ECLI:NL:RBMNE:2018:5591

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 november 2018
Publicatiedatum
15 november 2018
Zaaknummer
16/659592-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging met terroristisch misdrijf tijdens sportevenement

Op 14 november 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 51-jarige vrouw die op 18 mei 2017 de organisator van een sportevenement telefonisch heeft bedreigd met een terroristische aanslag. De bedreiging vond plaats in de aanloop naar de [naam] Duathlon, die op 20 mei 2017 zou plaatsvinden. De vrouw belde de organisator en zei: 'Zaterdagmorgen om negen uur is er een aanslag bij de [naam]'. De rechtbank oordeelde dat de vrouw met haar handelen gevoelens van angst en onveiligheid heeft veroorzaakt, en dat er bij de organisator een terechte vrees is ontstaan dat de aanslag daadwerkelijk zou worden gepleegd. De vrouw heeft geen inzicht gegeven in haar beweegredenen en blijft volhouden dat ze zich niets herinnert van het telefoongesprek. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een geestelijke stoornis die haar handelen zou kunnen verklaren, waardoor het strafbare feit volledig aan haar kan worden toegerekend. De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 150 uur, met een proeftijd van twee jaar.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/659592-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 november 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] ,
wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 oktober 2018. De zaak is eerder ter zitting behandeld op 1 augustus 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N.T.R.M. Franken en van hetgeen verdachte en mr. R. Dijkstra, advocaat te Doorn, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 18 mei 2017 te Leusden en/of IJmuiden deelnemers, organisatoren en/of bezoekers van de [naam] Trail heeft bedreigd met:
- een terroristisch misdrijf en/of
- met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of
- met enig misdrijf tegen het leven gericht,
- althans met zware mishandeling,
door telefonisch aan de organisator mee te delen: “Zaterdagmorgen om negen uur is er een aanslag bij de [naam] ”.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging met een terroristisch misdrijf.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde bedreigingen.
Bewijsminimum
In de eerste plaats meent de verdediging dat verdachte van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken omdat niet is voldaan aan het bewijsminimum. Aangever [A] heeft als enige getuige verklaard over de ten laste gelegde bewoordingen: “Zaterdagmorgen om negen uur is er een aanslag bij de [naam] ” en zijn verklaring wordt niet substantieel ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Bedreiging met een terroristisch misdrijf
In de tweede plaats dient verdachte te worden vrijgesproken wegens het ontbreken van het terroristische oogmerk. Volgens de raadsvrouw zijn de ten laste gelegde bewoordingen voor meerdere uitleg vatbaar. Er kan ook een waarschuwende werking van uit gaan. Verder is er geen aanwijzing voor dat verdachte, als bewezen zou worden verklaard dat zij de bewoordingen heeft geuit, zij dit op dreigende wijze heeft gedaan of dat zij het oogmerk had om de bevolking ernstige vrees aan te jagen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen [1]
[A] , wonende te [woonplaats] , werd op donderdag 18 mei 2017, omstreeks 21:12 uur door een privé (de rechtbank begrijpt: privé nummer) gebeld. Hij heeft dit telefoontje opgenomen. Hij hoorde dat er niets werd gezegd en dat er gelijk werd opgehangen.
Omstreeks 21:52 uur werd hij opnieuw gebeld door een privénummer. Hij heeft toen de
telefoon opgenomen en zei: “Met [A] ”. Hij hoorde dat er een vrouwenstem de
volgende tekst tegen hem zei: “Zaterdag morgen om 09:00 uur is er een aanslag bij de
[naam] ”. Hij hoorde dat dit accentloos werd uitgesproken. Hij hoorde dat de stem wat ouder klonk, hij zou dit willen omschreven als een vrouw van middelbare leeftijd.
Op zaterdag 20 mei 2017 organiseert [A] een sportevenement, genaamd ‘ [naam] Duathlon (run bike run) & Trail (loopwedstrijd). Het eerste startmoment is om 09:00 uur.
