ECLI:NL:RBMNE:2018:5693

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 november 2018
Publicatiedatum
21 november 2018
Zaaknummer
16/705597-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting, vrijheidsberoving en afpersing door een man met een nepvuurwapen

Op 22 november 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een 45-jarige man veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf voor ernstige strafbare feiten, waaronder meervoudige verkrachting, vrijheidsberoving en afpersing. De man heeft op 15 maart 2018 een vrouw onder bedreiging van een nepvuurwapen gedwongen om naar een afgelegen plek te rijden, waar hij haar meerdere keren heeft verkracht en haar van haar vrijheid heeft beroofd. De rechtbank beschrijft de gebeurtenissen als een nachtmerrie voor het slachtoffer, die gedurende drie uur werd bedreigd, vastgebonden en misbruikt. De man had een goede baan en een stabiele gezinssituatie, wat de rechtbank niet kon verklaren voor zijn daden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafmaat. De man heeft geen eerdere strafbare feiten gepleegd, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen reden was om een lagere straf op te leggen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen, die een schadevergoeding van € 37.011,21 vorderde, waarvan € 25.000,- voor immateriële schade. De rechtbank heeft de man ook verplicht om dit bedrag te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705597-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 november 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1973] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op terechtzittingen van 28 juni 2018, 6 september 2018, 3 oktober 2018 en 8 november 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N.T.R.M. Franken en van wat de officier van justitie, verdachte en zijn raadsvrouw mr. M. van Keulen, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
Op de zitting heeft het slachtoffer, [slachtoffer] , gesproken. Haar advocaat, mr. N. Durdabak, heeft een nadere toelichting op de vordering van [slachtoffer] als benadeelde partij gegeven.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:op 15 maart 2018 te Nieuwer ter Aa en/of Woerdense Verlaat, [slachtoffer] meermalen heeft verkracht;
feit 2:op 15 maart 2018 te Breukelen en/of Nieuwer ter Aa en/of Woerdense Verlaat en/of Diemen [slachtoffer] wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd;
feit 3:op 15 maart 2018 te Breukelen en/of Nieuwer ter Aa [slachtoffer] heeft afgeperst door haar onder bedreiging met geweld te dwingen tot afgifte van een (pin)pas en pincode;
feit 4:op 15 maart 2018 te Noorden en/of Nieuwer ter Aa en/of Woerdense Verlaat en/of Breukelen en/of Diemen een wapen van categorie IV heeft gedragen, te weten een nabootsing van een vuurwapen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft het ten laste gelegde bekend. De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van een bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft bij de politie een gedetailleerde en bekennende verklaring afgelegd, die in grote mate en op alle wezenlijke punten overeenkomt met de verklaringen van het slachtoffer en aansluit bij de bevindingen van de politie in het strafrechtelijk onderzoek.
Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met onderstaande opsomming van de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3 [1] :
- Een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de uitwerking van het eerste deel van de aangifte van het slachtoffer [2] ;
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de uitwerking van het tweede deel van de aangifte van het slachtoffer [3] ;
- een proces-verbaal van verhoor verdachte op 18 maart 2018 [4] ; en
- een proces-verbaal van verhoor verdachte op 19 maart 2018 [5] .
Ten aanzien van feit 4:
- Een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de uitwerking van het eerste deel van de aangifte van het slachtoffer [6] ;
- een proces-verbaal van verhoor verdachte op 18 maart 2018 [7] ;
- een proces-verbaal van sporenonderzoek aan het voertuig van verdachte, onder meer inhoudende de bevindingen ter zake van het aantreffen van het wapen [8] ; en
- een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende een beschrijving en categorisering van het wapen [9] .
