ECLI:NL:RBMNE:2018:6208
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- L.M.G. de Weerd
- M.J.E. Cremer Eindhoven
- Rechtspraak.nl
Ontruiming studentenkamer door ernstige overlast en geweldsincidenten
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 juni 2018 uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een studentenkamer. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.T.C. Bikker, vorderde de ontruiming van de kamer van de gedaagde, die sinds 1 juni 2016 huurde. De eiser stelde dat de gedaagde ernstige overlast had veroorzaakt, waaronder twee incidenten van fysiek geweld. De procedure begon met een dagvaarding op 14 juni 2018, gevolgd door een zitting op 22 juni 2018. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zich niet als een goede huurder had gedragen, wat leidde tot de beslissing om de ontruiming toe te wijzen.
De kantonrechter benadrukte dat een huurder zich aan de voorwaarden van de huurovereenkomst moet houden en geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken. In dit geval waren er meerdere getuigenverklaringen van medebewoners die bevestigden dat de gedaagde overlast veroorzaakte, vaak in verband met zijn gebruik van drugs en luidruchtig gedrag. De rechter concludeerde dat de gedaagde een onveilige situatie creëerde voor andere bewoners, wat de ontruiming rechtvaardigde. De gedaagde kreeg veertien dagen de tijd om nieuwe woonruimte te vinden en werd veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die in totaal € 579,91 bedroegen.
De uitspraak benadrukt het belang van goed huurderschap en de verantwoordelijkheden die huurders hebben ten opzichte van hun medebewoners. De kantonrechter wees erop dat de gedaagde niet alleen de huurovereenkomst schond, maar ook de veiligheid en het welzijn van andere bewoners in gevaar bracht. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet voldoen aan de uitspraak, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.