Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
600,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de stichting GroenWest, gevestigd te Utrecht, een kort geding aangespannen tegen een huurder, aangeduid als [gedaagde], vanwege ernstige overlast en conflicten met een buurman. De procedure begon met een dagvaarding op 7 november 2018, waarbij GroenWest stelde dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder gedroeg en dat zijn gedrag de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag werden verschillende getuigen gehoord, waaronder medewerkers van GroenWest en de gedaagde zelf, bijgestaan door zijn gemachtigde.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er al jaren ernstige spanningen zijn tussen [gedaagde] en zijn buurman, de heer [D], en dat deze spanningen hebben geleid tot meerdere aangiftes en klachten. [gedaagde] heeft erkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan gewelddadig gedrag, waaronder het bedreigen van de buurman met een mes en het vernielen van eigendommen. De kantonrechter oordeelde dat de situatie zo nijpend was dat een voorlopige voorziening gerechtvaardigd was.
De rechter concludeerde dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder heeft gedragen en dat zijn gedragingen de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigden. Daarom werd [gedaagde] veroordeeld om binnen 14 dagen de woonruimte te ontruimen en de sleutels aan GroenWest te overhandigen. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op € 817,01 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 21 november 2018 door kantonrechter P. Dondorp.