Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling op 12 december 2017.
2.De feiten
3.Het deelgeschil
Daarnaast stelt zij zich op het standpunt dat [verzoekster] onvoldoende bewijs heeft geleverd ten aanzien van de gestelde klachten, de eventuele beperkingen en het verband tussen die eventuele beperkingen en het ongeval en haar stellingen ten aanzien van haar carrièreverloop in de hypothetische situatie zonder het ongeval. Het staat niet vast dat de klachten van [verzoekster] reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn. Doordat twee symptoomvaliditeitstesten een positief resultaat hebben, is niet komen vast te staan dat er stoornissen zijn. Het staat niet vast dat [verzoekster] beperkt is voor het uitvoeren van inkomensvormende arbeid. Evenmin staat vast dat er sprake is van schade als gevolg van verlies van het arbeidsvermogen. ASR betwist dat deze schade er is. Zelfs als dit wel vast komt te staan, dan heeft [verzoekster] niet aangetoond dat zij in de hypothetische situatie zonder het ongeval senior designer/ontwerpster zou zijn geworden voor een salaris van € 3.573,00 per maand en tot de pensioengerechtigde leeftijd voltijds gewerkt zou hebben.