ECLI:NL:RBMNE:2018:4435

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 september 2018
Publicatiedatum
17 september 2018
Zaaknummer
16/659072-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot diefstal door middel van braak met medeverdachten

Op 17 september 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met zijn vriendin en de dochter van de aangeefster heeft geprobeerd een kluis open te breken. De feiten dateren van 8 tot en met 13 november 2016, waarin de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan een poging tot diefstal door middel van braak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn medeverdachten, een gezamenlijk plan had om de kluis van de aangeefster te openen en waardevolle goederen te stelen. De verdachte heeft daarbij gebruik gemaakt van verschillende gereedschappen en heeft de dochter van de aangeefster onder druk gezet om de kluis te openen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur, maar sprak hem vrij van de tenlastegelegde bedreiging, omdat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking in die context. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de manipulatieve wijze waarop de verdachte te werk ging, zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/659072-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 september 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1997] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 september 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.E. Craenen en van hetgeen verdachte en mr. H. Seton, advocaat te Amersfoort, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
zich in de periode van 8 november 2016 tot en met 13 november 2016 in [woonplaats] , samen met anderen, heeft schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal door een kluis te verplaatsen en/of open te breken
en/of
in de periode van 8 november 2016 tot en met 13 november 2016 in [woonplaats] , samen met een ander, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door middel van Whatsapp-berichten met de dood heeft bedreigd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde poging tot inbraak wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van de bedreiging.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde poging tot inbraak, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening had. Ook is geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ).
Ook van de ten laste gelegde bedreiging dient verdachte volgens de raadsvrouw te worden vrijgesproken, omdat van een nauwe en bewuste samenwerking geen sprake was en door de teksten die door de medeverdachte zijn gestuurd geen redelijke vrees kon ontstaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van de bedreiging
Uit het dossier blijkt dat de teksten, die in de tenlastelegging als bedreiging zijn ten laste gelegd, door de medeverdachte, [medeverdachte] , aan [slachtoffer 1] zijn gestuurd. Niet blijkt dat deze teksten in een nauwe en bewuste samenwerking met verdachte zijn opgesteld of aan [slachtoffer 1] zijn gestuurd. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de ten laste gelegde bedreiging.
Bewijsmiddelen [1]
De rechtbank acht, op grond van de volgende bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de poging tot diefstal met braak in vereniging.
Op 16 november 2016 wordt aangifte gedaan door [slachtoffer 2] , wonende aan de [adres] te [woonplaats] . [slachtoffer 2] heeft verklaard dat in een muurkast in haar slaapkamer een kluis staat, waarvan zij alleen de sleutels heeft. In de periode van 8 november 2016 tot en met 13 november 2016 was [slachtoffer 2] in het buitenland. [2] Op 13 november 2016 kreeg zij van haar dochter [slachtoffer 1] een Whatsapp-bericht dat zij had geprobeerd de kluis te openen. Bij thuiskomst zag [slachtoffer 2] schilfers metaal en verf naast de kluis op de grond liggen. Ze zag dat er deuken in de kluis zaten. Ook zag ze dat er met een voorwerp in het slot was gewrikt. De kluis was echter niet open geweest. [3]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij, in de periode tussen 8 en 13 november 2016 [4] , heeft geprobeerd de kluis open te maken. Ze was geld schuldig aan [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) en wilde hem terugbetalen. [5] [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze een schroevendraaier tussen de deur heeft gezet en met de hamer op de schroevendraaier heeft geslagen. [6] [medeverdachte] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte] ) en [verdachte] zijn op twee momenten gekomen om [slachtoffer 1] te helpen, beide keren waren zij met zijn tweeën. Ze hebben gereedschap aangegeven en geholpen met het verplaatsen van de kluis. [7]
[medeverdachte] heeft verklaard dat zij op de [adres] is geweest en samen met [verdachte] heeft gekeken of de kluis los zat en dat zij aan de kluis heeft getrokken. [8]
Verdachte heeft in zijn verhoor bij de politie verklaard dat hij bij [slachtoffer 1] is geweest en heeft geprobeerd de kluis te verplaatsen. Verdachte zag ook dat [slachtoffer 1] een boor pakte en hiermee in het sleutelgat boorde, waardoor het slot kapot ging. [9] Verdachte heeft verder verklaard dat hij aan [slachtoffer 1] het merk en serienummer van de kluis vroeg, omdat hij wilde weten of het een anti-inbraakkluis was. [10]
Door de politie is onderzoek gedaan naar de in beslag genomen telefoon van [medeverdachte] . In Whatsapp wordt een groepsapp aangetroffen, bestaande uit [medeverdachte] , één persoon genaamd ‘ [bijnaam] ’ en één persoon genaamd ‘ [bijnaam] ’. In de verklaring van [medeverdachte] komt naar voren dat zij haar vriend, verdachte, in haar telefoonlijst ‘ [bijnaam] ’ noemt. Haar vriendin, [slachtoffer 1] , noemt zij in haar telefoonlijst ‘ [bijnaam] ’. [11]
2 november 2016
[medeverdachte] :
- Pak gewoon die kk sleutels uit haar tas
(…)
- Lok d’r daar gwn wegg
[bijnaam] :
- Zitten de goeie sleutels ook in haar tas?
