ECLI:NL:RBMNE:2018:4240

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 september 2018
Publicatiedatum
4 september 2018
Zaaknummer
16/707453-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksuele uitbuiting van minderjarigen en mensenhandel

Op 4 september 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele uitbuiting van een minderjarig meisje, [slachtoffer 1], geboren in 2002. De verdachte heeft in de periode van 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017, in Baarn en Amsterdam, [slachtoffer 1] geworven en vervoerd met het oogmerk van seksuele uitbuiting. Hij heeft haar seks tegen betaling laten hebben met derden en heeft zelf ook twee keer seks met haar gehad tegen betaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op het moment van de feiten 43 jaar oud was, [slachtoffer 1] via een datingapp heeft benaderd en haar heeft aangemoedigd om seks te hebben voor geld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de kwetsbaarheid van minderjarigen en de ernst van de feiten. De verdachte is ook veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1], voor immateriële schade. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 2.500,-, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering van een tweede benadeelde partij, [slachtoffer 2], is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van het onder 4 ten laste gelegde is vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/707453-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 4 september 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] (Turkije),
wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Arnhem, Huis van Bewaring Arnhem Zuid.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 augustus 2018. Eerder is de zaak ter zitting behandeld op 20 februari 2018, 3 april 2018 en 25 juni 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D. van der Zwan en van hetgeen verdachte en mr. T.W. Gijsberts, advocaat te Amsterdam , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en/of Amsterdam en/of elders in Nederland, samen met een ander of anderen zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van de destijds 14/15-jarige [slachtoffer 1] ;
Feit 2
in de periode van 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en/of Amsterdam en/of Diemen en/of elders in Nederland ontucht met die [slachtoffer 1] heeft gepleegd door zijn penis in haar vagina te brengen;
Feit 3
in de periode van 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en/of Amsterdam en/of Diemen en/of elders in Nederland ontucht met die [slachtoffer 1] heeft gepleegd door haar te kussen en/of te betasten en/of haar borsten vast te houden en/of haar zijn penis over zijn kleding te laten betasten;
Feit 4
in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en/of Amsterdam en/of elders in Nederland heeft geprobeerd om mensenhandel te plegen ten aanzien van de destijds 13-jarige [slachtoffer 2] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Ten aanzien van feit 1 acht zij niet bewezen dat verdachte voordeel heeft getrokken uit de prostitutie.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de vier ten laste gelegde feiten wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De vrijspraken
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat de onder 3 ten laste gelegde ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] in de auto van verdachte hebben plaatsgevonden. De politie heeft [slachtoffer 1] hier niet over bevraagd. De verklaring van [slachtoffer 2] wordt verder ook niet ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
De feitelijke handelingen die verdachte onder dit feit ten laste worden gelegd leveren naar het oordeel van de rechtbank een voltooid delict op, te weten mensenhandel. Voor een voltooid delict is naar het oordeel van de rechtbank niet vereist dat daadwerkelijk seksuele handelingen zijn verricht. Het openbaar ministerie heeft echter poging tot mensenhandel ten laste gelegd. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van dit feit.
4.3.2
De bewijsmiddelen [1]
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
De hieronder weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben.
De bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
[slachtoffer 1] is geboren op [geboortedatum] 2002. [2] Zij heeft verklaard dat zij [bijnaam verdachte] via Waplog heeft leren kennen. De eerste vraag die [bijnaam verdachte] haar via Waplog stelde was: “Heb je interesse in geld”. Zij en [bijnaam verdachte] hebben toen telefoonnummers uitgewisseld. Zij zijn vervolgens met elkaar gaan appen. Zij had voor de herfstvakantie 2017 met [bijnaam verdachte] afgesproken en één keer na de herfstvakantie 2017. Zij en [bijnaam verdachte] hadden de eerste keer al afgesproken om seks te hebben. [bijnaam verdachte] had gevraagd wat zij allemaal deed, seksueel. Zij is de eerste keer met [bijnaam verdachte] naar de woning van zijn moeder in [woonplaats] gegaan. In de woning van de moeder van [bijnaam verdachte] had zij seks met [bijnaam verdachte] . [bijnaam verdachte] gaf haar na de seks 100 euro. Daarna bracht hij haar terug. [bijnaam verdachte] had tegen haar gezegd dat het een testje was hoe zij in bed was. Zij zou een keer met [bijnaam verdachte] en ene [A] seks hebben. [3] Zij zou voor de seks met [A] 100 euro van [A] krijgen. [A] kwam niet meer. In haar iPhone 4 staat een bericht van [A] waarin iets staat van: “ik wil je likken”.
