Op 30 januari 2018 heeft de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de rechters mrs. G.L.M. Urbanus, G.J.J.M. Essink en N.E.M. Kranenbroek. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een zitting op 24 november 2017, waar de verzoeker geen toestemming kreeg om geluidsopnames te maken. De verzoeker stelde dat de rechters zijn klachten niet serieus hadden genomen en hem onvoldoende tijd gaven om zijn standpunten uiteen te zetten. De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van de verzoeker zorgvuldig beoordeeld. De wrakingskamer oordeelde dat de rechters niet onpartijdig waren en dat de procedurele beslissingen die zij hadden genomen, zoals het niet toestaan van geluidsopnames en het beperken van spreektijd, niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond en droeg de griffier op om deze beslissing aan alle betrokken partijen toe te zenden. De procedure met zaaksnummer 450077 / HA RK 17-262 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.