Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Partou B.V.,
1.Het verloop van de procedure
- Partou heeft een vordering ingesteld.
- [gedaagde] heeft daarop geantwoord en een tegenvordering ingesteld.
- Partou heeft daarop gereageerd en een conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie genomen.
- Vervolgens heeft [gedaagde] een conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie genomen.
- Daarna heeft Partou nog een akte in conventie genomen en in reconventie een conclusie van dupliek.
- [gedaagde] heeft daarna nog kunnen reageren op de productie die Partou bij het laatste processtuk bijgevoegd had.
2.De feiten en het geschil in conventie en in reconventie
“Vaststellingsovereenkomst”opgesteld (zie productie 7 van [gedaagde] en productie 5 van Partou, hierna: de vaststellingsovereenkomst). Daarin is onder het kopje
“Totaal verschuldigd inclusief tot vandaag gemaakte kosten, onverminderd rente:”onder meer opgenomen een verschuldigde hoofdsom van € 2.275,10 en incassokosten van € 412,94. Ook is in de vaststellingsovereenkomst opgenomen:
“ARTIKEL 1[= [gedaagde] , kantonrechter]
erkent gaaf en onvoorwaardelijk de vordering welke de gerechtsdeurwaarder ten behoeve van[Partou, kantonrechter]
ter incasso in handen heeft tot bovenvermeld totaalbedrag exclusief rente;”. In de vaststellingsovereenkomst is een betalingsregeling opgenomen van € 40,00 per maand. [gedaagde] heeft de vaststellingsovereenkomst op 29 september 2015 ondertekend.
3.De beoordeling in conventie en in reconventie
“verkoopfactuur”van januari 2013. Die bedraagt in de eerste opstelling € 179,70. In de tweede berekening bedraagt de factuur van januari 2013 € 969,70, maar is ook de ontvangst van de kinderopvangtoeslag van 2012 opgenomen. Bij die ontvangst, van 20 december 2012, is vermeld
“Belastingdienst jan-13”. Die verrekening acht de kantonrechter juist. De totale kosten voor de kinderopvang zijn dus € 16.773,83 wanneer de in 2012 ontvangen kinderopvangtoeslag apart als ontvangst wordt gerekend.
“Definitieve berekening”van de belastingdienst (productie 9 van [gedaagde] ). De belastingdienst schrijft daar
“U hebt bij de eerdere definitieve berekening van uw kinderopvangtoeslag te weinig ontvangen. Daarom krijgt u nog € 13.166. Wij maken dit bedrag over of verrekenen het met toeslagen die u nog aan ons moet terugbetalen.”. Ten eerste is de brief aan [gedaagde] zelf gericht, wat erop zou wijzen dat de belastingdienst het bedrag aan haar zou betalen en niet aan Partou. Ten tweede kan dat bedrag verrekend zijn met toeslagen die [gedaagde] eventueel nog schuldig was aan de belastingdienst. Ten derde is de brief opgesteld op 29 mei 2015, toen de overeenkomst tussen [gedaagde] en Partou al was beëindigd. Al met al staat ontvangst van dat bedrag niet vast.
“ [gedaagde] : betaald 566,- in 2013 + E300,-“, maar dat bedrag (de door haar gestelde € 866,00) volgt niet uit die productie (die telt op tot € 566,00). De kantonrechter gaat op grond van het voorgaande uit van de juistheid van het betalingsoverzicht van Partou. Daaruit volgt dat de vordering in hoofdsom, voorafgaand aan de betalingsregeling zoals vastgelegd in de vaststellingsovereenkomst, € 2.275,10 bedraagt.
525,00(3,5 punten x tarief € 150,00)