ECLI:NL:RBMNE:2018:4342

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 september 2018
Publicatiedatum
10 september 2018
Zaaknummer
C/16/462272 / KG ZA 18-369
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van tuchtcommissie besluit tot uitsluiting van een voetbalteam uit de competitie

In deze zaak vordert FC Maense, een vereniging uit Rotterdam, de schorsing van het besluit van de KNVB om HWD uit de competitie te nemen. Dit besluit is genomen naar aanleiding van herhaalde overtredingen met betrekking tot het inzetten van niet-geregistreerde spelers. FC Maense stelt dat de beslissing van de tuchtcommissie in strijd is met de reglementen van de KNVB en de eisen van redelijkheid en billijkheid. De rechtbank oordeelt dat de spoedeisendheid van de vordering voldoende is aangetoond en dat de KNVB een rechtspersoon is die haar tuchtrechtspraak heeft belegd bij onafhankelijke organen. De voorzieningenrechter concludeert dat de tuchtcommissie redelijkerwijs tot de beslissing heeft kunnen komen om HWD uit de competitie te nemen, gezien de ernst van de herhaalde overtredingen. De rechtbank wijst de vorderingen van FC Maense af en veroordeelt hen in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/462272 / KG ZA 18-369
Vonnis in kort geding van 15 augustus 2018
in de zaak van
de vereniging
FC MAENSE,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. C.I. Burger te Alkmaar,
tegen
de vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND,
gevestigd te Zeist,
gedaagde,
advocaat mr. M.B. Kerkhof te Amsterdam.
Partijen zullen hierna FC Maense en KNVB genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 juli 2018 met bijgevoegde producties (18),
  • de bij brief van 20 juli 2018 door de KNVB toegezonden producties (12)
  • de mondelinge behandeling op 26 juli 2018,
  • de pleitnota van FC Maense,
  • de pleitnota van KNVB.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De KNVB is een vereniging. Haar leden, waaronder spelers en verenigingen, zijn gebonden aan de reglementen van de KNVB.
2.2.
Het Reglement Wedstrijden Amateurvoetbal (RWA) luidt onder meer als volgt:
“ (…)
Artikel 26 – Voorwaarden voor het deelnemen aan wedstrijden
1. Aan de door het bestuur amateurvoetbal uitgeschreven of goedgekeurde wedstrijden kan slechts worden deelgenomen door de speler, die:
a. lid is van de KNVB;
b. door de KNVB met de juiste en volledige persoonsgegevens als speelgerechtigd lid van de vereniging waarvoor hij aan wedstrijd wenst deel te nemen is geregistreerd;
c. (…)
d. Niet is geschorst als lid van de KNVB of is uitgesloten van het deelnemen aan door het bestuur amateurvoetbal uitgeschreven of goedgekeurde wedstrijden;
e. (…)
f. voldoet aan hetgeen daartoe voorts is bepaald in de Statuten en reglementen van de KNVB en aan de besluiten van diens organen.”
2.3.
De KNVB heeft een tuchtprocedure die wordt gebruikt als een lid van de KNVB (mogelijk) in strijd met de reglementen heeft gehandeld. De tuchtprocedure staat beschreven in het Reglement Tuchtrechtspraak Amateurvoetbal (RTA). De tuchtrechtelijke organen van de KNVB zijn onafhankelijk en bestaan uit vrijwilligers. Sinds het seizoen 2017/’18 kent ook het amateurvoetbal een ‘aanklager’. De aanklager maakt de tenlastelegging op. De aanklager kan een schikkingsvoorstel doen. Als dit wordt afgewezen, maakt de aanklager de zaak aanhangig bij de tuchtcommissie. De betrokkene kan tegen de uitspraak van de tuchtcommissie in beroep bij de commissie van beroep.
2.4.
In artikel 24 van het RTA staat:
Overtredingen kunnen worden gepleegd door natuurlijke personen en door verenigingen.
Administratieve verzuimen kunnen worden gepleegd door verenigingen.
Indien een overtreding wordt begaan door een orgaan, een commissie of een elftal of team van de vereniging, dan wel door een of meer leden handelend in verenigingsverband, in welke hoedanigheid dan ook, kan de vereniging als betrokkene worden aangemerkt.
Ter zake van dezelfde overtreding kunnen zowel de vereniging als leden van de vereniging als betrokkene worden aangemerkt.
2.5.
In artikel 28 lid 2 van het RTA zijn straffen opgenomen die kunnen worden opgelegd aan natuurlijke personen / verenigingen. Dit zijn:
een berisping;
een geldboete tot een maximum van € 25.000,00 voor overtredingen;
een geldboete tot een maximum van € 500,00 voor administratieve verzuimen;
het tot verliezer verklaren van een elftal of team met de uitslag 3-0;
het in mindering brengen van wedstrijdpunten op de ranglijst van de lopende competitie en van de desbetreffende periode met een maximum van vijf;
het tijdens het lopende seizoen uit de competitie nemen van een elftal of team;
het uit de nacompetitie nemen van een elftal of team;
et uit een toernooi nemen van een elftal of team;
plaatsing in de naast lagere divisie of klasse van een elftal of team met ingang van het volgende seizoen;
een schorsing voor de duur van ten hoogste een jaar;
ontzetting uit het lidmaatschap van de KNVB.
