Op 22 november 2018 heeft de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin de feitelijke bestuurder van een Tesla model X ter discussie stond. De bestuurder was bekeurd voor het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden en stelde dat de Tesla met Autopilot de feitelijke bestuurder was. De kantonrechter oordeelde dat de bestuurder, die op de bestuurdersstoel zat, de feitelijke bestuurder was, ongeacht de autonome functies van de auto. De Wegenverkeerswet definieert de bestuurder als degene die het voertuig bestuurt of onder zijn toezicht laat besturen. De kantonrechter benadrukte dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de handelingen van de auto, ook al is deze uitgerust met geavanceerde technologie zoals Autopilot. De uitspraak werd gedaan na een zitting waar de bestuurder en zijn gemachtigde hun standpunten toelichtten. De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie, die de administratieve sanctie had gehandhaafd, en verklaarde het beroep gegrond. De kantonrechter concludeerde dat de bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthield, wat in strijd is met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De kantonrechter liet de overige argumenten van de gemachtigde buiten beschouwing, aangezien de beslissing al was vernietigd. De zaak benadrukt de noodzaak voor wetgeving om zich aan te passen aan technologische ontwikkelingen in de autotechniek.