Conclusie
Op grond van de feiten en omstandigheden genoemd in bovenvermelde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hieronder bewezen verklaarde heeft begaan.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:op 15 maart 2018 te Nieuwer ter Aa, gemeente Stichtse Vecht, en Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop, door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] , meermalen heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte,
- met zijn vingers de vagina van die [slachtoffer] betast en meermalen zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
- meermalen zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
- de bors
ten en tepels van die [slachtoffer] vastgepakt en betast,
waarbij dat geweld en die andere feitelijkheid en die bedreiging met geweld en die andere feitelijkheid hierin bestonden dat verdachte:
- nadat hij, verdachte, bij die [slachtoffer] in de personenauto had plaatsgenomen, die [slachtoffer] heeft bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en op het been en/of de heup van die [slachtoffer] heeft gericht en
- die [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd dat zij geld moest geven en vervolgens, toen bleek dat zij dat niet had dat zij haar pinpas en pincode af moest geven, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- die [slachtoffer] heeft gedwongen naar de Bosdijk te rijden en
- vervolgens die [slachtoffer] naar een (rustige) plek in de struiken/bosjes heeft geleid/meegenomen en
- die [slachtoffer] heeft gesommeerd op haar buik te gaan liggen en
- de broek/legging en de string en sokken en schoenen van die [slachtoffer] naar beneden heeft getrokken en heeft uitgedaan en
- de sokken van die [slachtoffer] in haar mond heeft gestopt/geduwd en
- de handen en/of de polsen van die [slachtoffer] op de rug heeft vastgebonden met de sjaal van die [slachtoffer] en
- de benen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en uit elkaar heeft geduwd/gehouden en
- vervolgens de handen/polsen van die [slachtoffer] met tiewraps heeft vastgebonden en
- ducttape op het gezicht van die [slachtoffer] heeft geplakt waardoor haar het zicht werd ontnomen en
- die [slachtoffer] op dwingende toon/dreigend de woorden heeft toegevoegd dat zij naar binnen moest in de vrachtwagen, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
- dat zij moest gaan liggen en vervolgens op die [slachtoffer] is gaan liggen en vervolgens die [slachtoffer] heeft omgedraaid zodat zij op haar knieën zat;
feit 2:op 15 maart 2018 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, en Nieuwer ter Aa, gemeente Stichtse Vecht, en Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop, en Diemen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
- nadat hij, verdachte, bij die [slachtoffer] in de personenauto had plaatsgenomen, die [slachtoffer] heeft bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en op het been en/of de heup van die [slachtoffer] heeft gericht en
- die [slachtoffer] heeft gedwongen naar de Bosdijk te rijden en
- vervolgens de handen en/of de polsen van die [slachtoffer] op de rug heeft vastgebonden met de sjaal van die [slachtoffer] en
- vervolgens het hoofd van die [slachtoffer] te bedekken met een kleed en vervolgens die [slachtoffer] naar haar personenauto mee te nemen en
- vervolgens die [slachtoffer] te dwingen op de achterbank van haar personenauto plaats te nemen door een hand op haar rug of nek te leggen en die [slachtoffer] de woorden toe te voegen dat zij moest bukken en vervolgens die [slachtoffer] met een kleed te bedekken en
- vervolgens gedurende enige tijd in de personenauto van die [slachtoffer] te rijden terwijl die [slachtoffer] op de achterbank zat en
- vervolgens die [slachtoffer] in de kofferbak van zijn, verdachtes, personenauto te stoppen en op te sluiten en die [slachtoffer] voor langere tijd met een kleed te bedekken en
- vervolgens de handen/polsen van die [slachtoffer] met tiewraps vast te binden en
- ducttape op het gezicht van die [slachtoffer] te plakken waardoor haar haar zicht werd ontnomen en
- vervolgens die [slachtoffer] gedurende enige tijd in een vrachtwagen te houden en
- vervolgens die [slachtoffer] in de kofferbak van zijn, verdachtes, personenauto te stoppen en op te sluiten en vervolgens gedurende ongeveer een uur in deze personenauto te rijden terwijl die [slachtoffer] zich in de kofferbak bevond en
- vervolgens in Diemen die [slachtoffer] uit de kofferbak te halen en daarbij te zeggen dat die [slachtoffer] een uur moest blijven liggen en geen politie mocht inlichten en vervolgens die [slachtoffer] daar vastgebonden achter te laten en zelf met zijn, verdachtes, personenauto te vertrekken;
feit 3:op 15 maart 2018 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, en Nieuwer ter Aa, gemeente Stichtse Vecht, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een pinpas op naam van [slachtoffer] en/of [A] en een pincode, die toebehoren aan die [slachtoffer] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