2.6.
In artikel 29 RTA staat welke maatregelen de tuchtcommissie kan opleggen, om een goed verloop van de competitie te waarborgen. Een van maatregelen (sub b) is het opnieuw vaststellen van de gehele wedstrijd of een gedeelte daarvan.
2.7.
Uitspraken van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep zijn alle leden van de KNVB bindend (artikel 86 RTA).
2.8.
Jaarlijks wordt de Handleiding tuchtzaken amateurvoetbal (hierna: Handleiding) vastgesteld. Ook voor het seizoen 2017/’18 zijn met betrekking tot de meest voorkomende overtredingen straftoemetingsrichtlijnen vastgesteld. De Handleiding luidt voor zover van belang als volgt:
“Het zijn richtlijnen: niet vrijblijvend, maar ook niet dwingend. Als er goede redenen zijn om een andere straf in een schikkingsvoorstel op te nemen, dan wel bij de tuchtcommissie te eisen, dan kan dat. Hiervan kan bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, sprake zijn indien oplegging van een in de richtlijn voorgestelde straf en/of maatregel geen, onvoldoende, dan wel een ongewenst, effect zal hebben vanuit competitie technisch oogpunt en/of gelet op het beoogde punitieve karakter van een sanctie. De aanklager is dan wel verplicht toe te lichten waarom van de richtlijn wordt afgeweken.
In de tuchtrechtelijke procedure wordt de strafmaat voor een bewezen verklaarde overtreding uiteindelijk vastgesteld door de tuchtcommissie, respectievelijk commissie van beroep. Daarom staat de eis van de aanklager centraal in deze handleiding.
In de eis geeft de aanklager aan wat naar zijn oordeel de passende straf is voor de tenlastegelegde overtreding, rekening houdend met de doelen van de strafoplegging en het streven naar uniformiteit.(…)
Een ander doel van bestraffing, namelijk de normbevestiging, de voorbeeldfunctie naar anderen, blijft evenwel onverkort overeind.
Als betrokkene anderzijds binnen twee jaar na een strafoplegging opnieuw met het tuchtrecht in aanraking komt, is er reden een zwaardere straf te eisen, c.q. in een schikkingsvoorstel op te nemen. Kennelijk was de eerste straf niet voldoende om recidive te voorkomen.
(…)
2.2.5
Deelname aan wedstrijden zonder speelgerechtigd te zijn
2.2.5.1 Straffen voor spelers (en verantwoordelijken)
(…)
2.2.5.2 Straffen voor vereniging
(…)
Artikel Overtreding Schikking (bij recidive) Eis (bij recidive)
26, lid 1, A-categorie: € 100,=* (€ 200,=) € 150,=* (€ 250,-)*
a RWA Speler niet
geregistreerd
(…)
*In beginsel wordt in de A-categorie ook de maatregel opgelegd, dat de wedstrijd opnieuw wordt vastgesteld op hetzelfde sportcomplex (artikel 29, lid 1 b RTA)”
2.9.
FC Maense is lid van de KNVB. Het eerste team van FC Maense kwam in het seizoen 2017/2018 uit in de 4e klasse F zaterdag district West 2.
2.10.
Naast FC Maense nam onder andere HWD, ook lid van de KNVB, deel aan de competitie in 4e klasse F zaterdag district West 2. De voetbalvelden van FC Maense en HWD liggen op ongeveer 2,8 kilometer van elkaar.
2.11.
Op 28 oktober 2017 heeft het eerste elftal van FC Maense een competitiewedstrijd gespeeld tegen HWD. Naar aanleiding van deze wedstrijd heeft FC Maense een e-mail naar de KNVB gestuurd waarin staat dat zij heeft geconstateerd dat twee spelers van HWD niet gerechtigd waren om deel te nemen aan de wedstrijd, te weten de heer [A] en de heer [B].
2.12.
In de e-mail wordt vermeld dat [A] (op het wedstijdformulier vermeld als [A]) in de basis van HWD meespeelde terwijl hij voorheen een speler van FC Maense was en FC Maense hem op 29 augustus 2017 heeft afgemeld als lid, maar met een financiële blokkade, zodat hij pas bij een andere voetbalclub een nieuw lidmaatschap zou kunnen aangaan, als de achterstallige contributie voor FC Maense was betaald. Uit de e-mail blijkt dat voor [A] geen overschrijving was aangevraagd. Met betrekking tot [B] wordt aangegeven dat voor hem wel een overschrijving was aangevraagd maar dat dit verzoek is ingetrokken en dat ook hij een contributieachterstand had bij FC Maense.
