ECLI:NL:RBMNE:2018:488

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 februari 2018
Publicatiedatum
9 februari 2018
Zaaknummer
6565483 UC EXPL 18-214
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter om toegang tot de woning te verlenen en dwangsommen bij niet-nakoming

In deze zaak heeft de Stichting Mitros een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet tijdig heeft geantwoord, waardoor verstek is verleend. Mitros vorderde onder andere dat de gedaagde zou worden veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis mee te werken aan een inspectie van de woning, op straffe van een dwangsom. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde op basis van de huurovereenkomst verplicht is om toegang tot de woning te verlenen voor inspectie op gebreken. De kantonrechter wijst de vordering tot machtiging van Mitros om de woning zonder toestemming van de gedaagde te betreden af, omdat dit in strijd is met de wet. De kantonrechter stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder in specifieke gevallen bevoegd is om een woning zonder toestemming te betreden, maar dat dit hier niet aan de orde is. De vordering tot het opleggen van een dwangsom voor het verlenen van toegang wordt eveneens afgewezen. De kantonrechter wijst de gedaagde echter wel een termijn van twee weken toe om de tuin in verzorgde staat te brengen, met een dwangsom van € 100,00 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 700,00. De kosten van de werkzaamheden komen voor rekening van de gedaagde. De kantonrechter veroordeelt de gedaagde ook in de proceskosten, die zijn begroot op € 416,31.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 6565483 UC EXPL 18-214 aw/1370
Verstekvonnis van 7 februari 2018
inzake
de stichting
Stichting Mitros,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Mitros,
eisende partij,
gemachtigde: mr. V.C. Hartkamp,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[postcode] [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De overwegingen van de kantonrechter

1.1.
Mitros heeft een vordering ingesteld.
1.2.
[gedaagde] heeft niet (tijdig) geantwoord en evenmin uitstel gevraagd, zodat tegen haar verstek is verleend.
1.3.
Mitros heeft onder andere gevorderd dat [gedaagde] wordt veroordeeld binnen twee weken na betekening van het vonnis mee te werken aan inspectie van de woning door Mitros, op straffe van verbeurte van een dwangsom, en als [gedaagde] aan die veroordeling niet voldoet, Mitros te machtigen om zich toegang tot de woning te verschaffen. Mitros baseert dat deel van haar vordering op de huurovereenkomst, waarin is opgenomen dat [gedaagde] Mitros, als Mitros daarom verzoekt, te allen tijde in de gelegenheid zal stellen het gehuurde op technische en andere gebreken te controleren (artikel 12 lid 1 van de algemene huurvoorwaarden).
1.4.
Nu partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde] Mitros desgevraagd toegang tot de woning zal verschaffen om deze te controleren op gebreken, kan Mitros van die verplichting in rechte nakoming vorderen. De gevorderde veroordeling van [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van het vonnis mee te werken aan inspectie van de woning door Mitros, zal worden toegewezen. Voor het geval dat [gedaagde] aan die veroordeling niet voldoet, geldt het volgende.
1.5.
Op grond van artikel 12 lid 1 van de Grondwet is het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner alleen geoorloofd in die gevallen bij of krachtens de wet bepaald. In artikel 2 Algemene wet op het binnentreden (Awbi) is bepaald dat voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner een schriftelijke machtiging is vereist, tenzij en voor zover bij wet aan rechters, rechterlijke colleges, leden van het openbaar ministerie, burgemeesters, gerechtsdeurwaarders en belastingdeurwaarders de bevoegdheid is toegekend tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
1.6.
De kantonrechter is van oordeel dat zij niet bevoegd is om Mitros te machtigen zich toegang tot de woning te verschaffen, om deze zonder toestemming van [gedaagde] te inspecteren (artikel 3 Awbi). Volgens het civiele recht is de gerechtsdeurwaarder bevoegd een woning zonder toestemming van de bewoner te betreden in specifieke, in de wet omschreven situaties, namelijk in het kader van beslaglegging (artikel 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)) en bij de reële executie van een ontruimingsvonnis (artikel 555 e.v. Rv). In dit geval is van beslaglegging echter geen sprake, terwijl Mitros ook niet op grond van artikel 558 Rv (gedeeltelijke en tijdelijke) ontruiming heeft gevorderd. De gevorderde machtiging van Mitros om zich toegang tot de woning te verschaffen zal daarom worden afgewezen. De kantonrechter ziet in het vorenstaande aanleiding om ook de gevorderde dwangsom af te wijzen die is verbonden aan de veroordeling om medewerking te verlenen aan inspectie van de woning door Mitros.
1.7.
Voor het geval [gedaagde] de hoofdveroordeling om de tuin in verzorgde staat te brengen niet nakomt, vordert Mitros zowel een dwangsom als een machtiging om de werkzaamheden aan de tuin zelf te verrichten, op kosten van [gedaagde] . De kantonrechter zal dit deel van de vordering van Mitros toewijzen als volgt.
1.8.
Aan [gedaagde] zal de gelegenheid worden geboden om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de tuin zelf in verzorgde staat te (doen) brengen. Als zij aan die veroordeling niet voldoet, verbeurt zij een dwangsom van € 100,00 per dag, met een maximum van € 700,00. Mitros zal worden gemachtigd om, zodra het maximum aan dwangsommen is verbeurd, de tuin te inspecteren en de werkzaamheden aan de tuin zelf te (doen) verrichten, met uitzondering van het wassen van ruiten en kozijnen aan de binnenzijde van de woning en met dien verstande dat Mitros zich daarbij moet laten vergezellen door de gerechtsdeurwaarder (artikel 434 Rv). De kosten van de werkzaamheden komen voor rekening van [gedaagde] , voor zover deze redelijk zijn. Zowel de machtiging als de dwangsom zien op het eenmalig in verzorgde staat brengen van de tuin. De machtiging kan uiteraard niet zo ver strekken dat Mitros, zolang de huurovereenkomst voortduurt, zonder toestemming van [gedaagde] de tuin zou mogen betreden om daar op kosten van [gedaagde] werkzaamheden te verrichten.
1.9.
De vordering van Mitros zal voor het overige worden toegewezen, nu deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
1.10.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld aan de zijde van Mitros, tot de datum van dit vonnis begroot op in totaal € 416,31, te weten:
  • € 119,00 vastrecht;
  • € 97,31 explootkosten;
  • € 200,00 salaris gemachtigde.
De nakosten zullen worden toegewezen als hierna in het dictum te melden.