- nadat hij, verdachte, bij die [slachtoffer] in de personenauto had plaatsgenomen die [slachtoffer] heeft bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en op het been en/of de heup van die [slachtoffer] heeft gericht en
- die [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd dat zij geld moest geven en vervolgens, toen bleek dat zij dat niet had dat zij haar pinpas en pincode af moest geven, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
feit 4:op 15 maart 2018 te Noorden, gemeente Nieuwkoop, en Nieuwer ter Aa, gemeente Stichtse Vecht, en Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop, en Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, en Diemen, een wapen van categorie IV heeft gedragen, te weten een nabootsing van een vuurwapen ((veerdruk)pistool, merk Walther, model P99, kaliber 6mm BB, voorzien van wapennummer [wapennummer] ).
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de meerdaadse samenloop van de volgende strafbare feiten op:
feit 1:verkrachting, meermalen gepleegd;
feit 2:opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
feit 3:afpersing;
feit 4:handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

7.1
Rapportage Pieter Baan Centrum
Verdachte is gedurende enige weken opgenomen geweest in het Pieter Baan Centrum. Over verdachte is op 18 september 2018 een rapportage opgemaakt door M.J. van Haaren, psychiater, en K.M. ten Brink, GZ-psycholoog, onder supervisie van R.J.A. van Helvoirt, GZ-psycholoog, allen verbonden aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, Psychiatrische Observatiekliniek te Utrecht.
De rapporteurs concluderen dat bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in engere zin. Er is bij verdachte ook geen neurologische ontregeling vastgesteld. Evenmin bestaan aanwijzingen dat de schildklier van verdachte zodanig ontregeld was dat het ten laste gelegde hem niet of in verminderde mate zou zijn toe te rekenen. De rapporteurs adviseren verdachte het ten laste gelegde bij een bewezenverklaring volledig toe te rekenen.
7.2
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich achter het advies van het Pieter Baan Centrum geschaard en verzoekt verdachte volledig toerekeningsvatbaar te beschouwen.
7.3
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat het gebeurde mogelijk het gevolg is geweest van bijwerkingen van medicijnen voor zijn schildklieraandoening. Verder heeft verdachte aangevoerd dat hij in de periode rondom het ten laste gelegde mogelijk in een staat van psychose heeft verkeerd.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank neemt de rapportage van het Pieter Baan Centrum van 18 september 2018 als uitgangspunt. De deskundige rapporteurs hebben geen aanwijzingen gevonden die duiden op enige beperking van de wilsvrijheid van verdachte ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. Uit de onderzoeken is niet gebleken van een relatie tussen het plegen van het ten laste gelegde en de schildklieraandoening van verdachte of het medicijngebruik dat hiervan het gevolg is. De rechtbank heeft ook anderszins geen aanwijzingen voor het bestaan van een dergelijke relatie. Evenmin ziet de rechtbank aanknopingspunten in het dossier, in hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht dan wel in de rapportage van het Pieter Baan Centrum dat verdachte in de periode rondom het ten laste gelegde mogelijk in een psychotische toestand verkeerde. Ook overigens is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
De rechtbank schaart zich achter de conclusies uit de rapportage van het Pieter Baan Centrum. Zij is dan ook van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde volledig aan verdachte kan worden toegerekend. Verdachte is dus strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAFFEN

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van de feiten 1 tot en met 3 te veroordelen tot een gevangenisstraf van 10 jaren, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd verdachte ter zake van feit 4 te veroordelen tot een geldboete van € 550,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de strafoplegging heeft de verdediging verwezen naar eerder in vergelijkbare en in “zwaardere” zaken opgelegde straffen. Op grond daarvan heeft de verdediging aangevoerd dat de strafeis van de officier van justitie te hoog is.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte en de draagkracht van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meervoudige verkrachting, opzettelijke en wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing. Daarnaast is bewezen verklaard dat verdachte bij het plegen van de feiten een nabootsing van een vuurwapen bij zich heeft gedragen. Uit de aard en de ernst van het bewezen verklaarde volgt dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van meerdere jaren. De rechtbank heeft bij het bepalen van de duur daarvan in het bijzonder het volgende meegewogen.
Ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd
Op 15 maart 2018 reed verdachte in zijn auto in de buurt van Breukelen. Op een zeker moment passeerde hij een auto met daarin een vrouw, het latere slachtoffer in deze zaak. Verdachte is omgedraaid en achter het slachtoffer aangereden. Toen zij haar auto tot stilstand had gebracht om een tegenligger te laten passeren, is verdachte uit zijn auto gestapt, naar de auto van het slachtoffer gelopen en bij haar ingestapt. Dat moment markeert het begin van een reeks gebeurtenissen die deze ochtend voor het slachtoffer tot een nachtmerrie zou maken. Verdachte toonde het slachtoffer een wapen dat sprekend op een vuurwapen leek en voor haar niet van echt te onderscheiden was. Hij hield dit wapen gericht op haar heup/bovenbeen en droeg haar op om naar een afgelegen recreatiegebied in de buurt van Nieuwer ter Aa te rijden. Tijdens deze rit dwong hij haar om haar pinpas en pincode af te geven. Eenmaal aangekomen bij het recreatieterrein liet verdachte het slachtoffer uitstappen en voerde haar mee naar een afgelegen plek. Daar bond hij haar handen op haar rug, ontdeed haar van haar onderkleding en maakte van haar sokken een prop die hij in haar mond stopte. Vervolgens heeft hij haar verkracht door met zijn vingers in haar vagina te gaan.
Verdachte reed daarna met het slachtoffer terug naar de plek waar hij in haar auto was gestapt. Hij liet haar overstappen in zijn eigen auto en liet haar in de bagageruimte liggen. Nadat ze een klein stukje hadden gereden, bond hij haar polsen vast met tiewraps en plakte haar ogen en mond af met ducttape. Verdachte bracht het slachtoffer vervolgens naar zijn paardentrailer, waar hij haar meermalen – zowel vaginaal als anaal – verkrachtte. Haar handen waren nog steeds met tiewraps op haar rug gebonden en haar ogen afgeplakt met ducttape, waardoor zij geen idee had waar zij zich bevond. Verdachte had onbeschermde seks met het slachtoffer, als gevolg waarvan zij nog geruime tijd heeft moeten leven met de angst dat zij mogelijk besmet zou zijn geraakt met HIV of een andere ernstige ziekte; zij heeft ook geruime tijd medicatie moeten gebruiken om het risico van besmetting met HIV te beperken.
Verdachte bracht het slachtoffer – nog steeds gekneveld en met haar ogen afgeplakt – weer naar de bagageruimte van zijn auto, waarna hij een tijd lang (naar schatting van het slachtoffer ongeveer anderhalf uur lang) is gaan autorijden. Verdachte liet het slachtoffer uiteindelijk nabij een onverharde weg, totaal ontredderd en doodsbang, achter langs een spoorlijn in Diemen. Hij zei tegen haar dat zij daar een uur lang onder een deken moest blijven liggen en dreigde haar en haar familie iets aan te doen als zij naar de politie zou gaan. Verdachte reed vervolgens in zijn auto weg. Hiermee kwam een einde aan een periode van ongeveer drie uren waarin het slachtoffer van haar vrijheid was beroofd en meermalen werd verkracht.