2.13.
Bij brieven van 4 december 2017 heeft de KNVB schikkingsvoorstellen gedaan aan [A], [B] en aan HWD. Aan [A] is tenlastegelegd dat hij als speler heeft deelgenomen aan de door het bestuur amateurvoetbal uitgeschreven/goedgekeurde wedstrijd FC Maense 1 - HWD 1, gespeeld op 28 oktober 2017 te Rotterdam, terwijl hij geen overschrijving had aangevraagd van FC Maense naar HWD.
Aan [B] is tenlastegelegd dat hij als speler heeft deelgenomen aan door het bestuur amateurvoetbal uitgeschreven/goedgekeurde wedstrijd HWD1 – Rotterdam United 1, gespeeld op 4 november 2017 te Rotterdam terwijl zijn overschrijving van FC Maense naar HWD niet is goedgekeurd (artikel 26 lid 1 sub b Reglement Wedstrijden Amateurvoetbal).
Aan HWD is tenlastegelegd dat zij [A] en [B] heeft laten deelnemen.
2.14.
Bij brief van 8 december 2017 heeft de voorzitter van FC Maense bij de KNVB bezwaar gemaakt tegen de schikkingsvoorstellen van de KNVB aan HWD. FC Maense vraagt hoe de beslissing om alleen de wedstrijden HWD tegen FC Maense en HWD tegen Rotterdam United over te laten spelen tot stand is gekomen en waarom niet alle wedstrijden waarin door voornoemde twee spelers van HWD hebben gespeeld overnieuw moeten worden gespeeld. Daarnaast wordt de vraag gesteld waarom de desbetreffende spelers voor 1 wedstrijd worden geschorst en in plaats daarvan niet een algeheel speelverbod is opgelegd.
2.15.
Bij brief van 1 februari 2018 heeft de KNVB aan HWD bericht dat de tenlastelegging wordt gewijzigd. HWD wordt tenlastegelegd dat zij haar speler [A] heeft laten deelnemen aan de in de gewijzigde tenlastelegging genoemde zeven wedstrijden.
2.16.
Op 20 februari 2018 heeft de KNVB FC Maense meegedeeld dat HWD niet akkoord is gegaan met de schikkingsvoorstellen en dat de zaken zijn doorverwezen naar de tuchtcommissie.
2.17.
De tuchtcommissie heeft in de uitspraak van 5 maart 2018 geoordeeld dat de (gewijzigde) tenlastelegging aan HWD onjuist c.q. op onbegrijpelijke wijze is opgesteld en dat de aanklager met de bewoordingen in de tenlastelegging niet heeft aangegeven wat betrokkene nu daadwerkelijk verweten wordt. Enkel blijkt daaruit dat de speler aan een x-aantal wedstrijden heeft deelgenomen. Na de wijziging van de tenlastelegging op 8 maart 2018 waarin wordt vermeld dat [A] aan de zeven wedstrijden heeft deelgenomen
terwijl er geen overschrijving was aangevraagd, heeft de tuchtcommissie in de uitspraak van 28 maart 2018 de ten laste gelegde overtreding bewezen verklaard. Overwogen is dat het bewezenverklaarde strafbaar is gesteld in artikel 26 lid 1 sub b Reglement Wedstrijden Amateurvoetbal juncto artikel 24 lid 3 Reglement Tuchtrechtspraak Amateurvoetbal. Aan HWD is een geldboete van € 500,00 opgelegd. Verder is geoordeeld dat de zeven wedstrijden waaraan [A] namens HWD heeft deelgenomen terwijl hij niet speelgerechtigd was, moeten worden overgespeeld.
2.18.
In de uitspraak staat onder meer het volgende:
“De tuchtcommissie is van oordeel dat betrokkene wist dat de heer [A] speler van Maense was geweest en dat hij overgeschreven diende te worden van Maense naar betrokkene. Betrokkene wordt aldus geacht te weten dat de heer [A] op een verkeerde manier is ingeschreven als lid bij betrokkene. De tuchtcommissie rekent het betrokkene aan dat zij op een dusdanige wijze heeft gehandeld, waardoor de heer [A] niet is overschreven onder zijn reeds bestaande relatienummer, maar als een nieuwe bondslid is aangemeld bij de KNVB en vervolgens ook bij betrokkene. De tuchtcommissie acht het dan ook passend om voor de ten laste gelegde overtreding een straf op te leggen.
