ECLI:NL:RBMNE:2018:603
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake verbetering van een eerder vonnis met betrekking tot een billijke vergoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 januari 2018 een herstelvonnis uitgesproken met betrekking tot een eerder vonnis van 12 januari 2018. De zaak betreft een verzoek van de vereniging VPRO, vertegenwoordigd door mr. R.G. Prakke, en een individu aangeduid als [A], vertegenwoordigd door mr. C.C. Oberman. De rechtbank heeft op 18 januari 2018 de partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van de kantonrechter om een verbetering aan te brengen in het dictum van het eerdere vonnis. In het oorspronkelijke dictum was een bedrag van €38.571,07 bruto opgenomen, terwijl uit de rechtsoverwegingen bleek dat dit bedrag €26.055,00 bruto moest zijn. Beide partijen hebben op 22 januari 2018 schriftelijk bevestigd akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassing.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis, die eenvoudig te herstellen was. In het herstelvonnis is het dictum aangepast, waarbij het bedrag van de billijke vergoeding voor [A] is gewijzigd. De kantonrechter heeft bepaald dat de verbetering op de minuut van het vonnis van 12 januari 2018 moet worden vermeld, en heeft de partijen gelast om de ontvangen grosse of afschrift van het eerdere vonnis aan de griffie te retourneren. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 26 januari 2018.