Verkrachting, opzettelijke en wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing zijn per definitie zeer ernstige feiten. In dit geval heeft verdachte grove en herhaalde inbreuken gemaakt op de persoonlijke levenssfeer, de lichamelijke integriteit en het psychisch welzijn van het slachtoffer. Het gedrag van de, voor het slachtoffer onbekende, verdachte is voor haar zeer beklemmend en beangstigend geweest, te meer omdat zij het grootste deel van de tijd afgeplakte ogen had en dus niet kon zien waar zij was en wat de verdachte aan het doen was. De dreiging met het wapen en de onzekerheid over de afloop van de gebeurtenissen moeten voor het slachtoffer zeer belastend zijn geweest. Op een gegeven moment merkte het slachtoffer, terwijl zij in de bagageruimte van verdachtes auto lag, dat verdachte een onverharde weg op reed. Uit haar verklaring bij de politie blijkt dat zij op dat moment doodsbang was dat verdachte haar op een afgelegen plek zou doden.
De ervaring leert dat slachtoffers van verkrachting, vrijheidsberoving en afpersing nog lange tijd ernstige psychische en emotionele gevolgen kunnen ondervinden. Uit de verklaring die het slachtoffer ter terechtzitting heeft afgelegd blijkt ook hoezeer verdachtes handelen bij haar doodsangst heeft veroorzaakt en hoe zij ook nu nog kampt met de gevolgen van hetgeen verdachte haar heeft aangedaan. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij met zijn handelen volkomen voorbij is gegaan aan de gevoelens van het slachtoffer en de gevolgen van zijn handelen voor haar en haar naasten. Verdachte heeft tijdens het plegen van de feiten veel momenten gehad waarop hij zich had kunnen bedenken. De rechtbank neemt het verdachte dan ook zeer kwalijk dat hij deze momenten onbenut heeft gelaten.
Persoon van de verdachte
Uit het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 26 september 2018 blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. In verband met de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, speelt die omstandigheid bij het bepalen van de strafmaat echter geen rol van betekenis.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies over verdachte van 10 oktober 2018 en het eerder genoemde rapport van het Pieter Baan Centrum. Uit deze rapporten volgt dat verdachte zijn leven op orde had. Hij had een baan als piloot, geen financiële zorgen en een stabiele gezinssituatie. Het Pieter Baan Centrum heeft geen (psychische of lichamelijke) stoornissen gevonden die van invloed kunnen zijn geweest op het handelen van verdachte.
Het is dan ook een raadsel waarom verdachte de bewezen verklaarde feiten heeft begaan. Verdachte heeft in eerste instantie bij de politie zelf een verklaring voor zijn handelen proberen te vinden in een zucht naar spanning of gevoelens van onrust, ontstaan door de inname van zijn vliegbrevet vanwege zijn schildklierproblemen. Later, in het Pieter Baan Centrum en ter terechtzitting, is verdachte hierop teruggekomen. De vraag naar het waarom heeft het Pieter Baan Centrum niet goed kunnen onderzoeken, omdat verdachte zich tijdens de opname aldaar en ter terechtzitting niet meer goed kon herinneren wat er zich op en rond 15 maart heeft afgespeeld. Het motief van verdachte is daarom voor de rechtbank niet duidelijk geworden.
De straf
De samenloop van meerdere strafbare feiten, maakt dat de rechtbank geen aansluiting kan zoeken bij de zogenoemde oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), waarin voor bepaalde strafbare feiten uitgangspunten voor de strafmaat zijn neergelegd. Voor het bepalen van de duur van de op te leggen vrijheidsstraf heeft de rechtbank acht geslagen op andere uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven in andere, op onderdelen vergelijkbare zaken. Uit deze rechtspraak blijkt dat veelal een jarenlange gevangenisstraf wordt opgelegd. Gevangenisstraffen van de duur zoals door de officier van justitie geëist, heeft de rechtbank in deze zaken echter niet gevonden. De rechtbank acht de door de officier van justitie geëiste straf te hoog.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3 een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden is.
