Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 november 2017;
- de brief met aanvullende producties van Innova van 5 januari 2018.
2.De beoordeling
300,00(2 punten x tarief € 150,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Innova Energie B.V. en een gedaagde partij die onder de naam [gedaagde] handelt. De eisende partij, Innova, vorderde betaling van een bedrag van € 3.600,03 aan openstaande facturen, plus rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde had een overeenkomst gesloten voor de levering van gas en elektriciteit via Collectief Voordelig, maar betwistte de hoogte van de opzegvergoedingen en de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden.
De procedure begon met een tussenvonnis op 29 november 2017 en de zaak werd behandeld op 15 januari 2018, waarbij de gedaagde niet aanwezig was. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de overeenkomst met Innova had erkend, maar dat er onduidelijkheid bestond over de opzegvergoedingen en de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden. De kantonrechter concludeerde dat Innova onvoldoende had aangetoond dat de algemene voorwaarden tijdig aan de gedaagde waren verstrekt.
Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 1.923,74, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter wees het meer of anders gevorderde af en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.