ECLI:NL:RBMNE:2018:5385
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot uitbreiding van contactmomenten voor minderjarige onder toezichtstelling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de uitvoering van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam van verzoekster]. Het verzoek is ingediend door [voornaam van verzoekster] zelf, die onder toezicht is gesteld tot 8 mei 2019. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, haar ouders, de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland, en de Raad voor de Kinderbescherming betrokken waren.
[Voornaam van verzoekster] verzocht de kinderrechter om haar meer vrijheid te geven in het contact met haar familieleden, met name haar oma, ooms, tantes, neefjes en nichtjes. Momenteel mag zij haar oma en tante één keer per twee weken zien, maar zij wenst een uitbreiding van deze regeling. De gezinsvoogd en de ouders hebben de huidige regeling vastgesteld, die door de jeugdhulpaanbieder wordt uitgevoerd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen overeenstemming is tussen de betrokkenen en dat het verzoek van [voornaam van verzoekster] ontvankelijk is op basis van artikel 1:262b van het Burgerlijk Wetboek.
De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet in het belang van [voornaam van verzoekster] is. De huidige beperkingen zijn ingesteld om haar welzijn te waarborgen, gezien de complexe situatie met verschillende familieleden die aan haar trekken. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een onbeperkte bezoekregeling niet past binnen het kader van de uithuisplaatsing van [voornaam van verzoekster]. Daarom heeft de kinderrechter het verzoek afgewezen.