ECLI:NL:RBMNE:2018:5436
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Uitkeringsfraude door verdachte in de gemeente Zeist met betrekking tot werkzaamheden in een hennepkwekerij
Op 7 november 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende een periode van vier maanden schuldig heeft gemaakt aan uitkeringsfraude. De verdachte heeft verzuimd om werkzaamheden te melden die hij verrichtte in een hennepkwekerij, die in zijn woning was aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 6 augustus 2015 tot en met 31 december 2015 niet heeft gemeld dat hij inkomsten had uit deze werkzaamheden, wat in strijd is met de verplichtingen die voortvloeien uit de Participatiewet. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan, aangezien misbruik van sociale voorzieningen het sociale stelsel ondermijnt.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van de verdachte en de oriëntatiepunten voor fraudezaken. De officier van justitie had een taakstraf van 110 uren geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een taakstraf van 60 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen, waaronder zijn eerdere veroordelingen en de conclusie van een reclasseringsrapport dat geen meerwaarde zag in toezicht.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk nalaten van het verstrekken van benodigde gegevens, wat kan leiden tot bevoordeling van zichzelf. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis. De uitspraak benadrukt de ernst van uitkeringsfraude en de impact daarvan op de samenleving.