Nadat hij het privé telefoontje had ontvangen, sloeg hij even stil en was hij verbaasd. Hij was op dat moment alleen thuis samen met zijn dochters van 16 en 17 jaar oud. Zijn dochters zagen dat hij ontdaan was na dit telefoongesprek en vroegen hem wat er was. Hij heeft hen toen verteld wat hij zojuist te horen had gekregen. Zijn dochters hebben hem geadviseerd om 112 te bellen. Dit heeft hij direct gedaan. Hij heeft tussen het laatste privé telefoontje en het bellen naar 112 geen andere oproepen [2] gehad. [3] Op 18 mei 2017 omstreeks 21.54 uur heeft [A] melding gedaan van bedreiging. [4] [A] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat zijn mobiele nummer op [site] te vinden was in 2017. [5]
Uit de historische verkeersgegevens van aangever [A] , telefoonnummer [telefoonnummer] , bleek dat er op de telefoon van aangever [A] vóór het 112-gesprek twee keer was ingebeld met het nummer [telefoonnummer] : om 21.07 uur voor de duur van vijf seconden en om 21.47 uur voor de duur van negen seconden. [6]
[verdachte] (hierna: verdachte) heeft verklaard dat zij een privé telefoon heeft met het nummer [telefoonnummer] . [7]
Op 21 mei 2017 is de privé telefoon van verdachte, Samsung, zwart, in beslag genomen. [8]
Er is onderzoek verricht naar deze telefoon, een Samsung Galaxy S III. [9] Verbalisant zag in de belhistorie dat op donderdag 18 mei 2017 te 21.47.51 uur een uitgaand gesprek is gevoerd met het telefoonnummer [telefoonnummer] . [10] Uit de internetgeschiedenis van het telefoonnummer [telefoonnummer] [11] blijkt dat op 18 mei 2017:
  • om 20.59.22 uur, 20.59.28 uur en 21.03.00 uur de site [site] is bezocht;
  • om 21.05.32 uur is gezocht naar “anoniem bellen via Samsung Galaxy SIII;
  • om 21.08.53 uur, 21.09.22 uur, 21.09.33 uur en 21.09.42 uur is gezocht naar “stuur anoniem een SMS”;
  • om 21.09.52 uur is gezocht naar “sms versturen zonder nummerweergave, kan dat?”;
  • om 21.11.42 uur is gezocht naar “hoe kan ik een anonieme email versturen?”.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij in de avond van 18 mei 2017 alleen in haar woning in [woonplaats] was. Zij heeft die avond op haar mobiele telefoon op internet gezocht naar de website van de [naam] Duathlon die op 20 mei 2017 plaats zou vinden. [14]
[B] , de vriend van verdachte, heeft verklaard dat verdachte hem op 18 mei 2017 om 20.53 uur appte dat ze thuis was. Om 21.31 uur wenste ze hem welterusten door middel van een appje. [15]
4.3.2
Te bespreken verweren
Bewijsminimum
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende tijdlijn vast met betrekking tot het telefoonnummer van verdachte op 18 mei 2017:
  • om 20.54 uur wordt een whatsapp bericht verstuurd naar [B] dat verdachte thuis is;
  • om 20.59.22 uur, 20.59.28 uur en 21.03.00 uur is de site [site] bezocht;
  • om 21.05.32 uur is gezocht naar “anoniem bellen via Samsung Galaxy SIII;
  • om 21.07 uur is aangever voor de eerste keer gebeld door het telefoonnummer van verdachte, er wordt niks gezegd;
  • om 21.08.53 uur, 21.09.22 uur, 21.09.33 uur en 21.09.42 uur is gezocht naar “stuur anoniem een SMS”;
  • om 21.09.52 uur is gezocht naar “sms versturen zonder nummerweergave, kan dat?”;
  • om 21.11.42 uur is gezocht naar “hoe kan ik een anonieme email versturen?”
  • om 21.31 uur wordt een whatsapp bericht verstuurd naar [B] waarin verdachte hem welterusten wenst;
  • om 21.47 uur is aangever voor de tweede keer gebeld door het nummer van verdachte, waarbij de ten laste gelegde bewoordingen “Zaterdagmorgen om negen uur is er een aanslag bij de [naam] ” worden geuit;
  • omstreeks 21.54 uur heeft aangever melding bij de politie gedaan van bedreiging.
Verdachte was, naar eigen zeggen, alleen thuis die avond en heeft die avond op haar telefoon gezocht op de website van de [naam] Duathlon die op zaterdag 20 mei 2017 plaats zou vinden. Blijkens de zoekhistorie in haar telefoon heeft zij gezocht naar contactgegevens van dit evenement. Het telefoonnummer van aangever is volgens zijn verklaring op die website te vinden.
