Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Beschikking geschillenregeling
in de zaak van
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna te noemen de GI,
[de moeder] , hierna te noemen de moeder,
Het procesverloop
- de moeder,
- mevrouw [A] namens de GI.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 13 december 2018, is een geschil aan de orde tussen de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland (hierna: GI) en de moeder van de minderjarige [minderjarige]. De GI heeft verzocht om toestemming voor de inzet van geïndiceerde hulp voor [minderjarige], die verblijft in een neutraal pleeggezin. De moeder weigert deze toestemming, omdat zij van mening is dat de voorgestelde hulp, een Video Interactie Begeleiding (VIB) traject, niet in het belang van [minderjarige] is. De kinderrechter heeft de zaak op 29 november 2018 met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [minderjarige] door de moeder wordt uitgeoefend en dat er zorgen zijn over het gedrag en de ontwikkeling van [minderjarige]. De kinderrechter heeft in eerdere beschikkingen de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] verlengd. De GI heeft aangegeven dat de hulp nodig is om het pleeggezin te ondersteunen in de begeleiding van [minderjarige], die mogelijk hoogbegaafd is en kwetsbaar lijkt.
Na beoordeling van de stukken en de behandeling ter zitting, heeft de kinderrechter geoordeeld dat het in het belang van [minderjarige] is dat de door de GI geïndiceerde hulp wordt ingezet. De kinderrechter heeft toestemming verleend aan de GI om de hulp in te zetten en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de kinderrechter mr. J.R. van Es-de Vries, in aanwezigheid van griffier mr. M.J.W. Rietveld.