Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
in conventie
3.414,00(2 punten × tarief € 1.707,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, betaling van meerkosten van € 68.682,11 van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap, vanwege hogere afslibbaarheid van vervuilde grond. De eiseres stelt dat zij met de gedaagde is overeengekomen dat zij eventuele meerkosten in rekening mag brengen, zoals vermeld in haar algemene voorwaarden. De gedaagde betwist deze overeenkomst en stelt dat de door eiseres in rekening gebrachte meerkosten niet zijn overeengekomen. De rechtbank oordeelt dat de eiseres bevoegd was om de meerkosten door te berekenen, omdat de gedaagde niet heeft betwist dat de meerkosten vallen onder de voorwaarden van de overeenkomst. De rechtbank wijst de vordering tot betaling van de factuur voor de meerkosten af, omdat de eiseres niet heeft aangetoond dat de grond met een hoger afslibgehalte is aangeboden. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.000,00 aan de eiseres, vermeerderd met rente. In reconventie vordert de gedaagde betaling van € 5.090,25, wat door de rechtbank wordt toegewezen, omdat de eiseres niet voldoende heeft onderbouwd dat dit bedrag onverschuldigd is betaald. De proceskosten worden aan de zijde van de gedaagde toegewezen.