ECLI:NL:RBMNE:2018:5821
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel met een mes in Lelystad
In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 september 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 3 juli 2018 in Lelystad, waarbij de verdachte zou hebben geprobeerd een slachtoffer met een mes in de borst te steken. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. M. Vollebregt, betoogd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. B.J.H. Sijbom, pleitte voor vrijspraak. De verdediging voerde aan dat de verklaring van de verdachte, afgelegd tijdens haar verhoor, uitgesloten moest worden van het bewijs omdat de verdachte niet op de juiste wijze was geïnformeerd over haar recht op rechtsbijstand, zoals vereist door artikel 28b van het Wetboek van Strafvordering. De politierechter oordeelde dat er inderdaad sprake was van een schending van dit recht, wat leidde tot bewijsuitsluiting. De rechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, aangezien het slachtoffer geen aangifte had gedaan en het aangetroffen mes niet was onderzocht. Uiteindelijk sprak de politierechter de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.