Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 oktober 2018 in de zaak tussen
[derde-partij], te Amsterdam (gemachtigde: mr. A.B. Blomberg).
Procesverloop
Overwegingen
Ter zitting is onvoldoende duidelijk geworden of er daadwerkelijk behoefte is aan intensieve zorg of ondersteuning. De aanvrager was namelijk in verband met een vakantie in het buitenland niet zelf aanwezig om de vragen van de rechtbank te beantwoorden. De rechtbank heeft daarom de aanvrager in de gelegenheid gesteld een verklaring in te brengen over zijn mantelzorgbehoefte. De aanvrager heeft vervolgens schriftelijk verklaard dat zijn behoefte aan zorg en ondersteuning niet zodanig is dat hij de mantelzorg(woning) op heel korte termijn nodig heeft, maar dat de aanvraag was bedoeld om alvast duidelijkheid te krijgen voor het moment dat hij wel een mantelzorgwoning nodig heeft. De rechtbank stelt daarom vast dat niet voldaan is aan de vereisten voor mantelzorg als bedoeld in Bijlage II Bor. De beroepsgrond slaagt.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
mr. M. van der Knijff, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
11 oktober 2018.