De dochters van aangever zagen dat hij ontdaan was na het telefoongesprek dat om 21.47 uur plaatsvond, waarna hij op hun advies 112 heeft gebeld. Kort na het bewuste telefoongesprek is om 21.54 uur de melding van aangever bij de politie binnengekomen.
Gelet op de verklaringen van verdachte, aangever en [B] in combinatie met de zoektermen waarop is gezocht met de mobiele telefoon van verdachte en de tijdlijn, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende steunbewijs is dat verdachte de persoon is geweest die op 18 mei 2017 te 21.47 uur de aangever heeft gebeld en de ten laste gelegde bewoordingen heeft gezegd.
Bedreiging met een terroristisch misdrijf
In artikel 285, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt bedreiging met een terroristisch misdrijf strafbaar gesteld. Een bedreiging met een terroristisch oogmerk levert, op grond van artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht, een terroristisch misdrijf op. In artikel 1 van het Kaderbesluit inzake terrorismebestrijding (hierna: Kaderbesluit) wordt een nadere uitleg gegeven aan het begrip terroristisch misdrijf. Dit artikel luidt:
Iedere lidstaat neemt de maatregelen die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de onder a) tot en met i) bedoelde opzettelijke gedragingen, die door hun aard of context een land of een internationale organisatie ernstig kunnen schaden en die overeenkomstig het nationale recht als strafbare feiten zijn gekwalificeerd, worden aangemerkt als terroristische misdrijven, indien de dader deze feiten pleegt met het oogmerk om:
- een bevolking ernstig vrees aan te jagen,
(…):
a.
a) aanslag op het leven van een persoon, die de dood ten gevolge kan hebben;
(…)
i.
i) het bedreigen met een van de onder a) tot en met h) bedoelde gedragingen.
Aan het eerste vereiste is voldaan. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt immers in artikel 285, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gesteld. Verder is vereist dat verdachte het feit moet hebben gepleegd met een terroristisch oogmerk. Blijkens het Kaderbesluit dient de definitie van een terroristisch oogmerk onder meer te worden gelezen als: een bevolking ernstige vrees aanjagen.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte op donderdag 18 mei 2017 heeft gebeld met een organisator van het sportevenement [naam] Duathlon & Trail dat op zaterdag 20 mei 2017 zou plaatsvinden en dat zij, zonder haar identiteit kenbaar te maken, in dit telefoongesprek tegen hem heeft gezegd: “Zaterdagmorgen om negen uur is er een aanslag bij de [naam] ”. Op 20 mei 2017 om 09.00 uur was het eerste startmoment op genoemd evenement. Bij een sportevenement als de [naam] Duathlon & Trail komen veel deelnemers. Ook is de verwachting dat hier veel publiek naartoe komt. De afgelopen jaren hebben diverse terroristische aanslagen plaatsgevonden. Op 15 april 2013 vond een aanslag plaats tijdens de marathon van Boston. Hierbij zijn mensen komen te overlijden en gewond geraakt.
De rechtbank is van oordeel dat uit de omstandigheden alsmede de aard en context van de gedragingen in onderlinge samenhang bezien, kan worden afgeleid dat verdachte het oogmerk had om deelnemers, organisatoren en bezoekers van genoemd sportevenement ernstige vrees aan te jagen. De bedreiging was van dien aard en heeft onder zodanige omstandigheden plaatsgevonden dat bij aangever redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee gedreigd werd ook gepleegd zou worden. Gelet hierop acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging met een terroristisch misdrijf. Tegelijk volgt uit de bewijsmiddelen ook dat verdachte heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat en heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Er is hierbij sprake van eendaadse samenloop.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 18 mei 2017 te [woonplaats] en [woonplaats] deelnemers en organisatoren en bezoekers van de [naam] Trail heeft bedreigd met een terroristisch misdrijf, en met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat en met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte via een telefonische melding aan de organisator medegedeeld: "Zaterdagmorgen om negen uur is er een aanslag bij de [naam] ".
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
Eendaadse samenloop van:
bedreiging met een terroristisch misdrijf,
en
bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat,
en
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Over verdachte zijn de volgende rapporten opgemaakt:
  • een rapport van 24 oktober 2018, opgemaakt door psycholoog R.A. Sterk;
  • een rapport van 25 oktober 2018, opgemaakt door psychiater J. Marx.
Psycholoog R.A. Sterk heeft geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een neurocognitieve stoornis en dat er verder geen ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens is geconstateerd. Psychiater J. Marx komt ook tot de conclusie dat bij verdachte geen ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens wordt aangetoond. De psychiater ziet dan ook geen reden te adviseren tot een verminderde mate van toerekenen van het ten laste gelegde.