De commissie baseert zich daarbij op de richtlijnen opgenomen in paragraaf 2.2.5.2 van de Handleiding Tuchtzaken Amateurvoetbal seizoen 2017/’18. De onderhavige overtreding is niet opgenomen in dit overzicht, maar de tuchtcommissie zoekt aansluiting bij de richtlijn voor een speler niet geregistreerd in de A-categorie, te weten een boete van € 150,00. De tuchtcommissie acht het passend om deze boete te verhogen, aangezien er bewezen is verklaard dat de heer [A] in zeven (7) wedstrijden ongerechtigd heeft meegespeeld. De tuchtcommissie acht een boete van € 500,00 passend en geboden.”
2.19.
Ook de ten laste gelegde overtreding in verband met [B] heeft de tuchtcommissie op 28 maart 2018 bewezen verklaard. Overwogen is dat het bewezen verklaarde strafbaar is gesteld in artikel 26 lid 1 sub b Reglement Wedstrijden Amateurvoetbal juncto artikel 24 lid 3 Reglement Tuchtrechtspraak Amateurvoetbal. Aan HWD is, in aansluiting op de richtlijn voor een speler niet geregistreerd in de A-categorie, opgenomen in paragraaf 2.2.5.2 van de Handleiding Tuchtzaken Amateurvoetbal seizoen 2017/’18, een geldboete opgelegd van € 150,00 omdat [B] namens HWD aan één wedstrijd heeft deelgenomen terwijl hij niet speelgerechtigd was. Geoordeeld is dat de wedstrijd niet overgespeeld hoefde te worden omdat [B] de hele wedstrijd op de bank had gezeten, zodat de tegenstander geen nadeel ondervonden had, en de wedstrijd al overgespeeld moest worden omdat [A] daaraan ook had deelgenomen.
2.20.
De commissie van beroep heeft het besluit van de tuchtcommissie bekrachtigd.
2.21.
Op 5 april 2018 heeft de secretaris van HWD een e-mail gestuurd naar onder andere FC Maense waarin staat:
“(…) Na vijf maanden behandelingstermijn stelt de tuchtcommissie dat HWD schuldig is aan het bewust inschrijven van een van haar spelers onder een andere naam.
(…)
De KNVB heeft 7 wedstrijden vastgesteld die overgespeeld dienen te worden. Afhankelijk van de uitkomst van het beroep zal moeten blijken of de wedstrijden al dan niet terecht opnieuw gespeeld diende te worden. Nu zit HWD in een lastig vaarwater om elke week 2 wedstrijden af te werken.
Wij hebben begrepen dat er verenigingen niet zitten te wachten op het overspelen van de wedstrijd. Wij hopen dan ook dat verenigingen dit officieel aan ons kenbaar willen maken waardoor we bij de KNVB kunnen aangeven dat het overspelen kan komen te vervallen. Voor HWD is het welkom als een aantal verenigingen medewerking hieraan willen verlenen.”
2.22.
Op 5 en 9 mei 2018 zijn de uit- en thuiswedstrijden tussen FC Maense en HWD overgespeeld.
2.23.
Na afloop van de wedstrijd op 5 mei 2018 heeft HWD aan de KNVB gemeld dat zij een speler ([C]) heeft laten meespelen die lid is geweest van FC Maense en door FC Maense voor een financiële blokkade is gezet.
2.24.
Bij e-mail van 15 mei 2018 heeft HWD aan de KNVB bericht dat zij het zaterdag 1 team uit de competitie wil terugtrekken. Zij heeft het volgende aangegeven:
‘(…) Het is ondoenlijk gebleken om in zo’n korte tijd 8 inhaalwedstrijden te spelen. (…) Uiteraard komt hier nog een tuchtzaak bij vanwege wederom een ongerechtigde speler. (…)”
2.25.
FC Maense heeft op 23 mei 2018 bij de KNVB bezwaar aangetekend tegen de terugtrekking door HWD. Zij heeft de KNVB gewezen op artikel 11 lid 2 sub a RWA waarin staat dat teams die uitkomen in de A-categorie zich niet kunnen terugtrekken uit de competitie, maar hun selecties dienen aan te vullen met A-jeugd en/of tweede en derde-elftalspelers. In de brief van FC Maense staat verder:
“(…) Uit de timing die gekozen is voor het terugtrekken van deze elftallen, namelijk 2 weken voor het eind van de competitie en met name van de vereniging HWD, kunnen wij niets anders concluderen dat het een bewuste actie is om FC MAENSE te benadelen en competitievervalsing. Vanaf oktober 2017 is aangegeven dat bij HWD spelers meespeelden die onreglementair waren, hierop is in onze ogen door de KNVB niet adequaat en tijdig op gereageerd, waardoor de situatie met HWD in de competitie voorkomen had kunnen worden en alle andere verenigingen tijdig hadden kunnen weten waar ze aan toe waren en wij nu niet zo vlak voor het einde van de competitie benadeeld worden.
Wij eisen dus met onmiddellijke ingang dat HWD en SDV de resterende wedstrijden (uit)spelen en de stand met zowel HWD en SDV hersteld wordt.
