ECLI:NL:RBMNE:2018:4764

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 oktober 2018
Publicatiedatum
2 oktober 2018
Zaaknummer
16/659064-18 (P); 16/008419-17 (tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van een man uit Almere in een zaak van verkrachting en belaging

Op 2 oktober 2018 heeft de rechtbank Midden-Nederland een 28-jarige man uit Almere vrijgesproken van meerdere beschuldigingen van verkrachting en belaging van zijn ex-vriendin. De ex-vriendin had aangifte gedaan van drie verkrachtingen die zouden hebben plaatsgevonden in het begin van 2018, toen de twee geen relatie meer hadden. De officier van justitie vroeg om vrijspraak van twee van de drie verdenkingen, omdat er onvoldoende bewijs was. De rechtbank volgde dit standpunt en oordeelde dat er geen ondersteunend bewijs was voor de aangifte van de vrouw. Voor de derde verkrachting, die zou hebben plaatsgevonden nadat de man zich in de kledingkast van de vrouw had verstopt, was er ook onvoldoende bewijs. De rechtbank vond de verklaringen van de verdachte aannemelijk, waarbij hij stelde dat zijn vingerafdrukken in de kast waren gekomen doordat hij deze had in elkaar gezet of kleding uit de kast had gepakt. Ook de sms-berichten die hij had gestuurd, wezen erop dat hij een sleutel had, wat in tegenspraak was met de verklaring van de vrouw. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd, en sprak hem vrij van alle beschuldigingen. De benadeelde partij, de ex-vriendin, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten waarvoor zij schadevergoeding eiste.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659064-18 (P); 16/008419-17 (tul)
Vonnis van de meervoudige kamer van 2 oktober 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 april 2018, 12 juni 2018 en 18 september 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.M. Tromp en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. M.G. Vos, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer] , bijgestaan door mr. J.A. Neslo, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 1 januari 2018 tot en met 2 januari 2018 te Almere, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging van geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van één of meer handeling(en) die bestonden uit of (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] ;
feit 2:
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 12 januari 2018 tot en met 13 januari 2018 te Almere, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging van geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van één of meer handeling(en) die bestonden uit of (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] ;
feit 3:
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 20 januari 2018 tot en met 21 januari 2018 te Almere, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging van geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van één of meer handeling(en) die bestonden uit of (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] ;
feit 4 primair:
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 20 januari 2018 tot en met 21 januari 2018 te Almere, [slachtoffer] door geweld en/of (een) andere feitelijkheid en/of door bedreiging van geweld en/of (een) andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten de kinderen en/of vader en moeder van voornoemde [slachtoffer] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden;
feit 4 subsidiair:
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 20 januari 2018 tot en met 21 januari 2018 te Almere, [slachtoffer] door geweld en/of (een) andere feitelijkheid en/of door bedreiging van geweld en/of (een) andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten de kinderen en/of vader en moeder van voornoemde [slachtoffer] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van de onder 1, 2 en 4 primair ten laste gelegde feiten. De officier van justitie acht de onder 3 en 4 subsidiair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 1, 2, 3, 4 primair en 4 subsidiair ten laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
feit 1 en feit 2:
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan. De verklaring van aangeefster vindt onvoldoende steun in de andere dossierstukken. De rechtbank zal verdachte hiervan vrijspreken.
feit 3:
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan. Voor de door de officier van justitie genoemde elementen die de verklaring van aangeefster zouden ondersteunen heeft verdachte een aannemelijke verklaring gegeven. Zo heeft verdachte met betrekking tot zijn vingerafdrukken die zijn aangetroffen aan de binnenkant van de kledingkast verklaard dat die daar mogelijk zijn gekomen toen hij de kast in elkaar heeft gezet of toen hij zijn kleding uit de kast heeft gepakt, en dus niet toen hij zich in de kast had verborgen, zoals aangeefster heeft verklaard. Daarnaast heeft verdachte met betrekking tot de sms-berichten gewezen op de overige berichten die tussen hem en aangeefster in hetzelfde gesprek zijn verstuurd. Zo heeft aangeefster eerder op 12 januari 2018 nog aan verdachte het bericht gestuurd dat zij de voordeur wel op slot heeft gedaan, maar niet op de haak, zodat verdachte zelf binnen kon komen. Hieruit komt een ander beeld naar voren dan volgt uit de verklaringen van aangeefster, die heeft gesteld dat verdachte geen sleutel van haar woning had.
De rechtbank overweegt dat het dossier ook verder geen bewijsmiddelen bevat die de aangifte eenduidig ondersteunen. Dit leidt ertoe dat zowel de door aangeefster verklaarde gang van zaken als de gang van zaken zoals weergegeven door verdachte mogelijk is op grond van het dossier. Bij deze stand kan niet worden geoordeeld dat buiten redelijke twijfel vast staat dat verdachte het hem onder 3 ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte zal dan ook hiervan worden vrijgesproken.
feit 4 primair en feit 4 subsidiair:
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster heeft gedwongen, dan wel gepoogd heeft te dwingen, om de aangifte in te trekken. De rechtbank zal verdachte van de onder 4 primair en 4 subsidiair ten laste gelegde feiten vrijspreken.

