ECLI:NL:RBMNE:2018:5366
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatie met internationale aspecten en draagkrachtformule
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 november 2018 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man, woonachtig in Marokko, en een vrouw, woonachtig in Nederland. De man verzocht om echtscheiding op de grondslag van duurzame ontwrichting van het huwelijk. De vrouw voerde verweer en stelde dat de man zijn verantwoordelijkheden als echtgenoot en vader diende te nemen. De rechtbank oordeelde dat de man en vrouw al geruime tijd gescheiden leven en dat de duurzame ontwrichting van het huwelijk voldoende was vastgesteld, waardoor het verzoek tot echtscheiding werd toegewezen.
Daarnaast werd de hoofdverblijfplaats van de minderjarige dochter bij de vrouw bepaald, en werd een zorgregeling vastgesteld waarbij de man de dochter eenmaal per jaar in Nederland bezoekt en op afstand contact met haar kan onderhouden. De vrouw verzocht ook om kinderalimentatie, waarbij de rechtbank de draagkracht van de man beoordeelde. De rechtbank concludeerde dat de man voldoende draagkracht had om bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de dochter, en stelde de alimentatie vast op € 312,-- per maand met ingang van 25 juli 2017, en € 317,-- per maand met ingang van 1 januari 2018.
Verder werd de vrouw als huurder van de woning toegewezen, en het verzoek van de vrouw om vast te stellen dat de huwelijksgoederengemeenschap was verdeeld, werd afgewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, behoudens voor zover het de echtscheiding betreft. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.