Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Het geschil en de beoordeling
400,--(2 punten x tarief € 200,--)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser, een huurder van Heuvelrug Wonen, ernstige overlast ondervonden van het gekraai van de haan van zijn buren, die ook huurders zijn van dezelfde verhuurder. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de buren onrechtmatige hinder veroorzaken door het harde gekraai van de haan, met pieken tot 81,9 decibel. Ondanks herhaalde klachten van eiser heeft Heuvelrug Wonen nagelaten adequate maatregelen te treffen om de overlast te verminderen, wat in strijd is met haar verplichting om eiser een rustig huurgenot te verschaffen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een gebrek in het gehuurde in de zin van artikel 7:204 BW, en heeft de vordering van eiser toegewezen om Heuvelrug Wonen te veroordelen tot het treffen van maatregelen tegen de overlast veroorzakende buren.
De procedure begon met een dagvaarding en een conclusie van antwoord, gevolgd door een comparitie van partijen. Eiser heeft zijn klachten over de overlast sinds 2010 bij Heuvelrug Wonen ingediend, maar de verhuurder heeft geen rechtsmaatregelen genomen tegen de buren. De kantonrechter heeft de geluidshinder beoordeeld aan de hand van metingen en getuigenverklaringen, en geconcludeerd dat de overlast onrechtmatig is. Heuvelrug Wonen is veroordeeld tot het garanderen van het huurgenot van eiser door de haan binnen 14 dagen te laten verwijderen en heeft de proceskosten aan eiser vergoed.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verhuurders in het waarborgen van een rustig huurgenot voor hun huurders en de noodzaak om adequaat op klachten te reageren. De kantonrechter heeft geen dwangsom verbonden aan de veroordeling, in de veronderstelling dat Heuvelrug Wonen aan het vonnis zal voldoen.