(…)”
2.26.
Op 26 mei 2018 is de laatste competitiewedstrijd gespeeld.
2.27.
De KNVB heeft FC Maense bij e-mail van 30 mei 2018 laten weten:
“Het bestuur amateurvoetbal heeft de bevoegdheid om een team tijdens het seizoen uit de competitie te nemen (onder meer) vanwege het enkele feit, dat een team in een seizoen twee keer een vastgestelde wedstrijd niet heeft gespeeld (artikel 12 lid 2 sub a van het Reglement Wedstrijden Amateurvoetbal). Gebleken is dat, op het moment dat besloten is om de 1e zaterdagelftallen van HWD en SDV tijdens het seizoen uit de competitie te nemen, daarvan echter (nog) geen sprake was.
Gelet op het voorgaande heeft het bestuur amateurvoetbal zijn besluit om de hiervoor genoemde elftallen tijdens het seizoen uit de competitie te nemen heroverwogen en besloten dat de wedstrijden van deze elftallen opnieuw zullen worden ingepland.”
2.28.
Op 31 mei 2018 heeft de Tuchtcommissie uitspraak gedaan naar aanleiding van de tenlastelegging dat [C] ongerechtigd heeft deelgenomen aan zes door het bestuur amateurvoetbal uitgeschreven/goedgekeurde wedstrijden van HWD 1. In de uitspraak staat onder meer het volgende:
“MOTIVERING STRAFEIS AANKLAGER
Eerder dit seizoen heeft HWD twee ongerechtigde spelers opgesteld in het 1e zaterdag elftal. De tuchtcommissie heeft vastgesteld dat dit ongerechtigd uitkomen te verwijten is aan de vereniging HWD en heeft voor het ongerechtigd uitkomen van de heer [A] in 7 wedstrijden voor HWD de navolgende straf opgelegd, bevestigd door de Commissie van Beroep:
- een boete van € 500,00.
Daarnaast heeft de tuchtcommissie aan betrokkene de volgende maatregel opgelegd:
- de zeven (7) wedstrijden genoemd in de tenlastelegging moeten in zijn geheel opnieuw worden gespeeld.
Nu HWD zich wederom schuldig heeft gemaakt aan het opstellen van een ongerechtigde speler in zes (6) wedstrijden acht de aanklager het passend en geboden om het elftal HWD zaterdag 1 uit de competitie te nemen, gezien het in hoge mate frustreren van het competitieverloop. De aanklager realiseert zich dat deze beslissing gevolgen heeft voor andere clubs, die hier part noch deel aan hebben. Het belang om te voorkomen dat in de toekomst clubs als HWD zich weer op deze wijze misdragen met grote gevolgen voor andere clubs weegt volgens de aanklager echter zwaarder dan het eenmalige individuele belang van andere clubs in dit seizoen. Voor de hoogte van de boete heeft de aanklager aansluiting gezocht bij de boete die in de eerdere tuchtzaak aan HWD is opgelegd voor het opstellen van een ongerechtigde speler in een zevental wedstrijden.
(…)
De tuchtcommissie rekent het betrokkene aan dat zij op een dusdanige wijze heeft gehandeld waardoor de heer [C] niet op een juiste wijze is overgeschreven, te weten onder zijn reeds bestaande relatienummer (RLSC10S) maar daarentegen een nieuw relatienummer (SPZL47F) heeft verworven. Gezien de eerdere tuchtzaken omtrent ongerechtigde spelers die dit seizoen bij betrokkene hebben meegespeeld is de tuchtcommissie van oordeel dat er minimaal zeer onzorgvuldig door de functionarissen van betrokkene, die zich bezig hebben gehouden met de nieuwe leden aan het begin van dit seizoen, is gehandeld. De heer [D] (secretaris) heeft ook verklaard dat een functionaris van betrokkene onzorgvuldig heeft gehandeld. De tuchtcommissie is het dan ook eens met de aanklager dat deze onzorgvuldigheid te wijten is aan betrokkene en het passend is om hiervoor aan betrokkene een straf op te leggen. De tuchtcommissie is net als de aanklager van oordeel dat betrokkene zich (wederom) schuldig heeft gemaakt aan het opstellen van een ongerechtigde speler, ditmaal in zes (6) wedstrijden, waardoor het competitieverloop andermaal in hoge mate is gefrustreerd. Dit brengt met zich mee dat de tuchtcommissie zich kan vinden in de strafeis van aanklager.
(…)
  • Het uit de competitie nemen van HWD zaterdag 1 en
  • Een boete van € 500,00 (…)”
2.29.
