2.1.[eiseres] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] ter zake de huurprijs, vermeerderd met het aan [eiseres] verschuldigde servicekostenvoorschot over de periode tot en met oktober 2018 tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het bedrag van € 5.500,00;
vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand of gedeelte van een
maand over de van dat bedrag deel uit makende betalingstermijnen, ingaande op de
eerste dag van elke betrokken betalingsperiode over de dan telkens vervallen
betalingstermijnen tot aan de dag der algehele voldoening;
vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten van € 998,25 (inclusief BTW).
II. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de voorgeschreven huurprijs, vermeerderd met het voorschreven servicekostenvoorschot van € 900,00 per maand over de periode vanaf 1 november
2018 tot aan de dag van de hierna te vorderen ontbinding van de voorschreven huurovereenkomst, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand of
een gedeelte van een maand, ingaande op de eerste dag van elke betrokken
betalingsperiode over de dan telkens vervallen betalingstermijnen tot aan de dag der
algehele voldoening.
III. de voorschreven huurovereenkomst tussen [eiseres] als verhuurster en [gedaagde]
als huurder betreffende de woonruimte, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , te ontbinden per de datum van het te dezen te wijzen vonnis, althans per een bij dit vonnis in goede justitie te bepalen andere datum, met veroordeling van [gedaagde] om het gehuurde, met al degenen die en al hetgeen dat zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt, binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis, althans binnen een zodanige andere termijn als bij dit vonnis in goede justitie te bepalen is, volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels in lege en behoorlijke staat ter beschikking van [eiseres] te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden, zulks met machtiging aan [eiseres] om bij gebreke van volledige voldoening hieraan deze verlating en ontruiming en dit vervolgens verlaten en ontruimd houden zelf te bewerken met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van [gedaagde] .
IV. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de
noodzakelijke reis- en verblijfkosten en verlet kosten van [eiseres] en het salaris en de noodzakelijke verschotten van de gemachtigde van [eiseres] , te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval dat voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te
vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van het vonnis;
te vermeerderen met de na het vonnis te maken kosten van tenuitvoerlegging daarvan, waaronder de eventueel te maken ontruimingskosten op vertoon van de
daartoe nodige, in dit vonnis te vermelden, bescheiden op voet van artikel 3:299 lid 3 Burgerlijk Wetboek.