ECLI:NL:RBMNE:2018:4304
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 mei 2018 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel (Inrichting voor Stelselmatige Daders) die aan de veroordeelde was opgelegd. De rechtbank heeft de beslissing genomen naar aanleiding van een onderzoek ex artikel 509aa van het Wetboek van Strafvordering. De veroordeelde, geboren in 1984, is thans gedetineerd en ondergaat een klinische behandeling bij een instelling voor zijn middelen- en psychische problematiek. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende voortgangsverslagen en een schriftelijke verklaring van de veroordeelde, waarin hij aangeeft dat de behandeling hem veel heeft gebracht en dat hij gemotiveerd is om zijn verslaving aan te pakken.
De officier van justitie heeft gepleit voor voortzetting van de ISD-maatregel, terwijl de raadsvrouw van de veroordeelde zich niet verzet tegen deze voortzetting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich meewerkend opstelt, maar dat er nog steeds een recidiverisico aanwezig is. De rechtbank oordeelt dat continuering van de maatregel wenselijk is, gezien de positieve voortgang in de behandeling, maar ook de noodzaak om het recidiverisico te beheersen. De rechtbank heeft daarom besloten de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voort te zetten, om te voorkomen dat de veroordeelde opnieuw strafbare feiten pleegt.