In verband met het uit de competitie nemen van HWD zijn alle onderling met haar behaalde resultaten geschrapt. Vastgesteld is dat voetbalclub CION uit Vlaardingen de kampioen is geworden en FC Maense op de tweede plaats is geëindigd (met een verschil van 2 punten ten opzichte van CION). Als de resultaten van HWD niet waren geschrapt, waren FC Maense en CION met een gelijk aantal punten geëindigd. Het betere doelsaldo van FC Maense had voor haar in dat geval geleid tot het kampioenschap en promotie naar de derde klasse zaterdag West 2.
2.30.
De nacompetitie is gestart op 6 juni 2018. FC Maense heeft daaraan deelgenomen. Zij heeft wel schriftelijk aan de KNVB laten weten dat zij zich niet neer zal leggen bij de beslissing van de KNVB en de hele gang van zaken.
2.31.
De nacompetitie heeft voor FC Maense niet tot promotie geleid.

3.Het geschil

3.1.
FC Maense vordert om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
het besluit van de Tuchtcommissie van de KNVB van 31 mei 2018 om HWD uit de competitie te nemen te schorsen,
te bepalen dat deze schorsing van het besluit zal gelden voor de periode totdat in een bodemprocedure onherroepelijk is beslist over de vernietiging van het betreffende besluit,
de KNVB te gelasten FC Maense voor het seizoen 2018-2019 toe te laten tot de 3e klasse zaterdag West II, een en ander op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of dagdeel dat de KNVB hiermee in gebreke blijft,
de KNVB te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
KNVB voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Naar het oordeel van de rechtbank is de spoedeisendheid van de vordering in voldoende mate komen vast te staan.
4.2.
De vraag die voor ligt is of het besluit van de tuchtcommissie van 31 mei 2018 om HWD zaterdag 1 uit de competitie te nemen, moet worden geschorst en de KNVB FC Maense voor het seizoen 2018/2019 moet toelaten tot de derde klasse zaterdag West II.
Volgens FC Maense is het besluit van 31 mei 2018, genomen aan het einde van de competitie, in strijd is met de reglementen van de KNVB, althans met de eisen van redelijkheid en billijkheid. De KNVB betwist echter dat er aanleiding is voor schorsing van het besluit.
4.3.
Vooropgesteld wordt dat de KNVB een rechtspersoon is, die haar tuchtrechtspraak statutair heeft belegd bij onafhankelijke organen van de KNVB, waaronder de tuchtcommissie en de commissie van beroep. Dat maakt dat de uitspraken van deze commissies besluiten zijn van organen van een rechtspersoon. Met betrekking tot een besluit van een orgaan van een rechtspersoon kan slechts een voorlopige voorziening getroffen worden, als het in hoge mate waarschijnlijk is dat de bodemrechter het betreffende besluit zal vernietigen. Artikel 2:15 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een besluit van een orgaan van een rechtspersonen (in een bodemzaak) kan worden vernietigd als het is genomen in strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen, in strijd met een reglement of in strijd met de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 2:8 BW. Uit artikel 2:8 BW lid 1 volgt dat de rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, zich als zodanig jegens elkaar moeten gedragen naar wat door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. In lid 2 staat dat een tussen hen krachtens wet, gewoonte, statuten, reglementen of besluit geldende regel niet van toepassing is, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Of een vernietigingsgrond aanwezig is, zal in kort geding slechts marginaal getoetst kunnen worden.
4.4.
FC Maense beroept zich er in de eerste plaats op dat de in de uitspraak van 31 mei 2018 opgelegde straf om HWD uit de competitie te nemen, niet aansluit bij de Handleiding. FC Maense wijst er op dat de tuchtcommissie bij de eerste twee tuchtrechtzaken tegen HWD (met betrekking tot [A] en [B]), conform de Handleiding, enkel een boete heeft opgelegd. Aangezien het in de derde tuchtzaak (in verband met [C]) gaat om dezelfde administratieve fout had in overeenstemming met paragraaf 2.2.5.2. van de Handleiding voor de herhaalde overtreding een boete van € 250,00 opgelegd moeten worden en niet een boete van € 500,00 met daarnaast de maatregel om HWD uit de competitie te nemen, aldus FC Maense.
4.5.
De KNVB heeft erkend dat de door de KNVB opgelegde straf om HWD uit de competitie te nemen niet rechtstreeks volgt uit de Handleiding, maar daarmee is volgens haar niet gezegd dat het besluit van 31 mei 2018 onreglementair is dan wel als onredelijk moet worden aangemerkt. De KNVB wijst er op dat uit de inleiding van de Handleiding blijkt dat de richtlijnen in de Handleiding voor straffen niet vrijblijvend zijn, maar ook niet dwingend en dat deze bovendien aanwijzingen bevatten voor de aanklager en, strikt genomen, dus niet voor de tuchtcommissie. De aanklager krijgt bovendien nadrukkelijk de ruimte om af te wijken van de Handleiding, mits wordt toegelicht waarom dat wordt gedaan.
4.6.
