Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 8;
- conclusie van antwoord met productie;
- de akte overlegging productie 9 van de zijde van [eiser] ;
- de akte overlegging productie 10 van de zijde van [eiser] ;
- de akte overlegging productie 2 van de zijde van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling op 21 september 2018, waarvan aantekening is gehouden door de griffier;
- de pleitnota van de zijde van [eiser] .
2.De feiten
tot de werkzaamheden van de werknemer behoort dat hij kennis neemt van vertrouwelijke informatie en alle essentiële bedrijfsgegevens zoals het netwerk van klanten en relaties, klantmanagementsystemen, de (prijs)afspraken die met klanten en relaties worden gemaakt, alsmede de wijze waarop het bedrijf is opgezet en wordt geëxploiteerd. Ook zal kennis worden genomen van kostprijzen, handelstactieken en –strategieën, werkwijzen, innovaties en knowhow en zal werknemer tevens tastbare informatie in schriftelijke, digitale en/of andere vorm verkrijgen welke in een later stadium is na te slaan;
deze vertrouwelijke informatie en essentiële bedrijfsgegevens bepalend zijn voor het succes van de onderneming van de werkgever;
kennisname van deze vertrouwelijke informatie en essentiële bedrijfsgegevens door directe concurrenten van de werkgever er toe kan leiden dat de werkgever grote schade ondervindt in de vorm van toenemende concurrentie door deze concurrenten;
de onderneming van de werkgever zijn diensten aanbiedt binnen heel Nederland, gezien dit onder meer via een website plaatsvindt alsmede met betrekking tot de inrichting en aard van de onderneming kan dit geografische gebied niet in omvang worden beperkt;
de werkgever er een zwaarwegend belang bij heeft te voorkomen dat concurrenten in het hierboven beschreven gebied op oneigenlijke wijze kennis nemen van deze vertrouwelijke informatie en essentiële bedrijfsgegevens door de werknemer in dienst te nemen of op andere wijze van zijn diensten gebruik te maken;
Als specifieke concurrenten kunnen (niet gelimiteerd) worden omschreven: Detailhandel, groothandel, en fabrikanten van gehoorbescherming, leveranciers, wederverkopers en inkopers van gehoorbescherming, PBM-leveranciers en wederverkopers.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
nietgeldig is, tenzij…”, moet worden aangenomen dat het een zware toets betreft. In de parlementaire geschiedenis wordt aangegeven dat sprake moet zijn van een werknemer die specifieke werkzaamheden verricht of in een specifieke functie werkzaam is (“hele specifieke kennis of bedrijfsinformatie die de werknemer op zal doen, waarbij de werkgever onevenredig wordt benadeeld als de werknemer overstapt naar de concurrent” Kamerstukken I2013/14, 33818, C, p. 104) en dat dit per geval “een
specifiekeafweging en motivering” vergt. Een algemene opsomming van belangen als het voorkomen van weglekken van “kennis van klantenbestand” en “bedrijfsprocessen” volstaat daarmee in het algemeen niet, nu dit voor veel werkgevers/ondernemers relevant is en niet duidelijk maakt waarom juist de betrokken werkgever bescherming nodig heeft.
600,00