5.BESLAG

Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een telefoon van het merk Samsung, goudkleurig, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2137074;
- een telefoon van het merk Blackberry, type Passport, zwartkleurig, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2124784;
- een telefoon van het merk Alcatel, type Onetouch, zwartkleurig, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2124788.
Teruggave aan [slachtoffer]
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een ring, goudkleurig, voorwerpnummer: PL0900-2018021374-G2126716;
- een zwarte string, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2125157;
- een telefoon van het merk Huawei, type Leica, kleur wit, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2124939
aan [slachtoffer] die redelijkerwijs als rechthebbende van deze voorwerpen kan worden aangemerkt.

6.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.351,10. Dit bedrag bestaat uit € 851,10 materiële schade en € 4.500,- immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2, 3, 4 primair en 4 subsidiair ten laste gelegde feiten.
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van de onder 1, 2, 3, 4 primair en 4 subsidiair ten laste gelegde feiten
zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

7.VORDERING TENUITVOERLEGGING

De rechtbank zal de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaren in de vordering tot tenuitvoerlegging. Reden daarvoor is dat de vordering op 31 januari 2018 ter griffie is ingekomen terwijl deze vordering al was toegewezen bij de beslissing van de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, op 3 november 2017 en dat blijkens de mededeling van de officier van justitie ter terechtzitting van 18 september 2018 verdachte deze straf al heeft uitgezeten.