Het staat vast dat in deze zaak door de aanklager gebruik is gemaakt van de ruimte die in de Handleiding wordt geboden om af te wijken, waarna de tuchtcommissie, die uiteindelijk de straf bepaalt, de aanklager daarin heeft gevolgd. De aanklager en de tuchtcommissie hebben de zaak hoog opgenomen. Op grond van de Handleiding is uitgangspunt bij een administratieve fout (het opstellen van een niet gerechtigde speler) dat een geldboete van € 150,00 wordt opgelegd, en bij recidive € 200,00, met daarnaast de maatregel van het overspelen van de wedstijd(en). Gebleken is dat in de zaak van [A] al niet een geldboete van € 150,00 is opgelegd, maar van € 500,00 met als motivering dat de overtreding veel impact heeft gehad op de competitie aangezien zeven wedstrijden overgespeeld moesten worden. De tuchtzaak met betrekking tot [C], waarin sprake was van een herhaalde overtreding waarmee het competitieverloop nogmaals in hoge mate werd gefrustreerd, was kennelijk aanleiding om in verdergaande mate af te wijken door niet alleen een boete van € 500,00 op te leggen, maar HWD ook uit de competitie te nemen.
4.7.
De vraag is of met het opleggen van de maatregel om HWD uit de competitie te nemen - ondanks de voor afwijking geboden ruimte - toch sprake is van strijdigheid met de Handleiding, althans onredelijk handelen van de tuchtcommissie. De voorzieningenrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. De tuchtcommissie heeft redelijkerwijs tot de beslissing kunnen komen dat in dit geval vanwege de ernst van de (herhaalde) overtreding een zwaardere straf dan alleen het opleggen van een boete geboden was. De strafoplegging is ook voldoende deugdelijk gemotiveerd, door zowel de aanklager in zijn strafeis als de tuchtcommissie in haar strafmotivering. Uit de motivering van de tuchtcommissie blijkt dat het vooral van belang wordt geacht om een signaal af te geven voor de toekomst. Geoordeeld is voorts dat gezien de eerdere tuchtzaken omtrent ongerechtigde spelers die bij HWD hebben gespeeld er minimaal zeer onzorgvuldig door de functionarissen die zich bezig houden met de nieuwe leden in het begin van het seizoen, is gehandeld. De tuchtcommissie onderkent dat door de maatregel individuele belangen van de andere verenigingen mogelijk in het gedrang komen. Het wordt echter door de tuchtcommissie van groter belang geacht dat wordt voorkomen dat in de toekomst clubs zich zullen misdragen op de wijze als HWD dat heeft gedaan.
4.8.
FC Maense heeft wel terecht betoogd dat op zich ook nog andere straffen, zoals opgesomd in artikel 28, van het RTA opgelegd hadden kunnen worden. FC Maense voert daarbij aan dat een andere straf meer effect had gehad dan de opgelegde maatregel, aangezien voor HWD het uit de competitie nemen geen consequenties heeft gehad. Zij wijst er op dat HWD het volledige jaar mee heeft kunnen spelen en volgend jaar weer in dezelfde klasse uitkomt, omdat degradatie niet mogelijk is. Het was echter naar het oordeel van de voorzieningenrechter aan de tuchtcommissie om de straf op te leggen. De omstandigheid dat ook andere maatregelen eventueel mogelijk waren, maakt niet dat de tuchtcommissie redelijkerwijs de opgelegde maatregel niet heeft kunnen nemen. De voorzieningenrechter betrekt daarbij mede de toelichting die de KNVB ter zitting heeft gegeven op de gemaakte keuze. Zij heeft onder meer opgemerkt dat als niet tot het uit de competitie nemen van HWD was gekomen, dit van invloed zou zijn geweest op de positie van andere betrokkenen en dat het nogmaals overspelen van wedstrijden (deze keer in totaal zes) aan het slot van de competitie met de vakantieperiode voor de boeg niet wenselijk werd geacht voor alle betrokkenen.
FC Maense heeft verder nog gesteld dat geen sprake was van recidive wat betreft de eerste twee tuchtzaken ten aanzien van de niet-gerechtigde spelers omdat deze tegelijkertijd aan de orde waren, zodat pas ten aanzien van de niet-gerechtigde speler [C] (de derde zaak) kan worden gesproken van recidive. Voor zover zij daarmee heeft willen aangeven dat om die reden in de derde tuchtzaak alleen de (verhoogde) boete als straf had kunnen worden opgelegd, treft dit geen doel. Deze omstandigheid doet naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet af aan de beslissing van de tuchtcommissie gelet op de ernst van de herhaalde overtreding de opgelegde maatregel als passend heeft kunnen aanmerken. Of de herhaalde overtreding door HWD twee dan wel drie maal heeft plaatsgevonden is niet van doorslaggevende betekenis, waarbij van belang is dat vast staat dat HWD in ieder met de drie hiervoor genoemde spelers de regels van de KNVB heeft overtreden.
