In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 februari 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de aanvraag van een omgevingsvergunning door PostNL Real Estate B.V. en de daaropvolgende besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een aanvraag om een omgevingsvergunning, omdat de brief van 27 juni 2016 niet voldoende concreet was om als zodanig te worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de verweerder ten onrechte had aangenomen dat er van rechtswege een omgevingsvergunning was verleend, en dat er dus geen besluit was waartegen bezwaar kon worden ingediend. Hierdoor verklaarde de rechtbank het beroep van eisers gegrond, vernietigde het bestreden besluit en verklaarde de bezwaren van derde-partijen niet-ontvankelijk. De rechtbank droeg verweerder op het griffierecht van € 333,- te vergoeden en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1002,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.