Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling
[veroordeelde] ,
OVERWEGINGEN
BESLISSING
wijstde vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van deze rechtbank van
toe, te weten
276 dagen gevangenisstraf;
Rechtbank Midden-Nederland
Op 2 februari 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 276 dagen. De veroordeelde, geboren in 1984 in Turkije en verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Flevoland, had zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden. Deze voorwaarden omvatten onder andere meldplicht bij de reclassering en behandeling in een verslavingskliniek. De rechtbank constateerde dat de veroordeelde zich onbehandelbaar opstelde en niet voldeed aan de afspraken omtrent zijn behandeling, wat leidde tot een stopzetting van deze behandeling. Ondanks het advies van de reclassering om de vordering tot tenuitvoerlegging niet toe te wijzen, oordeelde de rechtbank dat de vordering volledig moest worden toegewezen, gezien de herhaalde weigering van de veroordeelde om zich aan de voorwaarden te houden. De rechtbank benadrukte dat, hoewel behandeling wenselijk is, de veroordeelde expliciet had aangegeven liever zijn strafdeel uit te zitten dan opnieuw klinisch behandeld te worden. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging toegewezen en bepaald dat de tijd die de veroordeelde in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de gevangenisstraf.