Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Maatschap [derde-partij], te [woonplaats] , gemachtigde: ing. R.B.M. Aagten.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 20 november 2018 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland een aantal verzoeken om voorlopige voorzieningen behandeld. Deze verzoeken waren ingediend door Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. en Vereniging Leefmilieu, die zich verzetten tegen vergunningen verleend door Gedeputeerde Staten van Gelderland voor het wijzigen van een vleesrundveehouderij, melkrundveehouderij en een pluimveehouderij. De verzoekers stelden dat de vergunningen niet voldoende rekening hielden met de gevolgen voor stikstofgevoelige leefgebieden, waarvoor Natura 2000-gebieden zijn aangewezen.
De voorzieningenrechter moest beoordelen of het Programma Aanpak Stikstof (PAS) 2015 – 2021 en de bijbehorende passende beoordeling in overeenstemming zijn met de Habitatrichtlijn. Dit was van belang omdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State eerder prejudiciële vragen had gesteld aan het Hof van Justitie, dat op 7 november 2018 een arrest had gewezen met kritische opmerkingen over het PAS. Op 29 november 2018 besloot de voorzieningenrechter om de verleende vergunningen te schorsen, omdat niet kon worden uitgesloten dat het PAS aanpassing behoeft.
In twee andere zaken die ook aan de voorzieningenrechter waren voorgelegd, werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. In deze zaken gaven de vergunninghouders aan pas gebruik te maken van de vergunningen wanneer deze onherroepelijk zijn geworden. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de derde-partij had aangegeven te wachten op de onherroepelijkheid van de vergunning.