ECLI:NL:RBMNE:2018:467
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van belanghebbendheid van garantsteller in WGA-uitkeringsbesluit na faillissement werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen ASR Schadeverzekeringen N.V. en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een WGA-uitkering. ASR, als garantsteller van een failliete werkgever, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van Uwv waarin het bezwaar van ASR niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat ASR geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij het besluit over de WGA-uitkering. De rechtbank overwoog dat de gevolgen van het uitkeringsbesluit voor ASR voortvloeien uit de garantieverklaring en het daarop gebaseerde verhaalsbesluit, en dat ASR in een procedure tegen een verhaalsbesluit de toerekening van een uitkering aan de werkgever kan aanvechten. De rechtbank verklaarde het beroep van ASR ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.