ECLI:NL:RBMNE:2018:4324

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 september 2018
Publicatiedatum
7 september 2018
Zaaknummer
6445910 UC EXPL 17-14243
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wanprestatie bij bouw van een website: uitleg van afspraken en tekortkomingen vereist

In deze zaak vordert de eiseres, een besloten vennootschap, van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap, betaling van een factuur van € 2.115,08 met rente en kosten. De factuur betreft de bouw van een website, waarvoor de gedaagde niet wil betalen, met als reden wanprestatie. De gedaagde stelt dat de website niet naar behoren functioneerde, wat resulteerde in desastreuze resultaten voor hun campagnes. In reconventie vordert de gedaagde schadevergoeding om dezelfde reden.

De kantonrechter oordeelt dat de wet voorschrijft dat afspraken nagekomen moeten worden. De eiseres heeft het werk uitgevoerd en mag daarom verwachten dat de gedaagde de rekening betaalt. Echter, de gedaagde heeft niet duidelijk gemaakt wat er precies mis was met de website en welke afspraken er waren gemaakt. Er is geen bewijs geleverd van een opleverdatum of garanties die de eiseres zou hebben gegeven. Hierdoor kan de rechter niet beoordelen of de gedaagde terecht ontevreden is en of er een goede reden is om de betaling op te schorten.

De rechter concludeert dat de gedaagde de factuur moet betalen, evenals de rente en kosten. De vordering in reconventie wordt afgewezen, en de gedaagde wordt ook veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten worden apart berekend voor zowel de conventie als de reconventie, waarbij de gedaagde in beide gevallen in het ongelijk wordt gesteld. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter J.O. Zuurmond op 12 september 2018.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 6445910 UC EXPL 17-14243 nig/1449
Vonnis van 12 september 2018
inzake
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. E.P. Eujen,
tegen:
de besloten vennootschap
[gedaagde] B.V.,
tevens handelende onder de namen [handelsnaam 1] en [handelsnaam 2] ,
gevestigd in [vestigingsplaats] en kantoorhoudend in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
In deze zaak vordert [eiseres] van [gedaagde] betaling van € 2.115,08 met rente en kosten. Het gaat om een factuur van 19 mei 2017 voor het bouwen van een website. [gedaagde] wil niet betalen, kort gezegd, vanwege wanprestatie. [gedaagde] wilde met die website campagnes voeren, die zij had gereserveerd bij DUIC. Volgens haar zijn de campagnes ‘finaal verkeerd’ gegaan en waren de resultaten ‘desastreus’. In reconventie vordert zij om dezelfde reden, kort gezegd, schadevergoeding.
2.2.
Het uitgangspunt van de wet is, dat afspraken nagekomen moeten worden. [eiseres] heeft het werk gedaan, en mocht daarom normaal gesproken verwachten dat [gedaagde] de rekening zou betalen. Dat was de afspraak. Maar soms kunnen er redenen zijn waarom er (toch) niet betaald hoeft te worden. Dan is het degene die zich daarop beroept, die duidelijk moet maken dat die goede redenen er zijn. Dat is in dit geval [gedaagde] .
2.3.
Jammer genoeg heeft [gedaagde] niet uitgelegd wat er precies aan de hand is. Zo weten we niet precies wat de afspraken waren over het werk. Was er bijvoorbeeld een opleverdatum afgesproken? Had [eiseres] een garantie gegeven dat de website op tijd klaar zou zijn voor die campagnes? Ook weten we niet precies wat er niet goed was. Kennelijk was de website op een bepaald moment offline, en kennelijk is er een probleem geweest met bestellen in de webwinkel, maar wanneer precies en hoe lang, en hoe kwam dat? Een rechter weet dat soort dingen niet, omdat hij er niet bij geweest is. Hij kan er alleen maar over oordelen als degenen die partij zijn in een zaak hem precies vertellen – duidelijk en concreet – wat er aan de hand is. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Ook áls er iets niet goed was, is het daarom niet mogelijk om te beoordelen hoe ernstig dat was, of [gedaagde] terecht ontevreden is, en of dat een voldoende goede reden is om betaling op te schorten. Omdat dat niet mogelijk is, zal [gedaagde] de factuur moeten betalen (€ 1.839,20), evenals de rente en de kosten.
2.4.
De vordering in reconventie zal om dezelfde reden worden afgewezen.
2.5.
[gedaagde] zal ook de buitengerechtelijke incassokosten moeten vergoeden. [eiseres] heeft op verschillende manieren moeite gedaan om [gedaagde] tot betaling te bewegen, en het bedrag (€ 275,88) is niet hoger dan het tarief van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van 2012.
2.6.
De kosten worden voor de eis in conventie en in reconventie apart berekend. In beide is [gedaagde] in het ongelijk gesteld, en zal zij dus in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden in conventie begroot op:
- dagvaarding € 85,44
- griffierecht € 470,00
- salaris gemachtigde €
300,00(2 punten x tarief € 150,00)
Totaal € 855,44
In reconventie worden de kosten begroot op € 150,00.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde]
in conventieom aan [eiseres] € 2.115,08 te betalen met de wettelijke handelsrente over € 1.839,20 vanaf 2 juni 2017 tot de voldoening;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten in conventie, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 855,44, waarvan € 300,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
wijst de vordering
in reconventieaf;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten in reconventie, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 150,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 12 september 2018.