Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd te PI Nieuwegein - HvB loc. Nieuwegein.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- beiden de trap op zijn gerend en op intimiderende wijze voor aangever zijn gaan staan,
- samen ongevraagd de woning van aangever zijn binnengelopen,
- een telefoon en laptop van de tafel hebben weggenomen en
- samen weer naar buiten zijn lopen.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
9.VORDERINGEN TENUITVOERLEGGING
viermaaleerder een (deels) voorwaardelijke straf is opgelegd én daarbij ook vorderingen tenuitvoerleggingen zijn afgewezen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte voldoende waarschuwingen heeft gehad. Rekening houdend met voornoemd uitgangspunt alsook de noodzaak om verdachte te behandelen, zal de rechtbank een deel van de vorderingen tot tenuitvoerlegging toewijzen en daarmee enigszins afwijken van het voorstel van de officier van justitie. Gelet op dit alles ziet de rechtbank voorts geen aanleiding om – zoals de verdediging heeft verzocht – het voorwaardelijke strafdeel om te zetten in een taakstraf.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 400,- (vierhonderd euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2018 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 8 (acht) dagen hechtenis;
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand;
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;