ECLI:NL:RBMNE:2018:6247
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een bewindvoeringzaak
Op 7 december 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het verzoek tot wraking van mr. A.M. Crouwel, ingediend door Stichting Prosperitas, vertegenwoordigd door mr. B.H.J.J. van Riel. Dit verzoek volgde op een beschikking van de kantonrechter van 29 november 2018, waarin verzoekster ambtshalve werd ontslagen als bewindvoerder over het vermogen van een bepaalde persoon. In deze beschikking werd tevens een nieuwe bewindvoerder benoemd. Het wrakingsverzoek werd op 3 december 2018 schriftelijk ingediend, maar de wrakingskamer besloot af te zien van een mondelinge behandeling.
De wrakingskamer overwoog dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, het doel van wraking kan niet meer worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. Aangezien de beschikking van 29 november 2018 een eindbeslissing was, was het wrakingsverzoek niet ontvankelijk. De wrakingskamer concludeerde dat verzoekster niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar verzoek tot wraking, en dat een mondelinge behandeling niet nodig was.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De griffier werd opgedragen om de beslissing toe te zenden aan de betrokken partijen, waaronder de gewraakte rechter en de voorzitter van de afdeling toezicht.