[medeverdachte] :
- Zeg gewoon dat ze ff uit de studio moet dat je even muziek wil maken
- Of dat ze iets moet pakke
- Of dat je d’r iets moet laten zien [12]
[bijnaam] :
- Wie woont dichtbij
- Laat iemand aanbellen
- Gaat ze de deur opendoen
- Of laat haar lachen
- Dan gaat ze plassen [13]
(…)
[bijnaam] :
- Ja ik probeer haar sleutel te pakken maar ze zit bij dr tas
(…)
- Ik ben zo close jonge gwn de kast sleutel gevonden
- Maar die kluis sleutel ligt nergens
- Kheb net heek zolder afgezocht
- Ze heeft m sws in dr tas
- Maar ikkan r gwn niet bij [14]
(...)
[bijnaam] :
- I want it
- Beter krijg je de kluis open [15]
(…)
[bijnaam] :
- Take that key
- Break the locker
(…)
- Anders gewoon koevoet gebruiken
(…)
- En anders gewoon als ze weg is
- Kist naar de sleutelmaker brengen [16]
Door aangeefster [slachtoffer 2] zijn aan de politie schermafdrukken van Whatsapp-berichten overgelegd, welke bij de aangifte zijn gevoegd. [17] Uit deze gesprekken tussen “ [bijnaam] ” en de gebruiker van de betreffende telefoon blijkt onder meer het volgende:
Wit ( [bijnaam] ):
- Sla zo hard
- Op die kk Luis
- Kluis
- Dat ie uit eindelijk in denkt
- Deukt
Groen:
- Doet ie niet kat [18]
(…)
Groen:
- Ikkan t wel proberen
Wit:
- Sla gwn zo hard als je kan
- Iedere keer
Groen:
- Met die halter
Wit:
- Of hamer
- Kk veel kracht zette
Groen:
- Okayy
Wit:
- Het moet gwn [19]
(…)
Groen:
- Tis beter als ik zeg dat daarom jullie afdrukken er op staan, dan dat ik t niet zeg en t lukt me niet om m schoon te maken
Wit:
- Dat we die kluis hebbe geprobeerd op te tillen maar hij zat vast en dat je die niet open krijgt en wij weg zijn gegaan en jij ’m daarna gesloopt heb [20]
(…)
Groen:
- Je had toch geprobeerd m los te maken
Wit:
- Ik heb ook slot geprobeerd
Groen:
- Jaa maar niet met je vingers
Wit:
- En op dat ding geslagen
- Wel
Groen:
- Toch alleen met gereedschap?
Wit:
- Neee [21]
Uit een gesprek tussen de gebruiker van de betreffende telefoon en “ [bijnaam] ” blijkt onder meer het volgende:
[bijnaam] :
- Kluis al open?
(…)
- Staat merk en serie nummer op de kluis?
Gebruiker:
- Nope
[bijnaam] :
- Oke
- Maak is foto van het sleutelgat [22]
[medeverdachte] heeft verklaard dat zij [bijnaam] is [23] en dat de groene tekst door [slachtoffer 1] is getypt. [24] [bijnaam] is [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) in haar telefoon. [25]
Bewijsoverweging
De rechtbank is, gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, medeverdachte [medeverdachte] en [slachtoffer 1] . Al in de Whatsapp-gesprekken van 2 november 2016 wordt er door hen alle drie gesproken over het wegnemen van de kluissleutel bij de moeder van [slachtoffer 1] , aangeefster [slachtoffer 2] . Hieruit leidt de rechtbank af dat er op dat moment al een gezamenlijk plan bestond om de kluis open te maken en geld (of waardevolle goederen) uit de kluis weg te nemen. Vervolgens vindt er ook in de periode van 8 tot en met 13 november 2016 intensief contact plaats tussen [slachtoffer 1] , verdachte en [medeverdachte] . Daarbij is het vooral [medeverdachte] die [slachtoffer 1] zegt wat zij moet doen om de kluis open te krijgen. Echter, ook verdachte heeft via Whatsapp contact met [slachtoffer 1] en zoekt na of sprake is van een anti-inbraakkluis. Bovendien zijn verdachte en [medeverdachte] in de woning van [slachtoffer 2] aanwezig geweest om te helpen met het verplaatsen en openbreken van de kluis. Ten slotte blijkt uit de Whatsapp-gesprekken dat sprake is van een gezamenlijk motief, namelijk het terugbetalen van de schuld die [slachtoffer 1] bij verdachte had. Gelet op al deze omstandigheden is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [slachtoffer 1] en [medeverdachte] . Dat verdachte en [medeverdachte] niet steeds fysiek aanwezig zijn geweest bij de poging van [slachtoffer 1] om de kluis te openen, doet daaraan, gelet op het gezamenlijke plan en de intensieve betrokkenheid van verdachte en [medeverdachte] via Whatsapp, niet af.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de periode van 8 november 2016 tot en met 13 november 2016 te [woonplaats] , ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de
[adres] ) weg te nemen de inhoud van een kluis, toebehorende aan [slachtoffer 2] , en die weg te nemen inhoud van die kluis onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededaders,
- heeft geprobeerd om die kluis te verplaatsen en
- met een schroevendraaier en/of een hamer en/of een boormachine op die kluis heeft geslagen en in het slot van die kluis heeft gewrikt en die kluis heeft geprobeerd open te breken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een taakstraf van 60 uren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht bij het bepalen van de straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, in het bijzonder met de belaste voorgeschiedenis van verdachte en met het feit dat hij op dit moment met een burn-out te maken heeft.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met zijn vriendin en de dochter van aangeefster geprobeerd een kluis open te breken om daaruit geld of goederen weg te nemen. Verdachte is daarbij op een brutale manier te werk gegaan. Hij heeft, samen met zijn vriendin, druk uitgeoefend op de dochter van aangeefster, zodat zij zou (blijven) proberen de kluis open te krijgen. Daarnaast is hij in de woning van aangeefster geweest om de dochter van aangeefster te helpen met het forceren van de kluis. Verdachte is op een manipulatieve en berekenende wijze te werk gegaan. De rechtbank neemt hem dit zeer kwalijk.