[bijnaam verdachte] heeft haar naar [woonplaats] meegenomen naar een pand waar een collega schilder van [bijnaam verdachte] aanwezig was. [bijnaam verdachte] zei tegen haar dat die collega ook wilde en dat zij het met hem kon doen omdat [A] niet meer kon. [bijnaam verdachte] liep vervolgens de deur uit.
[bijnaam verdachte] had tegen haar gezegd: “Als je met iemand wil afspreken, moet dat via mij”. [4]
De politie is op 16 november 2017 met [slachtoffer 1] met de auto gereden naar de [adres] in [woonplaats] . Dit adres is volgens de Gemeentelijke Basisadministratie het woonadres van de moeder van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] . [slachtoffer 1] kreeg van de politie de instructie aan te geven of zij iets herkende. Zij reden [woonplaats] binnen. Op de hoek van de [adres] en [adres] verklaarde [slachtoffer 1] dat zij het daar herkende. [slachtoffer 1] verklaarde dat zij de flats herkende. [slachtoffer 1] verklaarde dat de moeder van [bijnaam verdachte] ergens daar achter woonde. Verbalisant zag dat [slachtoffer 1] in de richting van de [adres] wees terwijl zij dit zei. Verbalisanten vroegen [slachtoffer 1] aanwijzingen te geven om naar de woning van de moeder van [bijnaam verdachte] te rijden. [slachtoffer 1] verklaarde dat zij rechtdoor moesten rijden. [slachtoffer 1] verklaarde dat zij de eerste straat naar rechts moesten. Verbalisanten zagen dat dit de [adres] was. [slachtoffer 1] verklaarde dat zij rechtdoor moesten rijden. Verbalisanten hoorden dat [slachtoffer 1] ter hoogte van de bocht in de [adres] zei dat het de eerste deur rechts was. Verbalisanten zagen dat [slachtoffer 1] de eerste deur na de bocht in de [adres] aanwees. Verbalisanten zagen dat deze deur de ingang was naar het portiek van de woningen van de [adres] tot en met [huisnummer] . [5]
Op 10 november 2017 heeft de politie onderzoek gedaan naar de onder [slachtoffer 1] in beslag genomen Apple iPhone 4. Verbalisant zag dat er op 30 oktober 2017 een chatgesprek tevoorschijn kwam tussen de gebruiker van de iPhone 4 en een contactpersoon genaamd [e-mailadres] . Verbalisant zag dat het telefoonnummer [telefoonnummer] gekoppeld stond aan dit e-mailadres. Verbalisant zag dat de gebruiker van het e-mailadres [e-mailadres] het volgende vroeg: “Ik wil graag je kontje likken schatje??”. [6]
[slachtoffer 1] heeft verder verklaard:
V: Je hebt eerder verklaard dat jij [bijnaam verdachte] had leren kennen via waplog. [7]
V: Begrijp ik het goed dat [bijnaam verdachte] op jouw profiel had geklikt?
A: Ja.
A: Toen zei hij: “Heb je interesse in geld”. Daarna zei hij, wil je 150 euro of zoiets.
V: Waar hadden jullie het over op whatsapp?
A: Over hoeveel geld ik kreeg. Over wat ik qua seks deed en zo. Toen heb ik gezegd dat ik geen anaal wilde. [bijnaam verdachte] vroeg of ik meer klanten wilde. Hij vroeg ook of ik trio wilde.
A: Soms zei hij, ik heb wat vrienden voor je. Soms zei hij collega’s. Soms zei hij: “Je moet oude mannen zoeken want die hebben geld”. Hij zou ook een oude man voor mij zoeken. Hij vroeg ook of ik een keer in de nacht naar hem toe wilde gaan. Hij had dan vijf klanten voor mij in een hotel. [bijnaam verdachte] zei tegen mij wil je 1000 euro of 5000 euro. Dit is allemaal via de whatsapp gegaan. Het staat op mijn iPhone 5s. [8]
V: wanneer is de afspraak gemaakt dat je met [bijnaam verdachte] naar bed zou gaan voor geld?
A: Dat weet ik niet. Het was na de zomervakantie, richting de herfstvakantie.
V: wat bedoel je met sex?
A: Als de lul in iemands vagina gaat. Aftrekken. Pijpen is ook sex. [9]
V: Van wie kwam het idee om seks te hebben voor geld?
