Op 11 september 2018 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een tussenbeschikking uitgesproken in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming Midden Nederland. De zaak betreft de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, geboren in Syrië, die onder ernstige bedreiging van mishandeling door hun vader leven. De Raad heeft verzocht om de kinderen voor een periode van drie maanden onder toezicht te stellen en hen uit huis te plaatsen in een (vrouwen)crisisopvang, samen met hun moeder, of in een pleeggezin indien de moeder niet wil meeverhuizen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ernstig vermoeden bestaat van mishandeling, wat een acute en ernstige bedreiging voor de kinderen met zich meebrengt. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling goedgekeurd en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met de noodzaak om de kinderen met spoed uit huis te plaatsen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en er zal een zitting plaatsvinden om de verdere procedure te bespreken. De beschikking is ondertekend door de kinderrechter en griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.