Uit het uittreksel van de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld. De rechtbank zal hier dan ook niet in het voor- of nadeel van verdachte rekening mee houden.
De rechtbank acht de door de officier van justitie geëiste taakstraf voor de duur van 60 uren passend en geboden.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 22c, 22d, 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart de ten laste gelegde bedreiging niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart de ten laste gelegde poging tot diefstal bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 60 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 30 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Bos, voorzitter, mrs. Y.N.M. Rijlaarsdam en H.F. Koenis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 september 2018.
Mr. Rijlaarsdam is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 8 november 2016 tot en met 13 november 2016
te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan de
[adres] ) weg te nemen een kluis en/of de inhoud van die kluis,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de
toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te
nemen kluis en/of de inhoud van die kluis onder zijn/hun bereik te brengen
door middel van braak en/of verbreking, met zijn mededader(s), althans alleen
- heeft geprobeerd om die kluis te verplaatsen en/of
- ( met een schroevendraaier en/of een hamer en/of een boormachine, althans met
gereedschap) op die
kluis heeft geslagen en/of in het slot van die kluis heeft gewrikt en/of die
kluis heeft geprobeerd open te breken,
waarna de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 8 november 2016 tot en met 13 november 2016
te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen
en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met
zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
opzettelijk dreigend (via whatsapp) berichten heeft gestuurd (aan [slachtoffer 1] ,
betreffende [onder andere] [slachtoffer 2] ) met daarin de dreigende woorden: 'ik
maak haar dooddd' en/of 'ik maak iedereen kk dood daar' en/of 'bij jou
thuis!!!' en/of 'ik maak haar helemaal kkkk dood!';
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 19 januari 2017, genummerd PL0900 2016355368, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 229. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 2] , van 21 november 2016, pagina 103.
3.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 2] , van 21 november 2016, pagina 104.
4.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 18 januari 2017, pagina 33.
5.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 18 januari 2017, pagina 35 en 36.
6.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 18 januari 2017, pagina 34.
7.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 18 januari 2017, pagina 39.
8.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 18 januari 2017, pagina 64.
9.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 18 januari 2017, pagina 95.
10.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 18 januari 2017, pagina 98.
11.Het proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2017, pagina 176.
12.Een geschrift, te weten een foto van een Whatsapp-gesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2017, pagina 192.
13.Een geschrift, te weten een foto van een Whatsapp-gesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2017, pagina 193.
14.Een geschrift, te weten een foto van een Whatsapp-gesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2017, pagina 197.
15.Een geschrift, te weten een foto van een Whatsapp-gesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2017, pagina 221.
16.Een geschrift, te weten een foto van een Whatsapp-gesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2017, pagina 225.
17.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [slachtoffer 2] , van 21 november 2016, pagina 106.
18.Een geschrift, te weten een schermafdruk van een Whatsapp-bericht, pagina 111.
19.Een geschrift, te weten een schermafdruk van een Whatsapp-bericht, pagina 112.
20.Een geschrift, te weten een schermafdruk van een Whatsapp-bericht, pagina 123.
21.Een geschrift, te weten een schermafdruk van een Whatsapp-bericht, pagina 124.
22.Een geschrift, te weten een schermafdruk van een Whatsapp-bericht, pagina 138-139
23.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 18 januari 2017, pagina 67.
24.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 18 januari 2017, pagina 66.
25.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 18 januari 2017, pagina 72.