Feit 4 betreft een overtreding, waarvoor een aparte straf dient te volgen. Voor het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de genoemde oriëntatiepunten van de LOVS voor een dergelijke overtreding, te weten een geldboete van € 550,-, bij niet betalen te vervangen door 11 dagen hechtenis. De rechtbank zal deze straf aan verdachte opleggen.

9.BESLAG

9.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat het gebruikte wapen wordt onttrokken aan het verkeer. Ten aanzien van de in beslag genomen voertuigen heeft de officier van justitie verzocht het beslag op te heffen, zodat het eveneens op de voertuigen rustende conservatoire beslag kan worden uitgewonnen.
9.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht de beslagen voertuigen aan verdachte terug te geven, zodat het op de voertuigen rustende conservatoire beslag kan worden uitgewonnen ten gunste van de toe te wijzen schadevergoeding aan de benadeelde partij.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal het in beslag genomen imitatievuurwapen, merk Walther, model P99, kaliber 6mm BB, voorzien van wapennummer [wapennummer] , onttrekken aan het verkeer. Met behulp van dit voorwerp is het bewezen verklaarde begaan. De aard van het voorwerp is zodanig dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met het algemeen belang. Het voorwerp zou immers kunnen worden gebruikt bij het begaan of bij de voorbereiding van soortgelijke feiten.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een personenauto, merk Chevrolet, type Suburban, met kenteken [kenteken] ; en
- een vrachtauto, merk DAF, type Ae64nt, met kenteken [kenteken] .
Op de beslagen goederen rust tevens conservatoir beslag. Dit brengt mee dat van feitelijke teruggave van genoemde goederen aan verdachte geen sprake zal zijn.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 37.011,21. Dit bedrag bestaat uit € 2.011,21 materiële schade en € 35.000,- immateriële schade ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten. Daarnaast vordert de benadeelde partij de wettelijke rente over de schade vanaf het ontstaan van de schade.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen tot de gevorderde bedragen aan materiële en immateriële schadevergoeding, nu de vordering goed is onderbouwd en deze niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De officier van justitie verzoekt om bij toewijzing van de vordering de wettelijke rente toe te kennen en aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich niet verzet tegen toewijzing van de vordering ter zake van de materiële schadevergoeding.
Ten aanzien van de vordering tot immateriële schadevergoeding heeft de raadsvrouw van verdachte, onder verwijzing naar eerdere rechtspraak, verzocht om een lagere vergoeding toe te kennen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde rechtstreeks schade heeft geleden.
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tot materiële schadevergoeding niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en genoegzaam is onderbouwd. Er is door de verdediging geen verweer gevoerd. De vordering tot materiële schadevergoeding zal volledig worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 2.011,21 vanaf 15 maart 2018 tot de dag van volledige betaling.
Immateriële schade
De rechtbank stelt de immateriële schade naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op € 25.000,-. Voor het vaststellen van de immateriële schade heeft de rechtbank mede gelet op wat in vergelijkbare zaken aan benadeelden wordt toegewezen. De vordering tot immateriële schadevergoeding zal tot het bedrag van € 25.000,- worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het toe te wijzen schadebedrag vanaf 15 maart 2018 tot de dag van volledige betaling. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. De benadeelde kan dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 27.011,21, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 maart 2018 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 170 dagen hechtenis, waarbij de toepassing van hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien de betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen:
  • 23, 24, 24c, 27, 36b, 36c, 36f, 57, 62, 242, 282 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 54 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte voor het onder feit 1 tot en met 3 bewezen verklaarde tot een
gevangenisstraf van 7 jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte voor van het onder feit 4 bewezen verklaarde tot een
geldboete van € 550,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
 een imitatievuurwapen, merk Walther, model P99, kaliber 6mm BB, voorzien van wapennummer [wapennummer] ;
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • een personenauto, merk Chevrolet, type Suburban, met kenteken [kenteken] ; en
  • een vrachtauto, merk DAF, type Ae64nt, met kenteken [kenteken] .
