Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘Opdrachtnemer staat er voor in dat hij al zijn wettelijke verplichtingen verband houdend met deze Inleenovereenkomst nakomt, waaronder in elk geval begrepen die voortvloeiende uit de WAADI (Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs), de WAV (Wet Arbeid Vreemdelingen), de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) en eventueel toepasselijke cao
De Opdrachtnemer staat er voor in dat de toepasselijkheid van de op de Deskundige(dit is benaming voor de ter beschikking gestelde arbeidskracht, kantonrechter)
betrekking hebbende voorwaarden uit deze Inleenovereenkomst ook wordt overeengekomen met de Deskundige, of, als een derde door de Opdrachtnemer wordt ingeschakeld, met die derde (-).’Artikel 8.2 van de inleenovereenkomst bepaalt:
‘Een Deskundige, indien het een uitzendkracht van een Opdrachtnemer betreft, valt direct onder de zogeheten Inlenersbeloning krachtens de CAO voor uitzendkrachten.’Artikel 11.10 van de inleenovereenkomst luidt:
‘Betaling van de laatste factuur zal plaatsvinden nadat Opdrachtnemer omtrent de desbetreffende periode aan alle verplichtingen als bedoeld in artikel 12 heeft voldaan (-).’In artikel 12.1 van de inleenovereenkomst is bepaald:
‘Opdrachtnemer verklaart zijn verplichtingen jegens de Belastingdienst aangaande omzetbelasting, loonbelasting en premies sociale verzekeringen stipt na te komen. Opdrachtnemer vrijwaart Brainnet en de Klant voor alle aanspraken en verplichtingen tot betaling van deze belastingen en premies.’In artikel 12.3 van de inleenovereenkomst is geregeld dat Brainnet bevoegd is alle betalingen aan opdrachtnemer op te schorten, indien deze haar niet binnen twee maanden na afloop van een kwartaal met betrekking tot de ter beschikking gestelde arbeidskrachten die voor de belastingdienst geen zelfstandige zijn geen accountantsverklaring verstrekt betreffende de juiste, volledige en tijdige aangifte en betaling van omzetbelasting, loonbelasting en premies sociale verzekeringen.
‘de rechtens geldende beloning van de werknemer in dienst van de opdrachtgever, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie als de uitzendkracht.’In artikel 20 van de ABU-cao is bepaald:
‘1. De inlenersbeloning wordt per terbeschikkingstelling vastgesteld. Bij toepassing van de inlenersbeloning wordt de door de uitzendkracht te vervullen functie voor aanvang van de terbeschikkingstelling ingedeeld in de bij de opdrachtgever toepasselijke functiegroep. De indeling vindt plaats op basis van de door de opdrachtgever verstrekte informatie (zie lid 3 van dit artikel).
3.De vordering en het daartegen gevoerde verweer
‘gewoon ergens binnen de range (-) van de twee uitersten in Schaal 7’ingedeeld. Bovendien wijst [eiseres] erop dat (andere) arbeidskrachten die voor projecten van VWT ter beschikking zijn - en nog altijd worden - gesteld niet meer dan de ABU-beloning ontvangen, althans evenmin volgens de cao TI worden beloond.