Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
op dit moment tegen uw functioneren aankijkt. Uw functioneren heeft bij zowel klanten als bij medewerkers en kaderleden aanleiding tot klachten gegeven. Wij hebben u tijdens het gesprek duidelijk op uw tekorten gewezen. Het gaat hierbij om onder meer de volgende tekortkomingen:
zal u naast de begeleidende Filiaalleider ook begeleiden en sturen in verbetering van uw leiderschap en resultaten. U bent echter wel aan zet. Indien wij dan ook nu geen verbeteringen zien in uw functioneren, zullen wij genoodzaakt zijn uw dienstverband te beëindigen.”
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
(…) Eind 2017 heeft u de leiding gekregen over filiaal 47, een filiaal die nieuw leven ingeblazen moest worden”.Dit sluit aan op de stellingen van [verweerster] . Ook uit de bevindingen van [D] , districtsleider in opleiding, van 28 december 2017 blijkt van de problemen in het filiaal in [vestigingsplaats 4] (productie 19 bij het verzoekschrift). Zo beschrijft zij het volgende:
De uitslag van de balans is zorgwekkend, slechter dan de eerste balans (niet direct uw resultaat)”. Daarmee is blijkens de toelichting ter zitting bedoeld dat de cijfers gebaseerd waren op een periode waarin [verweerster] nog geen filiaalleider was. De kantonrechter oordeelt het zonder verdere toelichting, die ontbreekt, niet onbegrijpelijk dat een filiaalleider bestaande problemen die tot tekorten op de balans hebben geleid, niet op zo’n korte termijn als [verzoekster] kennelijk verwacht kan oplossen.