De rechtbank is gelet op de conclusies van de deskundigen van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde geheel aan verdachte kan worden toegerekend.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid geheel uitsluit.

8.OPLEGGING VAN STRAFFEN

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van 2 jaren;
- een taakstraf van 150 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 75 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt heeft de verdediging verzocht met de volgende feiten en omstandigheden rekening te houden bij de strafoplegging. Verdachte is een first offender. Zij zal mogelijk haar baan verliezen omdat een veroordeling problemen oplevert bij het verkrijgen van een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG). Hierdoor zal zij mogelijk haar woning niet meer kunnen betalen. De inverzekeringstelling en strafrechtelijke verdenking hebben veel impact op verdachte gehad. De reclassering heeft het recidiverisico als gering ingeschat.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straffen heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft de organisator van de [naam] Duathlon telefonisch bedreigd met een terroristische aanslag welke bedreiging ook gericht is tegen de algemene veiligheid van personen of goederen en een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven inhoudt. Gelet op de eendaadse samenloop acht de rechtbank dit laatste niet strafverhogend. Bij aangever is de terechte vrees ontstaan dat die aanslag ook zou worden gepleegd. Verdachte heeft met haar handelen gevoelens van angst en onveiligheid teweeggebracht. Zij heeft een zeer ernstig strafbaar feit gepleegd.
De gevolgen van het bewezen verklaarde handelen zijn uiteindelijk beperkt gebleven. Het sportevenement heeft doorgang kunnen vinden nadat verdachte op 19 mei 2017 is aangehouden.
Verdachte heeft geen inzicht kunnen of willen geven in haar beweegredenen om dit ernstige strafbare feit te plegen. Op de zitting blijft zij herhalen: ik heb er geen herinnering aan en ik heb geen motief. Voor de rechtbank blijft het dan ook duister wat de achtergrond is geweest.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 17 september 2018 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten strafrechtelijk is veroordeeld. Dit is niet in voor- of nadeel van verdachte.
Zoals onder 7 overwogen kan het hiervoor bewezen verklaarde geheel aan verdachte kan worden toegerekend.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf van 150 uren subsidiair 75 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest, passend en geboden is.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 55 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 1 maand;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 75 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Ebbens, voorzitter, mrs. E. Akkermans en H.E. Spruit, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 november 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 18 mei 2017 te Leusden en/of IJmuiden, althans in Nederland, deelnemer(s) en/of organisator(en) en/of bezoeker(s) van de [naam] Trail heeft bedreigd met een terroristisch misdrijf en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend mondeling, althans via een telefonische melding aan de organisator, medegedeeld: "Zaterdagmorgen om negen uur is er een aanslag bij de [naam] ", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij - het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 21 mei 2017, genummerd 201705210838, opgemaakt door politie Oost-Utrecht, doorgenummerd 1 tot en met 66;
2.Proces-verbaal van aangifte van [A] , pagina 30.
3.Proces-verbaal van aangifte van [A] , pagina 31.
4.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 21 mei 2017, genummerd 201705210838, opgemaakt door politie Oost-Utrecht, pagina 11.
5.Proces-verbaal van verhoor van [A] bij de rechter-commissaris op 28 augustus 2018, parketnummer 16/659592-17, pagina 2.
6.Een geschrift, inhoudende histogegevens van aangever [A] : [telefoonnummer] , pagina 33.
7.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 47.
8.Een geschrift, inhoudende een kennisgeving van inbeslagneming artikel 94 Wetboek van Strafvordering, pagina 5.
9.Proces-verbaal onderzoek smartphone, pagina 34.
10.Proces-verbaal onderzoek smartphone, pagina 35.
11.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 48.
12.Een geschrift, inhoudende de internetgeschiedenis van telefoonnummer [telefoonnummer] , pagina 51.
13.Een geschrift, inhoudende de internetgeschiedenis van telefoonnummer [telefoonnummer] , pagina 50.
14.Verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting van 31 oktober 2018.
15.Proces-verbaal van bevindingen gesprek met [B] , pagina 45.
16.Een geschrift, inhoudende de internetgeschiedenis van telefoonnummer [telefoonnummer] , pagina 51.
17.Een geschrift, inhoudende de internetgeschiedenis van telefoonnummer [telefoonnummer] , pagina 50.