2.8.Op 21 september 2017 en 2 oktober 2017 vinden gesprekken tussen [eiser] , [C] en mevrouw [F] (van de personeelszaken) plaats. [C] uit daarbij haar zorgen omtrent de ontwikkeling van [eiser] als Aspirant- [functie 1] . [eiser] krijgt de opdracht om na te gaan wat volgens hem nog niet goed gaat. In zijn zelfreflectieverslag schrijft [eiser] – voor zover van belang – het volgende:
“(….)
“Eerst de [functie 2] en de rest! [naam] examen komt wel” het slechte gedacht wat ik gedurende tijd had tijdens mijn examens. Het is natuurlijk heel goed dat ik me met de volle 100% heb gestort op mijn examens, en dat ik ze vervolgens een voor een met een voldoende afsloot, maar jammer genoeg en tot mijn spijt is dat wel ten koste gegaan van mijn [naam] examen. Ik mocht op 18 september (de dag dat mijn examen gepland stond ) de examen niet afleggen omdat mijn mentoren er unaniem over eens waren dat ik er het nog niet klaar voor was. Zeer begrijpelijk en logisch. Als team manager zou ik het ook niet aandurven iemand alleen op de trein te laten die het vak nog niet 100% beheerst.
Van een aantal mensen heb ik feedback ontvangen over mijn functioneren op de trein. Voorbeeld daarvan is dat mijn leer begeleidster [G] die met mij op 6 september de trein op is geweest. (…) [voornaam van G] heeft me als tops meegegeven dat ik een zeer open en goede houding heb tegenover de reizigers. Ik groet de reiziger consequent. (…) Echter heeft ze me ook een aantal tips gegeven. Waaronder mezelf niet laten afleiden met het vertrek proces. Ik had er namelijk moeite mee om een gesprek zomaar af te kappen met een reiziger. Voor mijn gevoel was ik dan onbeleefd. (…)
Na een goed gesprek met de teamleiders heb ik de knop volledig omgedraaid en ben ik er heel goed over na gaan denken. Terugdenkend aan de examen-stress en de schoolperiode werd ik er langzaam maar zeker van bewust dat de drukste periode achter de rug was. Geen examens meer, geen lessen meer, geen druk meer met betrekking tot het leren van de examens. Dat betekend voor mij maar een ding. Volledig mezelf focussen op het functioneren op de trein. Hier heb ik ook alle punten mee genomen waar onder andere [voornaam van G] mij op heeft beoordeeld. Ik heb de focus gelegd op alle tips wat mij zijn meegegeven. Ook de tips vanuit [voornaam van H] met betrekking tot mijn uniform. Mijn mentor [voornaam van A] zegt altijd: Een zes en een zeven hebben we heel veel van op het spoor, ik wil van jou een negen plus conducteur maken! En dat is precies waar ik naar streef en de onderscheid in wil maken. Mijn mentoren zeggen ook, Als persoon en in de omgang met de reizigers zitje daar al op, maar de rest is net zo belangrijk. De rest word natuurlijk mee bedoeld, het gehele periode ertussen. Van vertrek proces tot het veilig laten vertrekken van de trein. Dus goed uitlopen en niet naar binnen
voordat ik zeker weet dat de deuren gesloten zijn. Kortom, de gehele verantwoordelijk het omtrent de hele reis.
Dus ik ging aan de slag. Na nog een goed gesprek gehad te hebben met mijn vaste mentor ( [A] ) op de trein, heb ik voor mezelf uitgestippeId wat ik anders ga doen. Ik heb de focus gelegd op wat iedereen mij heeft mee gegeven. Van de feedback op de trein van mijn mentoren tot aan de feedback van mijn teamleiders met betrekking tot
een goede uniform. (…) Ik heb er aan gewerkt om mezelf tijdens het vertrek proces niet te laten afleiden. Als een reiziger tijdens mijn vertrek proces nu iets wilt vragen, en het is een makkelijke vraag waar ik snel antwoord op kan geven. (Bv vanaf waar vertrekt de trein naar Schiphol in Utrecht, dan kan ik snel zeggen spoor 5 of 7) maar als het een lastige vraag is waar ik het antwoord voor moet opzoeken dan adviseer ik de reiziger om even naar Het informatie punt te gaan of een andere collega op te zoeken ivm mijn vertrek. Ik heb gemerkt wanneer ik dit op een duidelijke nette manier over breng heeft de reiziger daar wel degelijk begrip voor. Ook zorg ik dat ik nu structureel voor elke dienst een planning voor mezelf uit stippel met betrekking tot waar ik allemaal rekening mee moet houden etc. Dus waar ga ik naartoe, heb ik een beginnende trein ? Zo ja, welke kant gaan we op ? Staan de koersrollen goed? de sluitseinen?
Hebben we EHBO-koffers? de portotest met de machinist, een omroep voor vertrek en een omroep voor/na het vertrek. Ik zorg er nu voor voordat ik de trein op ga dat ik weet wat ik ga doen, ga ik meteen een controle ronde doen? Of begin ik eerst met een service ronde ? Geen beginnende trein? Dan zoek ik de afstappende [functie 1] en communiceer goed met
Hem of haar wat er aan de trein gedaan is gedurende rit, zodat ik weet waar ik kan beginnen.
Planning planning planning, Zolang het nodig is zal ik een halfuur voor mijn dienst aanwezig zijn om voorbereidingen te verrichten. Ik merk dat ik daardoor enorme rust creëer in mijn hoofd. Sinds dat ik dit doe, lopen de diensten zo goed als vlekkeloos. Dit zorgt er ook voor dat men tevreden is met mij, als collega. Dat doet mij goed. Af en toe nog wel een
Schoonheidsfoutje. Maar de fouten die ik voorheen maakte, grote fouten zoals door het rode sein heen sleutelen, onnodig te vroeg of te laat vertrekken, naar binnen lopen voordat de deuren zijn gesloten, zijn als sneeuw voor de zon verdwenen.
(…) De manier zoals ik nu te werk ga en hoe ik hier boven ook heb beschreven is ook de manier hoe ik dat zal aanhouden. Ook als ik zometeen voor me zelf werk. Ik merk dat het op die manier goed gaat en dat ik voldoe aan de speerpuntén van de NS