In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Tui Nederland N.V. en een gedaagde partij over de rechtsgeldigheid van een annuleringsbeding in de Algemene Vervoersvoorwaarden van TUI fly. De eiser, Tui, had een vordering ingesteld op basis van dit annuleringsbeding, dat 100% annuleringskosten voorschreef bij annulering van een vliegticket. De gedaagde had de annulering van zijn ticket aangevochten, waarbij hij stelde dat het beding onredelijk bezwarend was in de zin van artikel 6:233 aanhef en onder a BW en de Europese richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het annuleringsbeding inderdaad onder de Europese richtlijn valt en dat het beding in dit geval onredelijk bezwarend is. De rechter oordeelde dat Tui niet voldoende had onderbouwd dat de 100% annuleringskosten in een redelijke verhouding stonden tot de werkelijk geleden schade. De kantonrechter heeft de vordering van Tui tot terugbetaling van de ticketkosten afgewezen, maar heeft wel een bedrag van € 403,50 toegewezen voor andere kosten die niet door de vernietiging van het annuleringsbeding werden geraakt. Daarnaast is Tui veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, die op nihil zijn begroot.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor luchtvaartmaatschappijen om annuleringsbedingen zorgvuldig te formuleren en te onderbouwen, vooral in het licht van de bescherming van consumentenrechten onder de Europese wetgeving. De rechter heeft ook aangegeven dat een annuleringsbeding dat een consument in een juridisch minder gunstige positie plaatst, vernietigd kan worden, wat de belangen van consumenten in dergelijke overeenkomsten versterkt.