Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het incidenteel vonnis van 3 januari 2018,
- de akte houdende wijziging van eis en overlegging producties,
- de akte overlegging producties van [eiser] van 4 juni 2018,
- de akte overlegging productie van [eiser] van 18 juni 2018,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, die op 19 juni 2018 is gehouden, en de reactie van partijen daarop bij brieven van 5 juli 2018 ( [eiser] ) en 9 juli 2018 (de [gedaagde] ).
2.De feiten
plant cell biologieaan de [universiteit 1] . Van juni 2007 tot en met december 2012 was hij als wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan het Departement biologie van de [gedaagde] . Het onderzoek waarmee hij zich bezighield had betrekking op celdeling bij levende planten. De afdeling waarbinnen [eiser] onderzoek deed stond onder leiding van professor [onderzoeker A] . [onderzoeker A] is in september 2012 overgestapt naar [universiteit 2] (hierna: [universiteit 2] ).
The data presented in this manuscript have in my opinion been extremely falsified and manipulated in order to match the authors’conclusions.”. Op diezelfde datum heeft [rector] per e-mail het bericht van [professor A] doorgestuurd aan [onderzoeker A] met de volgende begeleidende tekst:
we have noticed concerns from some of our colleagues in terms of presentation of the data”). [eiser] deelt mee dat hij en zijn medeauteurs een en ander zo spoedig mogelijk zullen uitzoeken.
“critical commentary on the recent publication in the journal [tijdschrift 2] (…)”naar de [gedaagde] gestuurd”. Deze is doorgestuurd aan de CWI.
given the seriousness of the flaw and errors detected in the paper, we ask you to consider to withdrawal of the [tijdschrift 2] manuscript”
3.Het geschil
4.De beoordeling
fair playis gehandeld, is voor de vaststelling van onrechtmatig handelen op zich zelf niet toereikend. Het onderzoek van de Ombudsman staat immers in de sleutel van behoorlijke omgang met de burger. Dat is een andere toetsingsnorm dan die van de onrechtmatigheid op de voet van artikel 6:162 BW, die hier aan de orde is. Een beoordeling van de rechtmatigheid of onrechtmatigheid van het optreden van de [gedaagde] is niet aan de Ombudsman en kan in zijn conclusies ook niet worden gelezen. Die conclusies strekken zich – zoals het rapport ook vermeldt – ook niet uit over de juistheid van het besluit van de [gedaagde] en het advies van het LOWI of over de daaraan onderliggende motivering.
“I would suggest that you carry out an investigation into this at the utmost urgency”.Het is zonder meer begrijpelijk dat (de rector van) de [gedaagde] dit heeft aangemerkt als klacht en deze, conform de klachtenregeling, ter verdere behandeling heeft doorgestuurd naar de CWI. Anders dan [eiser] stelt heeft (de rector van) de [gedaagde] daarmee niets gezegd over de inhoud en/of de ontvankelijkheid van de klacht. De beoordeling van de ontvankelijkheid is voorbehouden aan de CWI. Zij heeft dat ook gedaan en daarover in haar brief van 13 mei 2013 meegedeeld dat de klacht ontvankelijk is, waarna zij is overgegaan tot de inhoudelijke behandeling daarvan. De [gedaagde] heeft toegelicht dat de rector deze mail naar [onderzoeker A] (en niet ook naar [eiser] en de andere auteurs) heeft doorgestuurd, omdat [onderzoeker A] de leider van het betreffende onderzoek was en als zodanig verantwoordelijk was voor het informeren van de andere betrokken onderzoekers. [onderzoeker A] heeft deze e-mail na ontvangst vervolgens onmiddellijk doorgestuurd naar [eiser] , die dus vrijwel meteen op de hoogte is geraakt. Niet valt in de te zien dat deze gang van zaken onzorgvuldig is jegens [eiser] .
mindset” kunnen ontstaan dat hij inderdaad integriteitsfouten heeft gemaakt en stond hij daardoor op achterstand. Vast staat dat de deskundigen de gemotiveerde reactie van [eiser] hebben ontvangen en daarop inhoudelijk hebben gereageerd. [eiser] heeft weliswaar gesteld dat hij door deze volgorde van behandeling in zijn verdediging is geschaad, maar heeft ook op dit punt geen concrete feiten en omstandigheden naar voren gebracht waaruit blijkt dat de deskundigen zijn verweer met vooringenomenheid hebben gelezen of niet toereikend hebben weerlegd. Ook de Ombudsman heeft overigens opgemerkt dat hij “niet dezelfde waarde hecht als [eiser] aan de volgorde waarin de experts hebben kunnen reageren op de argumenten van de klagers en [eiser] ”.
Retractionwatch, was afkomstig van [professor A] . De [gedaagde] had daarmee geen bemoeienis en heeft [professor A] verzocht deze publicatie te verwijderen. De publicaties in de Volkskrant en de NRC in november 2013 nadien waren het gevolg van de publicatie op Retractionwatch. Ook hier mee had de [gedaagde] geen bemoeienis. Uit de artikelen die [eiser] heeft overgelegd blijkt ook niet dat de [gedaagde] inhoudelijk heeft gereageerd op deze publicaties. Ze heeft enkel meegedeeld dat [eiser] niet meer in dienst is en heeft verder geen commentaar willen geven voordat het onderzoek was afgerond. Voor de negatieve uitlatingen door [onderzoeker A] in mei 2014 in het ‘Digitaal Utrechts Universiteitsblad’ (DUB) over het omgaan met illustraties door [eiser] – die overigens dateert van na het Besluit – is de [gedaagde] evenmin verantwoordelijk. Ter zitting heeft de [gedaagde] toegelicht dat zij geen enkele bemoeienis heeft met de inhoud van dit tijdschrift. [eiser] heeft voor het tegendeel geen onderbouwing gegeven.
fabricationin het Besluit in deze context moet worden gezien. Het bewust en opzettelijk manipuleren van de afbeeldingen kan worden aangemerkt als het ‘fabriceren’ van data. Dat deze term als zodanig niet eerder is gebruikt in de klachtprocedure of de adviezen van de CWI en het LOWI betekent niet dat de [gedaagde] , nadat zij kennis had genomen van de standpunten van alle partijen en de adviezen, dit woord in het Besluit niet zou mogen gebruiken. Zij heeft voldoende gemotiveerd waarom zij tot deze conclusie is gekomen. Dat [eiser] geraakt en verrast werd door de ernst van het wetenschappelijke verwijt dat hier uit blijkt, is begrijpelijk. Dat dit zonder grond was is niet komen vast te staan.
922,00(2 punten × tarief € 461,00)