ECLI:NL:RBMNE:2018:4307
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.F. Koenis
- C.E.M. Nootenboom-Lock
- J.W. Veenendaal
- Rechtspraak.nl
Beslissing tot gedeeltelijke tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf en wijziging van bijzondere voorwaarden
Op 26 april 2018 heeft de meervoudige kamer voor strafzaken van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beslissing genomen naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf. De veroordeelde, geboren in 1988 in Oostenrijk en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 158 dagen, waarvan 150 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich niet heeft gehouden aan deze voorwaarden, waaronder het melden bij een instelling en het ondergaan van behandeling in een kliniek. De reclassering adviseerde een gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, gezien de problematiek van de veroordeelde en haar terugval in middelengebruik. Tijdens de zittingen op 13 en 20 april 2018 zijn de officier van justitie, de veroordeelde, haar raadsman en een reclasseringswerker gehoord. De rechtbank heeft besloten de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toe te wijzen, waarbij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf wordt gelast tot het moment van plaatsing van de veroordeelde in een instelling voor beschermd wonen. De bijzondere voorwaarden zijn gewijzigd om de veroordeelde te verplichten mee te werken aan haar behandeling en plaatsing in de voorgestelde instelling. De rechtbank heeft daarbij gelet op de artikelen 14f en 14g van het Wetboek van Strafrecht.