A: Van [bijnaam verdachte] .
V: [bijnaam verdachte] vroeg ook of je klanten wilde. Wat bedoelde [bijnaam verdachte] daarmee?
A: Collega’s en vrienden van hem, om seks te hebben voor geld.
V: Wie zou die klanten regelen?
A: [bijnaam verdachte] .
A: Na de eerste keer afspreken, had [bijnaam verdachte] tegen mij gezegd dat hij het ook tegen zijn vrienden en collega’s had gezegd. [bijnaam verdachte] zei tegen mij dat zij geen contact met mij konden opnemen omdat zij allemaal een vrouw hadden. [bijnaam verdachte] zei dat het via hem moest gaan.
V: Wat moest via [bijnaam verdachte] gaan?
A: Als ik afspraakjes wilde met die vrienden en collega’s.
V: Wat voor afspraakjes?
A: Seks afspraakjes.
V: En hoe zou de betaling gaan?
A: Via [bijnaam verdachte] .
V: Wie is [A] ?
A: Een vriend van [bijnaam verdachte]
V: Hoe heb je [A] leren kennen? [10]
A: Via [bijnaam verdachte] .
V: Hoe ging dat?
A: [bijnaam verdachte] had mijn nummer aan [A] gegeven en [A] ging mij appen. [11]
V: Waarom had [bijnaam verdachte] jouw nummer aan [A] gegeven?
A: Omdat [A] seks met mij wilde voor geld, dat heeft [bijnaam verdachte] tegen mij gezegd. [12]
V: En afspraken over geld van tevoren?
A: Eerst vroeg [bijnaam verdachte] aan mij hoeveel wil je ervoor. Ik zei 200 euro. Toen zei hij dat ik te duur was. Ik zei tegen hem, hoeveel wil jij dan? Toen zei hij 150 of 100. [13]
V: Je had een afspraak met [A] gemaakt, hij zou jou geld geven voor seks. Aan wie zou [A] het geld betalen?
A: Aan mij.
V: Hoeveel zou [A] jou geven?
A: Volgens mij ook 100 euro.
V: Hoe zou je naar [A] gaan?
A: [bijnaam verdachte] heeft mij opgehaald op het station in [woonplaats] . Wij zijn met de auto naar [woonplaats] gegaan. Daar werkte [bijnaam verdachte] ook. [A] zou daar naartoe komen. [A] had bij [bijnaam verdachte] afgebeld dat hij niet meer kon. [14]
Toen zei [bijnaam verdachte] : “Als je hier toch bent, kunnen we het net zo goed samen doen”. [bijnaam verdachte] bedoelde daarmee seks. Toen had ze seks met [bijnaam verdachte] . [bijnaam verdachte] heeft haar toen 100 euro gegeven.
V: Wanneer was dat?
A: Het was dit jaar. Ik kan het opzoeken op mijn snapchat. Ik maak heel vaak foto’s en dan zet ik daar ook de plek bij.
V: Begrijp ik goed dat je die dag een foto hebt gemaakt?
A: Ja. Want ik kreeg veel vragen van vriendinnen waarom ik in [woonplaats] was. Je kan namelijk 24 uur op snapchat kijken waar iemand is. [15]
V: Waar was dat?
A: Ik denk [woonplaats] of zo.
A: Bij snapchat filter stond [woonplaats] . [16]
A: Ik zat met mijn vagina op zijn lul
V: Wat voor sex heb je op dat moment met [bijnaam verdachte] gehad?
A: ik heb hem gepijpt. En ik heb op hem gezeten [17]
V: Jullie zijn op 29 oktober 2017 eerst naar een woning in [woonplaats] gegaan, daar was een collega van [bijnaam verdachte] . Wat wilde die collega?
A: Hij wilde seks met mijn vriendin. Zij wilde uiteindelijk niet. Toen gingen we naar die vriend van [bijnaam verdachte] in die vrijstaande woning. [18]
[medeverdachte] heeft verklaard dat [verdachte] hem op een zondag appte. [verdachte] kwam die zondag rond 15.00 uur naar hem toe. Hij vertelde dat hij mensen in de auto had. Hij zag dat er twee meisjes in de auto zaten. Het ene meisje zag hij voor het eerst. Het andere meisje had hij al een keer eerder gezien op het werk bij [verdachte] . Dat was in [woonplaats] . Dat was in een flatgebouw. Dat was [adres] en [adres] . [19]
V: Wie waren er toen op nummer [adres] ?
