan de verklaring van [getuige] , maar zij verklaart voornamelijk over hetgeen [slachtoffer] haar verteld heeft.
Er zijn daarnaast geen bewijsmiddelen die de verklaring van [slachtoffer] ondersteunen. [slachtoffer] heeft verklaard dat hij onder meer met een wapen op zijn hoofd is geslagen, waarbij zijn bloed terecht is gekomen op zijn kleding en op de bank in de woning van [verdachte] waarop hij zat. Hij heeft het bloed mogen afwassen aan een wastafel in de slaapkamer. Hij heeft zich helemaal moeten uitkleden. Uit het onderzoek blijkt dat er geen DNA-materiaal van [slachtoffer] is aangetroffen op de bank of elders in de woning van [verdachte] . De verklaring van [medeverdachte 2] over de reden voor het aantreffen van het wapen in de buurt van de woning van [verdachte] wordt niet weerlegd door een ander bewijsmiddel.
[slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] twee telefoons bij zich had, allebei van het merk Samsung, maar hij niet weet welke telefoon door [medeverdachte 2] is gebruikt voor het maken van foto’s of video-opnamen. Op 31 oktober 2017 is een telefoon merk Samsung type Galaxy S5 aangetroffen in de woning van [verdachte] en vervolgens in beslag genomen. Onder [medeverdachte 1] is een Huawei smartphone in beslag genomen. Op deze telefoons zijn geen foto’s of video-opnamen van een naakte [slachtoffer] aangetroffen, zoals hij heeft verklaard. De zogenoemde werktelefoon van [verdachte] is niet onderzocht op beeld- en video-opnamen, omdat zijn echtgenote geweigerd heeft de telefoon aan de politie ter beschikking te stellen.
Er is weliswaar een geneeskundige verklaring, gedateerd 18 oktober 2017, waarin verwondingen van [slachtoffer] aan zijn hoofd en hals worden beschreven, maar niet valt uit te sluiten dat deze verwondingen zijn ontstaan als gevolg van de vechtpartij met [medeverdachte 2] , zoals [medeverdachte 2] heeft verklaard. Hetzelfde geldt voor het aantreffen van het DNA-materiaal van [slachtoffer] op het wapen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. Zij zal verdachte hiervan vrijspreken.