5.4.In de van toepassing zijnde Richtlijn 2001/83/EG van 6 november 2001, zijn voorschriften opgenomen voor geneesmiddelenbewaking. In bijlage 1 van het rapport hebben de deskundigen een samenvatting gegeven van de verplichtingen voor Eli Lilly als vergunninghouder. In de inleiding van hoofdstuk A van het rapport is vermeld dat een geneesmiddelenfabrikant op grond van de wettelijke verplichting de volgende twee mogelijkheden heeft om informatie over mogelijke bijwerking van zijn producten te verkrijgen:
- de wetenschappelijk gepubliceerde literatuur;
- meldingen van bijwerkingen, zowel die door de fabrikant direct ontvangen zijn, als de meldingen die door nationale meldcentra zijn ontvangen en via de registratieautoriteiten aan de fabrikant zijn toegezonden, de spontane meldingen genoemd.
In hoofdstuk A.1.1 van het rapport vermelden de deskundigen dat in de periode voor juni 2003 de volgende zes wetenschappelijke artikelen zijn gepubliceerd over gokverslaving en dopamine:
- 2000: Molina et al. Pathological gambling in Parkinson’s disease: A behavioral manifestation of pharmacologic treatment? Mov Disorders 2000; 15: 869-872;
- 2000: Seedat et al. Pathological gambling behaviour: emergence secondary to treatment of Parkinson’s disease with dopaminergic agents. Depression and Anxiety; 2000:11: 185-186;
- 2001: Samanta & Stacy Compulsive gambling with dopamenergic therapy in Parkinson’s disease/ Mov Disord 2000;15 (suppl):125;
- 2002: Gschwandter U et al. Pathological gambling in patients with Parkinson’s disease. Clin neuropharmacol 2001; 24: 170-172;
- 2002: Serrano-Duenas Chronic dopaminmetic drus addiction and pathologic gamblin in patients with Parkinson’s disease. Presentation of four cases. German J Psychiatry 2002; 5: 62-66;
- 2003 (april) Montastruc et al. Comportement pathologique de jeu au cours dúne maladie de Parkinson traitée par lévodopa et bromocriptine. In Rev Neurol Paris 2003; 159: 441-443.
In hoofdstuk A.1.2 van het rapport analyseren de deskundigen deze literatuur en vermelden zij per artikel het aantal in het betreffende artikel beschreven gevallen van gokverslaving bij het gebruik van dopamine agonisten en geven zij aan in hoeveel gevallen het ging om de dopamine agonist pergolide.
Hoofdstuk A 2 van het rapport gaat over de meldingen van bijwerkingen die door Eli Lilly zijn ontvangen. Het rapport geeft eerst een beschrijving van de wijze waarop Eli Lilly uitvoering geeft aan deze zogenoemde “signaaldetectie” (het detecteren, valideren, bevestigen, analyseren en beoordelen van signalen in verband met de veiligheid van een geneesmiddel) en licht toe dat het doel van de signaaldetectie is inzicht krijgen om te bepalen of er onbekende of veranderde risico’s zijn.
In dit hoofdstuk wordt voorts uiteengezet dat conform de wettelijk vastgelegde procedures alle bijwerkingen die Eli Lilly bekend worden in hun databank van bijwerkingen terechtkomen en worden opgenomen in het periodieke veiligheidsrapport, aangeduid met de Engelse benaming Periodic Saftey Update Report (PSUR). Kort gezegd dient Eli Lilly vanaf de eerste registratiedatum van het medicijn elke vijf jaar een PSUR uit te brengen. Over de voor reportage relevante periode heeft Eli Lilly twee PSURs uitgebracht: in februari 1994 over de periode 1993-1998 en in 2004 de PSUR over de periode 1998-2003. Uit het rapport blijkt dat de deskundigen bij hun onderzoek de beschikking hadden over de PSURs.