2.De beslissing

De kantonrechter:
2.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de voor- en achtertuin behorende bij de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] in verzorgde staat te brengen, waaronder in ieder geval moet worden verstaan:
  • het verwijderen uit de tuin van afval, onkruid, overbodige en dode beplanting, overkappingen en andere materialen;
  • het verwijderen van onkruid tussen de tegels, indien en voor zover tegels in de tuin aanwezig zijn;
  • het aanbrengen van gras in de tuin of deze te betegelen;
  • het schoonmaken van de bestrating, indien en voor zover aanwezig;
  • het snoeien van de hagen van de tuin tot een hoogte van maximaal 180 centimeter;
  • het verrichten van overig snoeiwerk aan struiken, bomen en gewassen, zodanig dat deze geen overlast aan buren veroorzaken en een nette indruk maken;
  • het wassen en schoonhouden van de ruiten en kozijnen, aan zowel de binnen- als buitenzijde van de woning;
  • het schoonmaken van het zonnescherm;
2.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Mitros van een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke dag dat zij nalaat aan de onder 2.1. uitgesproken hoofdveroordeling te voldoen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 700,00;
2.3.
machtigt Mitros, voor het geval [gedaagde] niet aan de onder 2.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet en het maximum aan dwangsommen is bereikt, tot het betreden van de voor- en achtertuin van de woning om de voor- en achtertuin te inspecteren en op kosten van [gedaagde] in de onder 2.1. omschreven, verzorgde staat te (doen) brengen, met uitzondering van het wassen van de ruiten en kozijnen aan de binnenzijde van de woning en met inachtneming van het bepaalde in artikel 434 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en veroordeelt [gedaagde] om die werkzaamheden aan de tuin te gedogen;
2.4.
veroordeelt [gedaagde] om de voor- en achtertuin behorende bij voornoemde woning in de onder 2.1. omschreven, verzorgde staat te houden, zolang de huurovereenkomst voortduurt;
2.5.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis op verzoek van Mitros medewerking te verlenen aan inspectie van de woning door Mitros;
2.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Mitros, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 416,31;
2.7.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 100,00 salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening;
2.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Reitsma, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2018.