A: Ik was daar samen met [verdachte] en dat meisje.
[slachtoffer 1] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat [bijnaam verdachte] haar nummer aan [B] had gegeven. [B] was het neefje van [bijnaam verdachte] . Hij vroeg of ze naar hem toe wilde. Ze zou naar hem toe moeten gaan om seks te hebben voor geld.
Toen [slachtoffer 2] er nog niet was, ging alles via [bijnaam verdachte] . Toen hadden ze 100 euro voor seks afgesproken en dat de klanten via hem gingen.
V: Wat moest je voor die 100 euro doen?
A: Seks hebben met andere mensen of met hem. [20]
Ter zitting heeft [verdachte] verklaard dat de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] aan hem toebehoorden en dat hij de chatgesprekken vanaf die telefoonnummers met [slachtoffer 1] heeft gevoerd. [21]
In het dossier bevindt zich een uitgewerkt chatbericht tussen [slachtoffer 1] ( [telefoonnummer] ) en [C] ( [telefoonnummer] ): [22]
4 september 2017
7.54
uur
[slachtoffer 1] : Ik heb er over nagedacht en als je nog klanten hebt wil K wel met ze afspreken
8.2
uur
[C] : Ja heb ik
[C] : Wanneer wil je
8.21
uur
[slachtoffer 1] : En ik wil wel keerje trio als je wil
8.4
uur
[C] : Zeg wanneer je kan dan regel ik van jou [23]
9 september 2017
10.47
uur
[slachtoffer 1] : Gaan we wel of niet afspreken vandaag?
10.48
[C] : Ja
10.52
uur
[C] : Jij heb vier uur afspraak voor een uur
10.55
uur
[C] : Ik haal jou een uur op [25]
[slachtoffer 1] : Tot Hoelaat
10.56
[C] : Wil je ook andere klant
[C] : Er is nog een jonge
[C] : Jij heb met hem ook gesproken [26]
[slachtoffer 1] : Ow Hij
[C] : Hij wil ook
[slachtoffer 1] : Ja Sgoed
10.57
uur
[C] : Oké hij kan vier uur
[C] : Ik haal jou een uur op
[slachtoffer 1] : Goed [27]
29 september 2017
18.29
uur
[C] : Wel 1000 euro [28]
[slachtoffer 1] : 1000?
[C] : Ja
[C] : Of 5000
18.3
uur
[C] : Kan ook [29]
[C] : In een keer [30]
18.33
uur
[C] : We gaan veel geld maken [31]
7 oktober 2017
12.03
uur
[slachtoffer 1] : Ga je mij ophalen straks?
12.05
uur
[C] : Ja zeker ik mis je toch [32]
[C] : Ik ga je als eerst neuken [33]
16 oktober 2017
13.1
uur
[C] : Dan ga ik hotel boeken voor zondag
13.11
uur
[C] : Maar jij gaat foto’s sturen dan regel ik nog twee jongens voor zondag dan heb je meer geld [34]
15
uur
[C] : Hoe veel man kan je aan
15.02
uur
[slachtoffer 1] : Weet ni
15.03
uur
[C] : Drie met mij er bij
[C] : Dan heb je hotel kamer
[C] : Niemand wil in de auto of zo [35]
[C] : Dan heb je ook veel geld
15.06
uur
[slachtoffer 1] : Oké Sgoed [36]
[verdachte] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] hem [bijnaam verdachte] noemde. [37] Verder heeft hij verklaard:
O: [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij in contact is gekomen met [bijnaam verdachte] . Zij verklaart jou te kennen via waplog. Zij verklaart dat jouw eerste vraag aan haar geweest is: “Heb je interesse in geld?”.
