In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 30 november 2018, stond een jeugdige verdachte terecht voor de poging tot doodslag en zware mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 26 juli 2018 in Almere, waar de verdachte tijdens een feestje in conflict raakte met het slachtoffer. De verdachte zou een scherp voorwerp hebben gepakt en het slachtoffer in de buik hebben gestoken, wat resulteerde in een steekwond. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte zorgvuldig gewogen, waarbij de verklaringen van de aangever, getuigen en de letselverklaring zijn meegenomen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er geen opzet was en het letsel niet als zwaar lichamelijk letsel kon worden gekwalificeerd.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot doodslag en de zware mishandeling, en sprak de verdachte vrij van deze beschuldigingen. Echter, de rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte zich wel schuldig had gemaakt aan poging tot zware mishandeling. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn blanco strafblad, maar benadrukte de ernst van het feit en de impact op de samenleving.