ECLI:NL:RBMNE:2018:5613

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 november 2018
Publicatiedatum
16 november 2018
Zaaknummer
6950130 AC EXPL 18-1684 AP/1183
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van parkeerkosten en schadevergoeding door Q-Park na onrechtmatige uitrijding zonder betaling

In deze zaak vordert Q-Park Operations Netherlands II B.V. betaling van parkeerkosten en schadevergoeding van een gedaagde die op 23 september 2017 de parkeergarage Beestenmarkt in Amersfoort heeft verlaten zonder te betalen. De gedaagde, eigenaar van een Seat Ibiza, heeft de parkeergarage verlaten door middel van 'treintje rijden', waarbij hij direct achter de auto voor hem onder de slagboom doorrijdt. Q-Park stelt dat de gedaagde in strijd met de algemene voorwaarden heeft gehandeld, die vereisen dat een geldig parkeerbewijs wordt gebruikt bij het verlaten van de parkeergarage. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij wel betaald heeft, maar dat de slagboom openstond en dat de auto voor hem ook zonder gebruik van een kaartje is doorgereden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij betaald heeft en dat de vordering van Q-Park toewijsbaar is. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 362,25, inclusief wettelijke rente en proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 7 november 2018 door kantonrechter H.A.M. Pinckaers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 6950130 AC EXPL 18-1684 AP/1183
Vonnis van 7 november 2018
inzake
de besloten vennootschap
Q-Park Operations Netherlands II B.V.,
gevestigd te Maastricht,
verder ook te noemen Q-Park,
eisende partij,
gemachtigde: mr. C.F.P.M. Spreksel,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is eigenaar van een Seat Ibiza (1.9 SDI 47KW ASY) met kenteken [kenteken] .
2.2.
Hij is op 23 september 2017 (18:55 uur) als bestuurder van zijn auto de parkeergarage Beestenmarkt Amersfoort uitgereden. Hij heeft deze verlaten zonder te betalen.
2.3.
Bij de ingang van de parkeergarage worden voorafgaand aan het inrijden van de parkeergarage de geldende tarieven en de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Q-Park kenbaar gemaakt.
2.4.
In voornoemde algemene voorwaarden staan onder meer de volgende artikelen:
“Artikel 5.9
De parkeerder en zijn voertuig dienen de parkeerfaciliteit uitsluitend te verlaten met gebruikmaking van een geldig, door Q-Park geaccepteerd parkeerbewijs of middel. Het zonder gebruikmaking van een geldig door Q-Park geaccepteerd parkeerbewijs of middel verlaten van de parkeerfaciliteit is onder geen beding toegestaan. De parkeerder is in dat geval het door Q-Park voor de betreffende parkeerfaciliteit vastgesteld tarief “verloren kaart” verschuldigd (afhankelijk van de parkeerfaciliteit bedraagt dit éénmaal, tweemaal of driemaal het geldende dagtarief), vermeerderd met een bedrag van aanvullende schadevergoeding ad € 300,- en zulks onverminderd de rechten van Q-Park tot het vorderen van overige daadwerkelijk geleden (gevolg-)schade. Het hiervoor genoemde tarief “verloren kaart” laat onverlet het recht van Q-Park om de parkeerder de werkelijke parkeerkosten in rekening te brengen mochten die hoger zijn dan het tarief “verloren kaart”.
Artikel 6.3
Het zonder voorafgaande betaling van het verschuldigde parkeergeld met het voertuig verlaten van de parkeerfaciliteit, bijvoorbeeld door middel van het zogenaamde “treintje rijden” waarbij de parkeerder direct achter zijn voorganger onder de slagboom doorrijdt, is onder geen beding toegestaan. De parkeerder is in dat geval het door Q-Park voor de betreffende parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” verschuldigd (afhankelijk van de parkeerfaciliteit bedraagt dit éénmaal, tweemaal of driemaal het geldende dagtarief), vermeerderd met een bedrag aan aanvullende schadevergoeding ad € 300,- en zulks onverminderd de rechten van Q-Park tot het vorderen van overige daadwerkelijk geleden (gevolg-)schade. Het hiervoor genoemde tarief “verloren kaart” laat onverlet het recht van Q-Park om de parkeerder de werkelijke parkeerkosten in rekening te brengen mochten die hoger zijn dan het tarief “verloren kaart”.
Artikel 6.5
In geval van verlies of het ontbreken van het parkeerbewijs, is de parkeerder het door Q-Park voor de betreffende parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” verschuldigd (afhankelijk van de parkeerfaciliteit bedraagt dit éénmaal, tweemaal of driemaal het geldende dagtarief). De parkeerder dient dit bedrag vóór het verlaten van de parkeerfaciliteit te voldoen. Het hiervoor genoemde tarief “verloren kaart” laat onverlet het recht van Q-Park om de parkeerder de werkelijke parkeerkosten in rekening te brengen mochten die hoger zijn dan het uurtarief “verloren kaart”.”

