ECLI:NL:RBMNE:2018:5806
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. drs. S. Wijna
- mr. K. de Meulder
- mr. G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Intrekking van lasten onder dwangsom en niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 november 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, een B.V. gevestigd in Utrecht, had beroep ingesteld tegen besluiten van het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht, waarbij lasten onder dwangsom waren opgelegd. Tijdens de beroepsprocedure heeft verweerder erkend dat hij niet het bevoegd gezag was en heeft hij de lasten onder dwangsom ingetrokken. Hierdoor kwam de onrechtmatigheid van het primaire besluit en het bestreden besluit vast te staan. De rechtbank oordeelde dat de door eiseres gestelde schade geen procesbelang opleverde, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.
De rechtbank heeft het procesverloop in detail beschreven, inclusief de heropening van het onderzoek en de intrekking van de besluiten door verweerder. Eiseres had gereageerd op het intrekkingsbesluit, maar geen van de partijen heeft gebruik gemaakt van het recht op een nadere zitting. De rechtbank concludeerde dat het intrekkingsbesluit van verweerder van 12 juni 2018 een intrekkingsbesluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht was, en dat eiseres geen belang meer had bij een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit.
De rechtbank heeft verweerder wel veroordeeld tot vergoeding van het door eiseres betaalde griffierecht en de proceskosten, omdat verweerder pas tijdens de beroepsprocedure het intrekkingsbesluit had genomen. De totale proceskosten werden vastgesteld op € 2.004,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.