4.9.
FC Maense beroept zich er verder op dat de tuchtcommissie, gelet op de gang van zaken bij de behandeling van de eerste twee tuchtzaken, in ieder geval niet pas op 31 mei 2018 had mogen besluiten tot het uit de competitie nemen van HWD. Voor zover hiervoor aanleiding was, had dit volgens haar in oktober 2017 moeten gebeuren, aldus FC Maense. Volgens FC Maense heeft de competitie in het seizoen 2017/’18 in 4e klasse F zaterdag district West 2 geen eerlijk verloop heeft gehad als gevolg van de maandenlange opeenstapeling van foutieve beslissingen en het uitblijven van adequaat handelen door de KNVB. De tuchtcommissie had er volgens haar bij haar straftoemeting bovendien oog voor moeten hebben dat op 31 mei 2018 de competitie al nagenoeg was beslist en dat HWD de hele competitie had kunnen deelnemen waardoor het late optreden door de KNVB van wezenlijke invloed was op de einduitslag.
4.10.
De voorzieningenrechter overweegt hierover het volgende. Aan FC Maense kan worden toegegeven dat de behandeling van de eerste twee tuchtrechtprocedures tegen HWD in verband met het inzetten van niet gerechtigde spelers de nodige tijd in beslag heeft genomen en dat er niet altijd even efficiënt is gehandeld. Ook de communicatie met FC Maense was voor verbetering vatbaar geweest. Na de eerste melding door FC Maense op 29 oktober 2017 is een aantal maanden verstreken voordat bij FC Maense bekend werd dat een schikkingsvoorstel was gedaan aan de beide spelers en HWD. Onzorgvuldigheden in de tenlastelegging van [A] hebben tot vertragingen geleid. FC Maense heeft bovendien terecht opgemerkt dat als in de zaak in verband [A] eerder daartoe was besloten, er meer ruimte was geweest voor het overspelen van wedstrijden. De voorzieningenrechter acht dit echter onvoldoende om aan te nemen dat het besluit van 31 mei 2018, als onredelijk moet worden beschouwd.
4.11.
Voor dit oordeel is in de eerste plaats van belang dat niet kan worden aangenomen dat van een onredelijk lange procedure sprake is geweest. Een zorgvuldige behandeling van een (tucht)zaak kost nu eenmaal tijd en als fouten worden gemaakt neemt de procedure nog meer tijd in beslag. In deze zaak speelde daarbij mogelijk een rol dat de positie van de aanklager in amateurvoetbalzaken nieuw is. Niet onaannemelijk is dat deze omstandigheid heeft bijgedragen aan de langere behandelingstijd. Bovendien is het weliswaar niet ideaal te noemen dat aan het eind van de competitie wedstrijden opnieuw gespeeld moeten worden, maar een snellere afhandeling van de eerste twee tuchtzaken had er geen verandering in kunnen brengen dat de tuchtzaak van [C] pas aan het einde van de competitie speelde en dat op dat moment een maatregel getroffen moest worden. Voldoende gebleken is dat de tuchtcommissie bij het nemen van haar beslissing aan het einde van de competitie rekening heeft willen houden met alle betrokkenen. Haar besluit zou echter hoe dan ook op enigerlei wijze van invloed zou zijn op de uitslag van de competitie aangaande de plaats op de ranglijst van [ en/of van andere club(s). Naar het oordeel van de voorzieningenrechter valt niet in te zien dat sprake is van omstandigheden die maken dat de tuchtcommissie in redelijkheid niet tot haar besluit heeft mogen komen.
4.12.
FC Maense heeft tenslotte nog gesteld dat de poging van HWD om zich aan het eind van de competitie terug te trekken in verband met een tekort aan spelers, is gedaan met het oogmerk om de competitie negatief te beïnvloeden en FC Maense een hak te zetten. Ook het opnieuw inzetten van een niet gerechtigde speler zou om die reden zijn gedaan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit echter niet voldoende aannemelijk gemaakt. Voor zover FC Maense hiermee heeft willen stellen dat de KNVB deze handelwijze van HWD had moeten onderkennen en om die reden niet tot het uit de competitie nemen van HWD had mogen overgaan, treft dit dan ook geen doel.
4.13.
De conclusie op grond van het voorgaande is dat op voorhand niet kan worden aangenomen dat de KNVB met haar besluit tot het uit de competitie nemen van HWD jegens FC Maense in strijd handelt met de reglementen van de KNVB en evenmin met de in acht te nemen eisen van redelijkheid en billijkheid. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
4.14.
FC Maense zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van KNVB worden begroot op:
- griffierecht € 626,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.442,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt FC Maense in de proceskosten, aan de zijde van KNVB tot op heden begroot op € 1.442,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Penders en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2018. [1]

Voetnoten

1.type: HH (4182)