3.Het geschil

3.1.
Q-Park vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om aan haar te voldoen € 362,25 (bestaande uit € 315,00 aan hoofdsom, en € 47,25 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 23 september 2017 tot de voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt Q-Park dat [gedaagde] op 23 september 2017 om 18.55 uur op onrechtmatige wijze én in strijd met de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst de parkeergarage Amersfoort Beestenmarkt is uitgereden zonder het verschuldigde parkeergeld te betalen en bumper klevend achter de voorgaande auto te rijden (het zogenaamde ‘treintje rijden’). Als gevolg daarvan heeft Q-Park schade geleden wegens onder meer omzetderving, gemaakte kosten, uitgevoerde werkzaamheden, reeds gedane en toekomstige investeringen en ingeschakelde derden. Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden is [gedaagde] per overtreding aan Q-Park het dagtarief van € 15,00 en een schadevergoeding van € 300,00 verschuldigd geworden. Bij de ingang van iedere parkeeraccommodatie en voor het binnenrijden worden deze algemene voorwaarden door Q-Park van toepassing verklaard en ter hand gesteld middels een informatiebord. Het informatiebord staat vlakbij de inritterminal. Voorts wordt door middel van een sticker voor het naar binnenrijden gewezen op de gevolgen van het uitrijden zonder te betalen. Q-Park brengt daarnaast als standpunt naar voren dat het beding in de algemene voorwaarden niet oneerlijk is nu de boete in redelijke verhouding staat tot de (te verwachten) schade. Het beding beoogt volgens Q-Park daarnaast “treintje rijden” te voorkomen nu dit leidt tot gevaarlijke situaties en irritaties bij andere klanten. Voor een voldoende preventieve werking en prikkel tot nakoming is voorts vereist dat het verschuldigde bedrag hoog genoeg is. Q-Park maakt tot slot aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten nu [gedaagde] na het verlaten van de parkeergarage in verzuim is geraakt, respectievelijk Q-Park de vordering uit handen heeft moeten geven
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen. Daartoe stelt [gedaagde] dat hij wél betaald heeft, maar dat hij zag dat de slagboom open stond en toen is doorgereden. De andere reden is dat de auto voor [gedaagde] ook doorreed zonder gebruik te maken van zijn kaartje. [gedaagde] meent dat de camerabeelden boven de betaalautomaat dienen te worden opgevraagd omdat daaruit blijkt dat hij wel betaald heeft.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt vast dat niet in geschil is dat [gedaagde] op de door Q-Park genoemde datum, op het door Q-Park genoemde tijdstip de parkeergarage heeft verlaten zonder daarbij zijn uitrijdkaart te gebruiken.
4.2.
[gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord gesteld dat hij wel betaald had, maar dat de slagboom open stond en de auto voor hem ook zonder gebruik te maken van het kaartje is doorgereden. Op de videobeelden is te zien dat deze laatste twee stellingen van [gedaagde] onjuist zijn. De slagboom staat niet open en de auto voor hem maakt gebruik van zijn uitrijdkaart.
4.3.
[gedaagde] stelt wel dat hij heeft betaald, maar heeft dat niet onderbouwd of aangetoond met een betaalbewijs of bankafschrift, terwijl dat wel op zijn weg lag. De vordering zal daarom worden toegewezen.
4.4.
Q-Park maakt voorts aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim van [gedaagde] na 1 juli 2012 is ingetreden. Q-Park heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 46,50 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.5.
Ook heeft Q-Park – gezien het bepaalde in artikel 6:119 BW – terecht aanspraak gemaakt op de wettelijke rente vanaf de hiervoor genoemde datum van het “treintje rijden”.
4.6.
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Q-Park begroot op:
vast recht € 119,00
exploot en informatiekosten € 84,21
salaris gemachtigde
€ 120,00 (2 x € 60,00)
totaal € 323,21

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Q-Park tegen bewijs van kwijting te betalen € 362,25 met de wettelijke rente over € 315,00 vanaf 23 september 2017 tot de voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Q-Park, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 323,21, waarin begrepen € 120,00 aan salaris gemachtigde;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 november 2018.