Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 september 2018 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de gemeente Woerden, te Woerden, vergunninghouder
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 september 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen een watervergunning die was verleend voor het aanpassen van de waterhuishouding in het kader van de reconstructie van een woonwijk in Woerden. Eiser, die zich vertegenwoordigd liet bijgestaan door mr. D.D.M.C. Nolet, stelde dat de vergunning in strijd was met artikel 7 van de beleidsregels op grond van de Keur van het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden. De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiser ongegrond was, omdat het bestreden besluit niet onrechtmatig was. De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor het toekennen van schadevergoeding, en wees het verzoek van eiser om schadevergoeding af. De rechtbank ging in op de toetsingscriteria van de beleidsregels en oordeelde dat verweerder niet onterecht had afgeweken van de hoofdregel dat in principe één dam met duiker is toegestaan per aaneengesloten kadastraal perceel. De rechtbank vond dat de tijdelijke dammen met duikers geen significante impact hadden op de waterhuishouding en dat de vergunning op juiste gronden was verleend. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.