A: Er bestaat een mogelijkheid dat ik deze vraag gesteld heb aan haar om erachter te komen wat zij wilde. [38]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op 29 oktober 2017 bij het station in [woonplaats] heeft opgehaald en naar een pand aan de [adres] in [woonplaats] heeft gebracht. Hij heeft de meisjes met een Mercedes vervoerd. Hij heeft wiet en alcohol voor ze gekocht. De meisjes hebben wiet gerookt en iedere een blikje met een mixdrankje met wodka erin gedronken. Hij heeft de meisjes terug naar [woonplaats] gebracht via het huis van [medeverdachte] . [39]
Tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van [verdachte] en het telefoonnummer van [slachtoffer 1] is van 31 augustus 2017 tot en met 14 oktober 2017 contact geweest. [40]
Tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruikt bij [verdachte] [41] en het telefoonnummer van [slachtoffer 1] is van 23 oktober 2017 tot en met 4 november 2017 contact geweest. [42]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [D] haar beste vriendin is. [43]
In het dossier bevindt zich een uitgewerkt chatbericht tussen [slachtoffer 1] ( [telefoonnummer] ) en [D] ( [telefoonnummer] ): [44]
1 november 2017
17.51
uur
[slachtoffer 1] : Ik eb geneukt voor geld
[D] : Hoelang al? en hoevaak
[slachtoffer 1] : met een best wel oude man [45]
[slachtoffer 1] : 2x
17.52
uur
[slachtoffer 1] : [slachtoffer 2] wou het ook doen
[slachtoffer 1] : Maar ze werd bang
[D] : was dat toen jullie in [woonplaats] waren
[slachtoffer 1] : ja [46]
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Seksuele uitbuiting
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van seksuele uitbuiting.
Artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht beoogt uitbuiting van personen te voorkomen en bescherming te bieden tegen de aantasting van de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van individuele personen. Als uitbuiting dient in elk geval te worden aangemerkt uitbuiting van een ander in de prostitutie. Voor de vervulling van de delictsomschrijving is niet nodig dat het slachtoffer daadwerkelijk wordt uitgebuit. Uitbuiting houdt in alle gevallen onvrijwilligheid in. Het uitgangspunt ten aanzien van personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, is dat zij niet vrijwillig kunnen kiezen voor een situatie van uitbuiting. Kinderen dienen in het bijzonder te worden beschermd.
Het laten werken in de prostitutie van de minderjarige [slachtoffer 1] , destijds 14/15 jaar oud, vormt een dermate grote inbreuk op haar lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid dat dit een situatie van uitbuiting oplevert die door de strafbaarstelling van mensenhandel wordt verboden. Hoe de minderjarige zelf de uitbuitingssituatie waardeert speelt geen rol gelet op de eerder genoemde noodzaak tot bescherming van minderjarigen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het oogmerk van seksuele uitbuiting zoals onder feit 1 ten laste is gelegd wettig en overtuigend bewezen. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat het de bedoeling van verdachte was dat [slachtoffer 1] seks tegen betaling met derden zou hebben. Hij heeft zelf ook daadwerkelijk seks tegen betaling met haar gehad.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
in de periode van 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en Amsterdam en elders in Nederland, alleen,
A) een ander, te weten [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum] 2002, telkens
(sub 2°)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] , terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(sub 5°)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
hebbende verdachte telkens
-per app/sms en op een andere communicatiewijze contact gezocht en gehad met die [slachtoffer 1] en
-per app/sms of op andere wijze afspraken met die [slachtoffer 1] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en de locaties van die seksafspraken en het vervoer van en naar die afspraken en
-die [slachtoffer 1] opgehaald met de auto en haar daarmee vervoerd, bijvoorbeeld van Baarn naar Amsterdam;
2.
in de periode van 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017 te [woonplaats] en Diemen meermalen met [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum] 2002, die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, meermalen zijn penis in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
Mensenhandel, meermalen gepleegd
Feit 2
Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot 30 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht een lagere straf op te leggen dan de officier van justitie heeft gevorderd en een deel voorwaardelijk op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft de 14/15-jarige [slachtoffer 1] via de internetsite waplog benaderd om seks tegen betaling te hebben. Vervolgens hebben ze besproken met wie ze seks zou hebben en voor hoeveel geld. Hij heeft haar naar een locatie vervoerd waar ze haar klant zou treffen. Verdachte heeft haar aldus seksueel uitgebuit. Hij heeft zelf twee keer seks met haar gehad tegen betaling. Ten aanzien van personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, neemt de rechtbank het standpunt in dat zij juist vanwege hun jonge leeftijd niet vrijwillig kunnen kiezen voor werk in de prostitutie. Kinderen dienen in het bijzonder te worden beschermd. Het verrichten van seksuele handelingen met een meisje van deze leeftijd vormt een zeer ernstige inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van dit meisje. Door de wetgever is de geestelijke en lichamelijke integriteit van jeugdigen jonger dan zestien jaar uitdrukkelijk beschermd. Minderjarigen bevinden zich in een kwetsbare ontwikkelingsfase. Uit het dossier komt naar voren dat [slachtoffer 1] zich vrijwillig naar diverse panden in Amsterdam en Diemen heeft laten brengen om daar seks tegen betaling te hebben. Nu minderjarigen gelet op hun jeugdige leeftijd niet of in onvoldoende mate in staat worden geacht zelf hun seksuele integriteit te bewaken en/of zelfstandig de (emotionele) gevolgen van seksueel contact in schatten dienen zij zowel tegen zichzelf te worden beschermd als tegen personen die op seksueel gebied misbruik van hen willen maken. Dit geldt te meer nu verdachte veel ouder was dan [slachtoffer 1] . Hij was destijds 43 jaar oud. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij [slachtoffer 1] wiet heeft laten roken en alcohol heeft laten drinken voordat zij naar een seksafspraak ging.