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 27.011,21;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2018 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart de benadeelde partij wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 27.011,21 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet-betaling aan te vullen met 170 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Veenstra, voorzitter, mrs. J.G. van Ommeren en B.G.W.P. Heijne, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Lindeman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 november 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1:hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 15 maart 2018 te Nieuwer ter Aa, gemeente Stichtse Vecht, en/of Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop, althans in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] , (meermalen) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte,
- met zijn vinger(s) de vagina van die [slachtoffer] aangeraakt en/of betast en/of (meermalen) zijn vinger(s) in die vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of (heen en weer) bewogen en/of
- (meermalen) zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of (heen en weer) bewogen en/of
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of (heen en weer) bewogen en/of
- de borst(en) en/of tepel(s) van die [slachtoffer] vastgepakt en/of aangeraakt en/of betast,
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkheid hier in dat verdachte:
- (nadat hij, verdachte, bij die [slachtoffer] in de de (personen)auto had plaatsgenomen) die [slachtoffer] heeft bedreigd met een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, en/of een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of op het been en/of de heup en/of het middel van die [slachtoffer] heeft gericht en/of
- die [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd dat zij geld moest geven en/of (vervolgens, toen bleek dat zij dat niet had) dat zij haar (pin)pas en/of pincode af moest geven, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen naar de Bosdijk, althans een terrein, te rijden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] naar een (rustige) plek in de struiken/bosjes heeft geleid/meegenomen en/of
- die [slachtoffer] heeft gesommeerd op haar buik te gaan liggen en/of
- de broek/legging en/of de string en/of sokken en/of schoenen van die [slachtoffer] naar beneden heeft getrokken en/of heeft uitgedaan en/of
- de sokken van die [slachtoffer] in haar mond heeft gestopt/geduwd en/of
- de handen en/of de polsen van die [slachtoffer] (op de rug) heeft vastgebonden met de sjaal en/of broek/legging van die [slachtoffer] en/of
- de benen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of uit elkaar heeft geduwd/gehouden en/of
- (vervolgens) de handen/polsen van die [slachtoffer] met tierips [tie-wraps] heeft vastgebonden en/of
- (duct)tape op het gezicht van die [slachtoffer] heeft geplakt (waardoor haar het zicht werd ontnomen) en/of
- die [slachtoffer] op dwingende toon/dreigend de woorden heeft toegevoegd dat zij naar binnen moest (in de vrachtwagen), althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- dat zij moest gaan liggen en/of (vervolgens) op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of (vervolgens) die [slachtoffer] heeft omgedraaid (zodat zij op haar knieën zat), althans die [slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen een houding aan te nemen die hij, verdachte, wilde;
feit 2:hij op één of meerdere tijdstippen op of omstreeks 15 maart 2018 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, en/of Nieuwer ter Aa, gemeente Stichtse Vecht, en/of Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop, en/of Diemen, althans in Nederland, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door
- (nadat hij, verdachte, bij die [slachtoffer] in de de (personen)auto had plaatsgenomen) die [slachtoffer] heeft bedreigd met een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, en/of een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of op het been en/of de heup en/of het middel van die [slachtoffer] heeft gericht en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen naar de Bosdijk, althans een terrein, te rijden en/of
- (vervolgens) de handen en/of de polsen van die [slachtoffer] (op de rug) heeft vastgebonden met de sjaal en/of broek/legging van die [slachtoffer] en/of
- (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer] te bedekken met een kleed en/of (vervolgens) die [slachtoffer] naar naar haar (personen)auto mee te nemen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] te dwingen op de achterbank van haar (personen)auto plaats te nemen (door een hand op haar rug of nek te leggen) en/of die [slachtoffer] de woorden toe te voegen dat zij moest bukken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] met een kleed te bedekken en/of
