In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiseres, die een woning in Almere gebruikt voor haar BDSM-praktijk, is gelast om per 1 januari 2018 het gebruik van de woning als seksinrichting te beëindigen. De rechtbank oordeelt dat de omschrijving van de opgelegde last te ruim is geformuleerd, met name de zinsnede die stelt dat eiseres moet stoppen met BDSM- en/of SM-handelingen, aangezien deze handelingen worden aangemerkt als seksuele handelingen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit op dit punt. De voorzieningenrechter concludeert dat de activiteiten van eiseres in de woning als seksuele handelingen kunnen worden aangemerkt, maar dat de formulering van de last moet worden aangepast. Eiseres heeft in het verleden zonder vergunning een seksinrichting geëxploiteerd en de gemeente heeft op basis van verschillende onderzoeken en meldingen besloten tot handhaving. De rechtbank wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, maar kent wel een proceskostenvergoeding toe aan eiseres.