De rechtbank rekent het verdachte ook zwaar aan dat hij geen inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen. Hij heeft zich niet bekommerd om het fysieke en geestelijke welzijn van [slachtoffer 1] en geen enkel oog gehad voor haar kwetsbaarheid.
Gelet op het voorgaande kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 11 juli 2018 waaruit blijkt dat hij 2004 is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaren voor onder meer mensenhandel. Met deze (oude) veroordeling op zijn naam moet verdachte hebben geweten dat het plegen van mensenhandel zoals onder 1 bewezen is verklaard een ernstig strafbaar feit is. De rechtbank ziet hierin aanleiding tot strafvermeerdering.
De rechtbank heeft ook gelet op een rapportage pro justitia van 5 februari 2018, opgemaakt door GZ-psycholoog M.F. Raven, en een rapportage pro justitia van 14 februari 2018, opgemaakt door psychiater A.W.M.M. Stevens. In beide rapportages staat vermeld dat verdachte niet heeft meegewerkt aan het onderzoek naar zijn persoon. De psycholoog heeft daarbij nog vermeld dat uit de gerechtelijke stukken geen aanwijzingen naar voren komen voor het bestaan van een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling. De reclassering heeft in een reclasseringsrapport van 22 maart 2018 geadviseerd om verdachte geen reclasseringsbemoeienis op te leggen omdat hij hier niet positief tegenover staat. De rechtbank ziet in deze rapporten geen aanleiding om tot strafvermindering over te gaan.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden is. Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie omdat de rechtbank, anders dan de officier van justitie de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen acht.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen gevorderd dat:
- de telefoon, wit, Apple Y phone,
wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen en vervolgens aan [slachtoffer 1] wordt teruggegeven;
  • de telefoon, wit, Apple 6, in lederen hoesje, met visitekaartje [bedrijfsnaam] ;
  • de telefoon, T-Mobile, simkaart uit Apple iPhone;
  • de filmcamera, zwart, Camcorder met SD micro San Disk;
  • de personenauto [kenteken] , Mercedes-Benz c200 CDI, grijs;
  • de telefoon, zwart, Huawei Y625-U51, met simkaart;
  • de simkaart uit Huawei,
verbeurd worden verklaard;
- de stofzuigerzak uit stofzuiger, blauw,
wordt teruggegeven aan de moeder van verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen het volgende verzocht om:
- de telefoon, wit, Apple Y phone,
terug te laten zetten naar fabrieksinstellingen en vervolgens aan [slachtoffer 1] terug te geven;
  • de telefoon, wit, Apple 6, in lederen hoesje, met visitekaartje [bedrijfsnaam] ;
  • de telefoon, T-Mobile, simkaart uit Apple iPhone;
  • de filmcamera, zwart, Camcorder met SD micro San Disk;
  • de personenauto [kenteken] , Mercedes-Benz c200 CDI, grijs;
  • de telefoon, zwart, Huawei Y625-U51, met simkaart;
  • de simkaart uit Huawei,
aan verdachte terug te geven;
- de stofzuigerzak uit stofzuiger, blauw,
aan de moeder van verdachte terug te geven.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten:
- de personenauto [kenteken] , Mercedes-Benz c200 CDI, grijs,
verbeurd verklaren.
Met behulp van dit voorwerp is het onder 1 bewezen verklaarde feit begaan. Verdachte heeft [slachtoffer 1] met dit voertuig naar seksafspraken vervoerd.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • de telefoon, wit, Apple 6, in lederen hoesje, met visitekaartje [bedrijfsnaam] ;
  • de telefoon, T-Mobile, simkaart uit Apple iPhone;
  • de filmcamera, zwart, Camcorder met SD micro San Disk;
  • de telefoon, zwart, Huawei Y625-U51, met simkaart;
  • de simkaart uit Huawei,
onttrekken aan het verkeer. Met behulp van deze voorwerpen is het onder 1 en 2 bewezen verklaarde begaan. Op deze gegevensdragers zijn kinderpornografische afbeeldingen en gesprekken over seks met minderjarigen aangetroffen.