- (vervolgens) (gedurende enige tijd) in de (personen)auto van die [slachtoffer] te rijden (terwijl die [slachtoffer] op/voor de achterbank zat) en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in de kofferbak van zijn, verdachtes, (personen)auto te stoppen en/of op te sluiten en/of die [slachtoffer] (voor langere tijd) met een kleed te bedekken en/of
- (vervolgens) de handen/polsen van die [slachtoffer] met tie rips [tie-wraps] vast te binden en/of
- (duct)tape op het gezicht van die [slachtoffer] te plakken (waardoor haar haar zicht werd ontnomen) en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] gedurende enige tijd in een vrachtwagen te houden en/of op te sluiten en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in de kofferbak van zijn, verdachtes, (personen)auto te stoppen en/of op te sluiten en/of (vervolgens) gedurende ongeveer een uur, althans gedurende enige tijd, in deze (personen)auto te rijden (terwijl die [slachtoffer] zich in de kofferbak bevond) en/of
- (vervolgens) in Diemen die [slachtoffer] uit de kofferbak te halen en/of (daarbij) te zeggen dat die [slachtoffer] een uur moest blijven liggen en geen politie mocht inlichten en/of (vervolgens) die [slachtoffer] daar (vastgebonden) achter te laten en/of zelf met zijn, verdachtes, (personen)auto te vertrekken;
feit 3:hij op of omstreeks 15 maart 2018 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, en/of Nieuwer ter Aa, gemeente Stichtse Vecht, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een (pin)pas (op naam van [slachtoffer] en/of [A] ) en/of een pincode, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
- (nadat hij, verdachte, bij die [slachtoffer] in de de (personen)auto had plaatsgenomen) die [slachtoffer] heeft bedreigd met een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, en/of een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of op het been en/of de heup en/of het middel van die [slachtoffer] heeft gericht en/of
- die [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd dat zij geld moest geven en/of (vervolgens, toen bleek dat zij dat niet had) dat zij haar (pin)pas en/of pincode af moest geven, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
feit 4:hij op of omstreeks 15 maart 2018 te Noorden, gemeente Nieuwkoop, en/of Nieuwer ter Aa, gemeente Stichtse Vecht, en/of Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop, en/of Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, en/of Diemen, althans in Nederland, een wapen van categorie IV heeft gedragen, te weten een nabootsing van een (vuur)wapen ((veerdruk)pistool, merk Walther, model P99, kaliber 6mm BB, voorzien van wapennummer [wapennummer] ), in elk geval een voorwerp, waarvan, gelet op de aard of de omstandigheden waaronder dat voorwerp werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat dat voor geen ander doel was bestemd dan om letsel aan personen toe te brengen, of te dreigen en dat niet onder een van de andere categorieën viel.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van politie Midden-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal van 1 juni 2018, genummerd 2018073288, doorgenummerd pagina’s 1 tot en met 427. Ingeval de paginanummers verwijzen naar het forensisch dossier, wordt dit uitdrukkelijk vermeld. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de uitwerking van het eerste deel van de aangifte van het slachtoffer, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] op 26 maart 2018, pagina 42 - 65 pv.
3.Proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de uitwerking van het tweede deel van de aangifte van het slachtoffer, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] op 26 maart 2018, pagina 66 - 78 pv.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] op 27 maart 2018, documentcode BVH2018073288, pagina 354 - 380.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] op 19 maart 2018, documentcode BVH2018073288, pagina 381 - 395.
6.Proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de uitwerking van het eerste deel van de aangifte van het slachtoffer, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] op 26 maart 2018, pagina 42 - 65.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] op 27 maart 2018, documentcode BVH2018073288, pagina 354 - 380.
8.Proces-verbaal sporenonderzoek voertuig [kenteken] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] op 22 maart 2018, proces-verbaalnummer PL0900-2018073288-47 TGO Water, onderdeel van het forensisch dossier, pagina 184 - 187.
9.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] op 6 april 2018, genummerd PL0900-2018073288-60, onderdeel van het forensisch dossier, pagina 200 - 203.