Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 november 2017
- het deskundigenbericht van 27 juni 2018
- de conclusie na deskundigenbericht van Nonaf
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van ProRail.
‘Wat verstaat u onder een ATB-versterker?’Zijn antwoord is dat het geheel van de voedingsbron, condensator en railspoel een ATB-versterker wordt genoemd. Nonaf en ProRail delen deze conclusie, zodat de rechtbank hiervan ook uitgaat.
‘In figuur 2 op bladzijde 8 van productie 6E is te zien dat de veldsterkte gemeten met de ATB veldsterkte meter onder de minimale waarde van 6,5 A blijft. Als de veldsterkte wordt verhoogd door de stroom hoger in te stellen dan gaat de stroom tevens omhoog in de landhoofdsecties. Dit vindt ProRail ongewenst omdat er in de standaardschakeling geen mogelijkheden zijn om dit voldoende veilig te kunnen compenseren. Daarnaast worden in dit geval de componenten van de stroomspoorloop boven de grenswaarden belast.’
Op blz. 8 van productie 6E geeft figuur 2 de resultaten weer van de gemeten veldsterkte aan de samengestelde sectie 216DT zonder lus-kabel.’Nonaf benadrukt, ook in haar correspondentie met de deskundige tijdens zijn onderzoek, dat Movares niet de veldsterkte heeft gemeten maar de demping daarvan. De rechtbank stelt nu vast dat de conclusie in het tussenvonnis van 1 maart 2017, dat Movares niet de veldsterkte heeft gemeten maar de demping heeft berekend, op een misverstand berust en een eigen leven is gaan leiden. In het proces-verbaal van de zitting van 13 december 2016 staat dat de heer Van Dijk namens ProRail heeft verklaard dat Movares inderdaad de demping heeft bepaald en niet de veldsterkte heeft gemeten. Dit proces-verbaal is buiten aanwezigheid van partijen opgesteld, maar aan het slot van dat proces-verbaal is vermeld dat partijen desgewenst per brief nog opmerkingen of aanvullingen op dit proces-verbaal kenbaar konden maken. Nonaf heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt, ProRail niet. ProRail heeft de rechtbank er toen dus niet op gewezen dat dit onderdeel uit het proces-verbaal niet klopt. In haar conclusie na deskundigenbericht heeft ProRail dat wel gedaan. Volgens ProRail heeft Movares wel de veldsterkte gemeten, om naar aanleiding daarvan de demping van de veldsterkte vast te stellen. Nadere bestudering van de stukken leidt tot de conclusie dat dit klopt.
In de nacht van 11 op 12 juni 2012 zijn er metingen uitgevoerd aan de ATB-veldsterkte op en nabij de geluidsarme brug met RVS NONAF-goot over de Westelijke randweg te Haarlem. Met deze metingen kan de mate van de demping van het ATB-signaal op de geluidsarme brug met RVS NONAF-goot bepaald worden.’ Vervolgens zijn in deze rapporten in diverse grafieken (‘figuren’) de resultaten weergegeven van de metingen van de veldsterkte. In verschillende tabellen zijn de gemiddelde, minimale en maximale waarden van de veldsterkte vermeld, met daarbij de demping in procenten. Dat de veldsterkte is gemeten blijkt ook uit het door Nonaf als productie 10B overgelegde rapport van de door haar ingeschakelde deskundige Oonincx van 1 oktober 2016. In dat rapport staat:
- ‘Het meetrapport geeft aan dat de gemeten ATB-veldsterkte op het brugdeel te laag is.’(zie 2.1, bladzijde 7)
- ‘De demping is gemeten ten opzichte van de ATB-veldsterkte op het ballastdeel exclusief de overgang van het landhoofd naar de brug.’ (zie 2.3, bladzijde 8)
‘Omdat dat systeem[rechtbank: het treindetectiesysteem]
in stand moet blijven gelden er beperkingen voor de hoeveelheid inbrengstroom die kan worden gehanteerd. Wij gaan uit van maximaal 10 A. Het klopt dat het systeem tot 12 à 13 A kan gaan, maar wij willen het systeem niet op de maximale capaciteit instellen.’
‘Met de maximale stroomsterkte, die nog volgt, zijn de te toetsen waarden duidelijk.’Nonaf en ProRail zijn het daarna nooit eens geworden over die maximale stroomsterkte, maar dat er een maximale stroomsterkte is, is door Nonaf aanvaard. Naar het oordeel van de rechtbank wordt de haalbaarheid van een veldsterkte van tenminste 6,5 A niet alleen bepaald door de technische mogelijkheden, maar ook door de risico’s die gepaard gaan met het verhogen van de spoorstaafstroom, voor zover ProRail die redelijkerwijs niet hoeft te nemen. Ondanks dat Nonaf en ProRail dit niet uitdrukkelijk zijn overeengekomen, is deze beperking tussen hen van toepassing op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. Dit brengt mee dat de door ProRail genoemde risico’s b) tot en met d) bij de beoordeling van dit geschil moeten worden betrokken, ook al zijn die risico’s volgens de rechtbank niet te beschouwen als versterkende maatregelen. Ook die beoordeling is echter in het voordeel van Nonaf. Daarvoor is het volgende van belang.
- een document autoriseert waarmee toestemming wordt verleend voor generieke toepassing van de Nonaf-goot en/of
- aan Nonaf haar keuze bekend maakt voor hetzij overdracht door Nonaf aan ProRail van het octrooi op de Nonaf-goot, hetzij de verstrekking door Nonaf aan ProRail van een exclusieve licentie voor onbepaalde duur voor de Nonaf-goot en/of
- met Nonaf in onderhandeling treedt over de prijs voor het octrooi hetzij de exclusieve licentie voor onbepaalde duur.
1.900,50(3,5 punten × tarief € 543,00)
3.De beslissing
- een document autoriseert waarmee toestemming wordt verleend voor generieke toepassing van de Nonaf-goot en/of
- aan Nonaf haar keuze bekend maakt voor hetzij overdracht door Nonaf aan ProRail van het octrooi op de Nonaf-goot, hetzij de verstrekking door Nonaf aan ProRail van een exclusieve licentie voor onbepaalde duur voor de Nonaf-goot en/of
- met Nonaf in onderhandeling treedt over de prijs voor het octrooi hetzij de exclusieve licentie voor onbepaalde duur,