Deze voorwerpen zijn daarom van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Teruggave aan de rechthebbenden
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • telefoon, wit, Apple Y phone. Dit voorwerp dient te worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen alvorens dit aan de rechthebbende, het slachotffer [slachtoffer 1] , terug te geven;
  • stofzuigerzak uit stofzuiger, blauw. De moeder van verdachte is de rechthebbende van dit voorwerp.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1]
Mr. A. Koopsen heeft zich namens de benadeelde partijen [slachtoffer 1] in het geding gevoegd. Zij vordert namens [slachtoffer 1] een bedrag van € 2.500,- Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde.
[slachtoffer 2]
Mr. A. Koopsen heeft zich namens de benadeelde partijen [slachtoffer 2] in het geding gevoegd. Zij vordert namens [slachtoffer 2] een bedrag van € 500,- Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het onder 4 ten laste gelegde.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
[slachtoffer 1]
De officier van justitie heeft toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gevorderd tot een bedrag van € 1.500,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 2]
De officier van justitie heeft toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gevorderd tot een bedrag van € 500,-, hoofdelijk op te leggen en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de vorderingen van de benadeelde partijen moeten worden afgewezen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]
De rechtbank stelt vast dat de vordering van de benadeelde partij niet is onderbouwd met stukken.
De rechtbank acht het echter een feit van algemene bekendheid dat feiten als onder 1 en 2 bewezen verklaard negatieve psychische gevolgen bij het slachtoffers van deze jonge leeftijd veroorzaakt. Deze psychische gevolgen kunnen vaak jaren later optreden. De rechtbank stelt daarom vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 2.500,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 20 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling. De vordering zal niet hoofdelijk worden toegewezen.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.500,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 20 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 35 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[slachtoffer 2]
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het onder 4 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 57, 245 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 3 en 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
 personenauto, [kenteken] , Mercedes-Benz c200 CDI, grijs;
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • telefoon, wit, Apple 6, in lederen hoesje, met visitekaartje [bedrijfsnaam] ;
  • telefoon, T-Mobile, simkaart uit Apple iPhone;
  • filmcamera, zwart, Camcorder met SD micro San Disk;
  • telefoon, zwart, Huawei Y625-U51, met simkaart;
  • simkaart uit Huawei,
- gelast de teruggave aan de rechthebbenden van de volgende voorwerpen:
  • telefoon, wit, Apple Y phone (rechthebbende: [slachtoffer 1] );
  • stofzuigerzak uit stofzuiger, blauw (rechthebbende: [E] );
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 2.500,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- verklaart [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
Dit vonnis is gewezen door mr. I.J.B. Corbeij, voorzitter, mrs. A.J.P. Schotman en A.G. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 september 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij in de periode van ongeveer 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en/of [woonplaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A) een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] 2002), (telkens)
(sub 2°)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] (terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van zestien jaren (in elk geval van 18 jaren) nog niet had bereikt),
en/of
(sub 5°)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 1] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van zestien jaren (in elk geval van 18 jaren) nog niet had bereikt),
en/of
B) (sub 8°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die ander, te weten die [slachtoffer 1] , met en/of voor een derde tegen betaling, (terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van zestien jaren (in elk geval van 18 jaren) nog niet had bereikt),
zijnde en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
-per app/sms (en/of op een andere communicatiewijze) contact gezocht en/of gehad met die [slachtoffer 1] en/of
-per app/sms (of op andere wijze) afspraken met die [slachtoffer 1] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of de locaties van die seksafspraken en/of het vervoer van en naar die afspraken en/of
-die [slachtoffer 1] opgehaald met de auto en haar daarmee vervoerd (bijvoorbeeld van Baarn naar Amsterdam) en/of
-die [slachtoffer 1] meegenomen naar een pand waar die [slachtoffer 1] tegen betaling seks had met een daar aanwezige (derde) man/klant en/of
-een (groot) deel van het geld dat die [slachtoffer 1] voor die seksafspraken kreeg van die [slachtoffer 1] afgepakt en/of door die [slachtoffer 1] aan hem, verdachte, en/of aan zijn mededader(s) laten afgeven en/of het geld dat die klant(en) betaalden voor sexuele handelingen met die [slachtoffer 1] geïnd en maar een (klein) deel ervan aan die [slachtoffer 1] gegeven;
2.