Verder vermeldt dit hoofdstuk dat Eli Lilly naar aanleiding van een vraag van de Zwitserse autoriteiten over gokverslaving bij het gebruik van pergolide een interne analyse heeft laten opstellen die heeft geleid tot een rapport van [Y] getiteld: “Review of the Safety Profile of Pergolide: Pathalogical Gambling and Mania.” De deskundigen vermelden dat de conclusie van deze analyse was dat er geen oorzakelijk verband is tussen deze bijwerking en het gebruik van pergolide.
De samenvatting van hoofdstuk A vermeldt:
“De informatie die tot juni 2003 beschikbaar was bestaat uit literatuur, meldingen en overige informatie.
In totaal zijn er in de literatuur vóór juni 2003 zes publicaties verschenen over gokverslaving en dopamine agonisten. Hierin worden achtentwintig patiënten met een gokverslaving bij de ziekte van Parkinson beschreven. Bij vier patiënten hiervan werd de gokverslaving gemeld bij het gebruik van pergolide al dan niet in combinatie met andere geneesmiddelen. Bij vijftien patiënten is sprake van gokverslaving bij gebruik van levodopa al dan niet in combinatie met andere geneesmiddelen niet zijnde pergolide. Zeven patiënten gebruikten pramipexol en van twee patiënten ontbreken gegevens over de medicatie.
Voor juni 2003 waren er volgens de database van Eli Lilly drie meldingen (codering (…)) aan hen bekend over mogelijke gokverslaving bij het gebruik van pergoliden.
(…)”
In hoofdstuk B van het rapport hebben de deskundigen (ter beantwoording van vraag b van de vraagstelling) geïnventariseerd over welke informatie Eli Lilly vóór 2003 beschikte. Zij hebben deze informatie vergeleken met de beschikbare informatie uit de literatuur. De deskundigen hebben geconstateerd dat Eli Lilly de gegevens van twee patiënten beschreven in de publicaties van Molina (2000) en Geschwandter (2001) pas op 21 december 2004 in de database heeft opgenomen. Blijkens het rapport heeft Eli Lilly als verklaring hiervoor aan de deskundigen meegedeeld dat zij deze publicaties pas had gevonden bij het opstellen van een overzichtsrapportage (“Cumulative Summary”) over de periode 1 januari 1983 tot 17 november 2004 en dat zij deze gevallen daarom in haar databank heeft opgenomen onder de datum 21 december 2004. Verder vermeldt het rapport dat een patiënt genoemd in de publicatie van het Samanta & Stacey abstract (2000) niet in de database van Eli Lilly is opgenomen. Deze melding voldeed volgens Eli Lilly niet aan de destijds geldende minimumnormen om in de database te worden opgenomen, omdat deze publicatie geen identificeerbare patiënt bevatte. In de conclusie van dit hoofdstuk onder B.3. vermelden de deskundigen:
“Uit het bovenstaande blijkt dat op grond van de beschikbare informatie voor juni 2003 op Eli Lilly niet de juridische of wetenschappelijke verplichting rustte om reeds voor dit tijdstip zelf nader onderzoek te doen naar de relatie tussen het gebruik van Permax en het optreden van gokverslaving. De ons bekende gegevens leiden naar onze mening ook niet tot de conclusie dat Eli Lilly zelf nader onderzoek zou hebben moeten verrichten.
De bevindingen uit ons literatuuronderzoek komen overeen met hetgeen in de literatuur vermeld staat. Molina merkt in zijn publicatie van maart 2000 op ‘To our knowledge, this association has not been described previously’. Daarna verschijnen er artikelen die een mogelijk verband tussen dopamine-agonisten beschrijven, maar deze hebben nog het karakter van een signaal, dat nadere bevestiging behoeft. Pas na 2003 verschijnen er publicaties die een duidelijk verband leggen tussen het gebruik van dopamine agonisten, zoals pergolide, en ontremming, zoals gokverslaving”