8.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4 primair en 4 subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • een telefoon van het merk Samsung, goudkleurig, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2137074;
  • een telefoon van het merk Blackberry, type Passport, zwartkleurig, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2124784;
  • een telefoon van het merk Alcatel, type Onetouch, zwartkleurig, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2124788;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende, te weten [slachtoffer] , van de volgende voorwerpen:
  • een ring, goudkleurig, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2126716;
  • een zwarte string, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2125157;
  • een telefoon van het merk Huawei, type Leica, kleur wit, voorwerpnummer PL0900-2018021374-G2124939;
Benadeelde partij
  • verklaart [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/008419-17
- verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, mrs. H. den Haan en V.C. Kool, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.G.T. Russcher-Jansen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 oktober 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 1 januari 2018 tot en met 2 januari 2018 te Almere, in elk geval in arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging van geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van één of meer handeling(en) die bestonden uit of (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van voornoemde [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte
  • het hoofd en/of de schouders, in elk geval het lichaam, van voornoemde [slachtoffer] naar beneden in de richting van zijn penis geduwd en/of éénmaal of meermalen voornoemde [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis in haar mond laten nemen en/of houden en/of
  • éénmaal of meermalen (hard en/of met kracht) zijn penis in de vagina van voornoemde [slachtoffer] gebracht en/of gehouden en/of (steeds) heen en weer bewogen;
  • éénmaal of meermalen zijn penis in de anus van voornoemde [slachtoffer] gebracht
en bestaande dat geweld en die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging(en) met geweld of die andere feitelijk(he(i)d(en) hierin dat verdachte
  • (dreigend) tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd dat zij haar telefoon moest afgeven en/of (vervolgens) bij de rug en/of het/de be(e)n(en), in elk geval bij het lichaam van voornoemde [slachtoffer] heeft gevoeld om zodoende de telefoon van [slachtoffer] te zoeken en/of af te pakken (vervolgens) (nadat voornoemde [slachtoffer] haar telefoon had afgegeven) in de telefoon van voornoemde [slachtoffer] heeft gekeken en/of voornoemde [slachtoffer] dreigend heeft aangekeken en/of tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd: “Je bent een vieze hoer, je zit op Tinder, ik heb al je gesprekken gelezen”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
  • met voornoemde [slachtoffer] mee naar buiten is gegaan toen voornoemde [slachtoffer] de hond ging uitlaten en/of
  • (toen zij weer in het huis van voornoemde [slachtoffer] waren) tegen [slachtoffer] heeft gezegd ‘dat zij een slang was en dat zij hem liet oppakken’, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
  • (toen Voornoemde [slachtoffer] in de kamer van haar dochter wilde gaan slapen) éénmaal of meermalen (dreigend) tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd ‘dat als zij dat zou doen hij haar daar dan zou wegtrekken en haar keel zou doorsnijden’, in elk geval (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd dat zij naast hem moest gaan liggen en / of
  • (vervolgens) éénmaal of meermalen tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd: “Hoertje, pijp mij, dan kan je zo goed” en/of “Waarom niet? Je hebt toch graag seks? Je hebt er geen gevoel bij?” en/of “Je kan wel voor het raam werken. Pijp me gewoon”, althans telkens woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens) het hoofd en/of de schouders, in elk geval het lichaam, van voornoemde [slachtoffer] vast te pakken en/of (vervolgens) het hoofd en/of de schouders, in elk geval het lichaam, van voornoemde [slachtoffer] naar beneden te duwen in de richting van zijn penis en/of éénmaal of meermalen tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd ‘dat zij haar bek moest houden en hem moest pijpen”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of (vervolgens) (terwijl voornoemde [slachtoffer] hem, verdachte aan het pijpen was) met zijn hand de schouders, in elk geval het lichaam, van voornoemde [slachtoffer] heeft vastgehouden en/of
  • (vervolgens) tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd: “ik kan je (gesnik) niet meer aanhoren, draai je om”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, waarna hij, verdachte (vervolgens) de legging/broek van [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of voornoemde [slachtoffer] op haar zij heeft gebracht en/of de string van voornoemde [slachtoffer] naar de zijkant heeft geschoven en/of (vervolgens)
  • éénmaal of meermalen tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd: “Je bent een hoer. Ik ga je in elk gaatje pakken” en/of ‘dat hij voornoemde [slachtoffer] ook anaal wilde pakken’ en/of “Je verdient het om in je kont gepakt te worden. Dat ga ik zometeen ook doen”, in elk geval (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking en/of waarbij hij, verdachte zijn hand op/over de mond van voornoemde [slachtoffer] hield (waardoor zij geen herrie kon maken en/of haar stem kon verheffen) en/of voornoemde [slachtoffer] in een soort houdgreep heeft gehouden door voornoemde [slachtoffer] met één hand bij haar schouder vast te pakken en/of vast te houden en de be(e)n(en) en/of voet(en) van voornoemde [slachtoffer] te omklemmen met zijn be(e)n(en) en/of voet(en) en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer] naar voren heeft gedraaid en/of aldus voornoemde [slachtoffer] schuin op haar buik heeft gedraaid en/of daarbij zijn hand op/over haar mond heeft gehouden en/of tegen voornoemde [slachtoffer] éénmaal of meermalen heeft gezegd dat ze haar mond moest houden en dat hij haar anders een klap zou geven’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
feit 2:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 12 januari 2018 tot en met 13 januari 2018 te Almere, in elk geval in arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging van geweld en/of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van één of weer handeling(en) die bestonden uit of (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte
- éénmaal of meermalen (hard en/of met kracht) zijn penis in de vagina en/of de anus van voornoemde [slachtoffer] gebracht en/of gehouden en/of (steeds) heen en weer bewogen
en bestaande dat geweld en die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging(en) met geweld of die andere feitelijk(he(i)d(en) hierin dat verdachte
  • tegen voornoemde [slachtoffer] hoeft gezegd ‘dat zij zich moest uitkleden’ en/of ‘dat zij in bed moest gaan liggen’ en/of ‘dat zij een vieze slang was’ en/of ‘dat zij hem dit weer aandeed’, althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • (vervolgens) de broek/legging en/of de string, in elk geval het ondergoed, dat voornoemde [slachtoffer] op dat noment droeg, heeft uitgetrokken en/of
  • (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] . op haar zij heeft gerold en/of geduwd waarbij hij, verdachte tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd ‘dat zij net zoveel pijn zou gaan ervaren als de pijn die hij had ervaren’ , althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
en/of aldus voor voornoemde [slachtoffer] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
feit 3:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 20 januari 2018 tot en met 21 januari 2018 te Almere, in elk geval in arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging van geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van één of meer handeling(en) die bestonden uit of (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van voornoemde [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte
  • éénmaal of meermalen de clitoris van voornoemde [slachtoffer] betast, althans zijn vinger(s) op/tegen de clitorus van voornoemde [slachtoffer] gehouden en/of bewogen en/of
  • éénmaal of meermalen (hard en/of met kracht) zijn penis in de vagina van voornoemde [slachtoffer] gebracht en/of gehouden en/of (steeds) heen en weer bewogen
  • éénmaal of meermalen voornoemde [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis in haar mond laten nemen en/of houden
en bestaande dat geweld en die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging(en) met geweld of die andere feitelijk(he(i)d(en) hierin dat verdachte
  • zonder toestemming en/of medeweten van voornoemde [slachtoffer] en met een valse sleutel, althans een sleutel waartoe hij, verdachte niet toe gerechtigd is/was, de woning van voornoemde [slachtoffer] heeft betreden en/of zich heeft verstopt in een kast in de slaapkamer van voornoemde [slachtoffer] en/of (vervolgens) (wanneer de moeder van voornoemde [slachtoffer] de woning heeft verlaten) uit die kast is gekomen en/of vervolgens naar voornoemde [slachtoffer] toe is lopen en/of tegen haar heeft gezegd: “Je hoeft niet bang te zijn”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of vervolgens twee, in elk geval één of meer telefoon(s) van voornoemde [slachtoffer] heeft (af)gepakt en/of in voornoemde telefoon(s) heeft gekeken en/of tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd ‘dat zij naar de slaapkamer moest gaan’ en/of vervolgens heeft gezegd ‘dat zij naar de politie was geweest’ en/of ‘dat hij gisteren alles had meegekregen’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • éénmaal of meermalen heeft gebeld en/of het heeft doen voordoen of hij belde en/of tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd ‘dat er iemand buiten was die de opdracht had gekregen dat als hij niks zou laten horen als hij bijvoorbeeld vast zou zitten, hij dan de opdracht had gegeven om het leven van voornoemde [slachtoffer] zuur te maken en om voornoemde [slachtoffer] en haar vader en moeder te vermoorden’, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
en/of aldus voor voornoemde [slachtoffer] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
feit 4 primair:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 20 januari 2018 tot en met 21 januari 2018, te Almere, in elk geval in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] , door geweld en/of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die voornoemde [slachtoffer] en/of derden, te weten de kinderen van voornoemde [slachtoffer]
en/of de vader en/of de moeder van [slachtoffer] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, immers heeft verdachte éénmaal of meermalen tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd dat zij naar het politiebureau moest gaan om de aangifte die voornoemde [slachtoffer] tegen verdachte had gedaan in te trekken en/of daarbij hem, verdachte te bellen en de lijn open te houden zodat hij kon meeluisteren en horen dat zij ook
daadwerkelijk de aangifte zou intrekken en/of dat hij de paspoorten van de kinderen van [slachtoffer] had ingenomen dan wel zou innemen en/of dat als zij voornoemde aangifte niet zou intrekken, hij de kinderen van [slachtoffer] zou ontvoeren en/of voornoemde [slachtoffer] en/of de vader en moeder van voornoemde [slachtoffer] zou vermoorden en/of dat hij telefonisch contact had met iemand en/of dat als hij vast zou komen te zitten, hij die persoon opdracht daartoe zou geven, althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of
strekking
feit 4 subsidiair:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 20 januari 2018 tot en met 21 januari 2018, te Almere, in elk geval in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] , door geweld en/of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die voornoemde [slachtoffer] en/of derden, te weten de kinderen van voornoemde [slachtoffer]
en/of de vader en/of de moeder van [slachtoffer] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, immers heeft verdachte éénmaal of meermalen tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd dat zij naar het politiebureau moest gaan om de aangifte die voornoemde [slachtoffer] tegen verdachte had gedaan in te trekken en/of daarbij hem, verdachte te bellen en de lijn open te houden zodat hij kon meeluisteren en horen dat zij ook
daadwerkelijk de aangifte zou intrekken en/of dat hij de paspoorten van de kinderen van [slachtoffer] had ingenomen dan wel zou innemen en/of dat als zij voornoemde aangifte niet zou intrekken, hij de kinderen van [slachtoffer] zou ontvoeren en/of voornoemde [slachtoffer] en/of de vader en moeder van voornoemde [slachtoffer] zou vermoorden en/of dat hij telefonisch contact had met iemand en/of dat als hij vast zou komen te zitten, hij die persoon opdracht daartoe zou geven, althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of
strekking, zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;