hij in de periode van ongeveer 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en/of Amsterdam en/of Diemen en/of elders in Nederland, meermalen althans eenmaal [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] 2002) die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan
uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
immers heeft hij, verdachte, meermalen althans eenmaal zijn penis in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht;
3.
hij in de periode van ongeveer 20 augustus 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en/of Amsterdam en/of Diemen en/of elders in Nederland, meermalen althans eenmaal met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 2002), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
bestaande in
het (op de mond en/of elders op het lichaam) kussen van die [slachtoffer 1] en/of
het ontuchtig betasten en/of vasthouden van de borsten van die [slachtoffer 1] en/of
het door die [slachtoffer 1] laten betasten (over zijn kleding) van zijn, verdachtes, penis;
4.
hij in de periode van ongeveer 01 oktober 2017 tot en met 15 november 2017 te Baarn en/of Amsterdam en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om
A) een ander, te weten [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum] 2004), (telkens)
(sub 2°)
te werven en/of te vervoeren en/of over te brengen en/of te huisvesten en/of op te nemen,
met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 2] (terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van zestien jaren (in elk geval van 18 jaren) nog niet had bereikt),
en/of
(sub 5°)
ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling
dan wel (ten aanzien van die [slachtoffer 2] ) (telkens) enige handeling(en) te ondernemen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van zestien jaren (in elk geval van 18 jaren)
nog niet had bereikt),
en/of
B) (sub 8°)
(telkens) opzettelijk voordeel te trekken uit seksuele handelingen van die ander, te weten die [slachtoffer 2] , met en/of voor een derde tegen betaling, (terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van zestien jaren (in elk geval van 18 jaren) nog niet had bereikt),
zijnde en/of hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
-per app/sms (en/of op een andere communicatiewijze) direct danwel indirect contact gezocht en/of gehad met die [slachtoffer 2] en/of
-per app/sms (of op andere wijze) direct dan wel indirect aan die [slachtoffer 2] laten weten dat zij (veel) geld kon verdienen met het hebben van seks met derden/klanten en/of
-die [slachtoffer 2] opgehaald met de auto en haar daarmee vervoerd (bijvoorbeeld van Baarn naar Amsterdam) en/of
-die [slachtoffer 2] meegenomen naar een pand waar een ander minderjarig meisje tegen betaling seks had met een daar aanwezige (derde) man/klant en/of
- ( meermalen) tegen die [slachtoffer 2] gezegd (doelend op de seksuele verrichtingen voor geld door dat andere meisje) "wil jij dat ook?",
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij - het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 8 februari 2018, genummerd 2017331627D, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 1154;
2.Een geschrift, inhoudende een geboorteakte van [slachtoffer 1] , pagina 230.
3.Proces-verbaal bevindingen verhoor [slachtoffer 1] 10 november 2017, pagina 233.
4.Proces-verbaal bevindingen verhoor [slachtoffer 1] 10 november 2017, pagina 234.
5.Proces-verbaal van bevindingen aanwijzen woning [adres] [woonplaats] , pagina 265.
6.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek chatbericht likken, pagina 274.
7.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 239.
8.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 240.
9.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 241.
10.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 241.
11.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 242.
12.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 242.
13.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 243.
14.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 242.
15.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 255.
16.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 256.
17.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 243
18.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 245.
19.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] , pagina 164.
20.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen getuigenverhoor [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris van 15 juni 2018, genummerd 16/660209-17, 16/707453-17; 16/660210-17, pagina 11.
21.Verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 21 augustus 2018.
22.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 515.
23.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 516.
24.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 528.
25.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 529.
26.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 530.
27.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 531.
28.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 573.
29.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 574.
30.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 575.
31.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] pagina 576.
32.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 657.
33.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 658.
34.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 722.
35.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 729.
36.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [C] , pagina 730.
37.Proces-verbaal van verhoor van [verdachte] , pagina 92
38.Proces-verbaal van verhoor van [verdachte] , pagina 93.
39.Verklaring van [verdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 21 augustus 2018.
40.Proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot historische verkeersgegevens [verdachte] , pagina 292.
41.Proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot historische verkeersgegevens [verdachte] , pagina 289.
42.Proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot historische verkeersgegevens [verdachte] , pagina 290.
43.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 262.
44.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [D] , pagina 441.
45.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [D] , pagina 445.
46.Een geschrift, inhoudende een uitgewerkt chatgesprek tussen [slachtoffer 1] en [D] , pagina 446.